HET VIJFPAARDEN EINDSPEL (12 november 2005)

Eén van de boeiendste partijen van het wereldkampioenschap was die waarin Topalov een dame-eindspel met twee pluspionnen op de h- en f-lijn niet tegen Anand wist te winnen. Zoals bijna alle eindspelen met zes stukken is dat eindspel met de database-techniek geheel in kaart gebracht. In iedere stelling is de beste zet bekend - een voor mensen onbereikbare perfectie. Het viel nog mee dat Anand maar één keer de remise weggaf en Topalov daarna maar één keer de winst. Wel lieten ze bij de helft van hun zetten een snellere winst liggen of lieten ze die juist toe.
    Maar niet alleen de zetten zèlf zijn voor mensen vaak nauwelijks te bevatten, ook sommige algemene ontdekkingen zijn contra-intuïtief. Zo stelde de grote kenner John Nunn onlangs tot zijn eigen verbijstering vast dat het dame-eindspel met twee pluspionnen op g- en h-lijn in het algemeen remise is.
    Maar toen ik in die databases ging zoeken, ontdekte ik tot míjn grote verbazing dat dame plus twee pionnen alleen maar niet winnen van dame plus nul pionnen, als het de g- en h-pion zijn. Alle andere beginstellingen als die in het diagram zijn wèl gewonnen. (Deze is mat in 50.) Ook dubbelpionnen als c2 en c3 winnen, maar niet op a-, b-, g- en h-lijn.
    Ook sommige pionloze eindspelen met zeven stukken zijn al gedatabased - ik gaf hier al eens een 'langste kortste winst' in 85 zetten van koning plus vier paarden tegen koning plus dame. Pioniers op dit gebied zijn de Amerikaan Bourzutschky en de Rus Konoval die, steunend op 'baanbrekend werk' van de Nederlander Johan de Koning, op hun thuiscomputer veel van die bovenmenselijke winstgangen hebben gevonden, van soms dik boven de tweehonderd zetten. Over 'toren, loper en paard tegen toren en loper' deed die computer 23 dagen, wat 168 Gigabyte aan stellingen opleverde, met een snelste winst in 225 zetten. In 'twee torens plus paard tegen twee torens' vonden ze zelfs een record van 290 zetten; het oude stond op naam van 'toren plus paard tegen twee paarden' met 243. Dat zijn dan nog eindspelen die een hoogst enkele keer in een partij voorkomen, maar ze vonden ook dat drie torens tegen koning, dame en loper soms 200 zetten nodig hebben, en drie dames tegen twee in het ergste geval 75 zetten. Een bizarre belevenis is het naspelen van deze winstgang met drie paarden tegen twee.

Wit speelt en wint
Bourzutschky en Konoval, 2005

1.Pc5+ Kb5 2.Pe4 Kc4 3.Ke3 Kd5 4.Pbc3+ Ke5 5.Pf3+ Ke6 6.Pd4+ Ke5 7.Pc6+ Ke6 8.Pb5 Pf8 9.Pcd4+ Ke5 10.Pf3+ Ke6 11.Ph4 Pd7 12.Pd4+ Kd5 13.Phf5 Ke5 14.Ph6 Kd5 15.Pg4 Pc5 16.Pef6+ Kd6 17.Ph5 Pd7 18.Pf5+ Ke6 19.Ph4 Kd6 20.Pg6 Pc5 21.Ph6 Kd7 22.Pgf4 Pe6 23.Pf6+ Kd6 24.Pe4+ Kd7 25.Ph5 Kc6 26.Pf7 Pc5 27.Pef6 Kc7 28.Pd5+ Kd7 29.Pdf4 Pe6 30.Ph3 Pc5 31.Phg5 Ke7 32.Pe5 Kd6 33.Pg6 Kd5 34.Phf4+ Kc4 35.Pe5+ Kc3 36.Pe2+ Kc2 37.Pgf3 Kd1 38.Pfd4 Ke1 39.Pef3+ Kf1 40.Ph4 Pa4 41.Pdf3 Pb2 42.Pd2+ Ke1 43.Phf3+ Kd1 44.Pfd4 Ke1 45.P4b3 Pd3 46.Pf3+ Kd1 47.Pbd4 Pdf2 48.Pe5 Ke1 49.Kf3 Kd2 50.Kg2 Ke3 51.Pef3 Kd3 52.Pc1+ Kc3 53.Pf5 Kc4 54.Pe2 Kd3 55.Peg1 Ke4 56.Pe7 Kf4 57.Pe2+ Ke4 58.Pc3+ Kf4 59.Pcd5+ Ke4 60.Ph4 Ke5 61.Pb6 Kf6 62.Pec8 Ke6 63.Pg6 Kf6 64.Pge7 Kf7 65.Pc6 Kf6 66.Kh2 Ke6 67.Kg1 Kf5 68.Pd6+ Kf6 69.Kh2 Ke6 70.Pdc4 Kf5 71.Kg2 Kf4 72.Pd6 Ke3 73.Pb7 Ke2 74.Pd5 Kd3 75.Pd6 Ke2 76.Pce7 Kd3 77.Pef5 Kc2 78.Kg1 Kd3 79.Pf4+ Kc3 80.Pf7 Kc4 81.Pe5+ Kc5 82.Kh2 Kb6 83.Pe6 Kb7 84.Pe7 Kb6 85.Pf7 Kb5 86.Pd6+ Kb4 87.Pd5+ Kb3 88.Pd4+ Kb2 89.Pc4+ Kb1 90.Pc3+ Kc1 91.Kg2 Pd1 92.Pce2+ Kb1 93.Kxh1 en na nog 13 zetten staat Zwart mat.

© Tim Krabbé, 2005








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site