SIEBENTE REIHE ABSOLUT

Hoeveel duizenden toernooipartijen de 71-jarige Viktor Kortsjnoi ook heeft gespeeld, hij zal zelden zoiets vreemds hebben gedaan als in deze partij:

Kortsjnoi - Luther, Essen 2002
1.d4 e6 2.c4 d5 3.Pc3 c6 4.Pf3 Pf6 5.g3 dxc4 6.Lg2 Pbd7 7.O-O b5 8.Lg5 Lb7 9.a4 Db6 10.Pe5 Pxe5 11.a5 Da6 12.dxe5 Pd5 13.Pe4 h6 14.Le3 Pxe3 15.fxe3 Td8 Wits opening is mislukt, en zowel na 16.Pd6+ Lxd6 17.exd6 c5 als na 16.Dc2 Le7 staat hij al bijna verloren. De gok die hij daarom waagt is wel heel driest. 16.Dxd8+?! Kxd8 17.Txf7 b4 Met Le7 zou Zwart in de val trappen; 18.Txe7 Kxe7 19.Pc5 en Wit wint de dame terug. Maar met 17...c3 18.Txf8+ Txf8 19.Pc5 axb2 20.Tb1 Kc7 21.Pxa6+ Lxa6 behoudt Zwart groot voordeel. Ook 17...Lb4 18.Td1+ Kc8 19.Tdd7 Td8 had vrij makkelijk gewonnen. 18.Td1+ Ke8 Of Kc8 19.Tdd7 c3 19.Tdd7 De gevreesde 'twee torens op de zevende rij'. Na 19...Lc8 20.Txa7 c3 zou dat weinig opgeleverd hebben. 19...c3?? Geeft een vol punt weg. 19...Lc8 20.Txa7 c3 was nog steeds gewonnen. 20.Pd6+ (zie diagram links.) Meteen na het uitvoeren van deze zet bood Kortsjnoi remise aan. Had hij daarmee even gewacht, dan had Luther misschien opgegeven, want Zwart gaat mat. Na 20...Lxd6 21.exd6 kan eeuwig schaak met Tf7 niet verhinderd worden - een buitenkans als je zoëven nog straalverloren stond, en ongetwijfeld de verklaring van Kortsjnoi's remise-aanbod. Wat hij over het hoofd zag, was zijn onpareerbare dreiging Tfe7+ en Td8 mat; ook 21...Dxa5 helpt na 22.Txb7 niet. Maar dat kwam niet meer ter sprake; zo snel als hij kon zei Luther 'ja'.

'Twee torens op de zevende rij' - weinig schaakkreten boezemen zoveel ontzag in. Vaak zijn ze inderdaad onweerstaanbaar, en met een steunpunt erbij zoals die pion d6 van Kortsjnoi, kunnen ze soms meteen mat geven. Siebente Reihe absolut noemde Nimzowitsch het in zijn beroemde boek Mein System (1925) - hij wijdde een apart hoofdstuk aan die torens, met o.a. dit voorbeeld. (Zie diagram.) Had Wit inplaats van Ph3 een pion op h6, dan kon hij meteen mat geven: 1.Tg7+ Kf8 (of Kh8 2.Th7+ enz.) 2.Th7 Kg8 (d4 3.Th8+ Lg8 4.h7) 3.Tcg7+ Kf8 4.Th8 mat. In het diagram speelt Wit 1.Tg7+ Kf8 2.Th7 Kg8 (d4 3.Txc4) 3.Tcg7+ Kf8 en nu 4.Pg5 Na 4...d4 5.Pe6+ Lxe6 6.fxe6 beslist de dreiging 7.e7+ Ke8 8.Th8+ en 9.e8D++, en na 4...fxg5 5.f6 heeft Wit het beslissende steunpunt; Th8 mat is niet meer te verhinderen.

Wit speelt en wint
M. Zhits, 1977
Ook in deze studie (zie diagram links) bezit Wit de siebente Reihe absolut - mèt steunpunt op f6, maar makkelijk is het daarmee nog niet.
1.Te7+ Kf8 Naar links kan nooit; Kd8 2.Tad7+ Kc8 3.Te8+ enz. 2.Tf7+ Kg8 3.Tg7+ Kh8 Hoe verder? Veld h7 is gedekt, dus dat steunpunt-mat zit er niet in, en de zwarte dame dreigt met schaakjes alles te bederven. 4.Th7+! Toch. 4...Lxh7 5.Ta8! Dxa8 En pas nu Wit allebei die kolossale torens heeft geofferd: 6.Kf7 mat. Uitermate verrassend.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site