ONGELIJKE LOPERS, ONGELIJKE SPELERS (14 januari 2006)

Alles is al eens eerder gebeurd bij schaken, zelfs dit.

Zwart aan zet
Aronian - Bacrot, Khanty Mansiysk 2005

Zwart, die nog 8 minuten bedenktijd had, speelde 50...La7 en gaf het meteen op. Het was de tweede partij van de mini-match in de halve finale van de World Cup. De eerste was remise geworden; Bacrot schakelde zichzelf dus uit. Hij deed dat met het superieure inzicht van de grootmeester die weet dat weliswaar alle eindspelen met ongelijke lopers remise zijn, maar niet als de sterkste partij twee ver verwijderde vrijpionnen heeft.
    Bacrot, nummer negen van de wereld, zal zich de haren uit het hoofd hebben getrokken toen Maxim Notkin in Chess Today liet zien dat hij in remisestelling had opgegeven. Na bijvoorbeeld 51.Kf4 h5 52.Ke4 Ke7 53.Kd5 Kd7 54.f6+ (nodig voor de koningsmars naar de damevleugel) Ke8 55.Le6 h4 56.Kc6 h3 57.Kb7 (Lxh3 Kf7) h2 58.Ld5 Ld4 59.a7 Lxa7 60.Kxa7 h1D (Zwart kan daarmee zelfs wachten) 61.Lxh1 Kf7 sneuvelt Wits laatste pion.
    Aronian ging nu door naar de finale, die hij won; Bacrot werd derde.

Bijna hetzelfde eindspel met ongelijke lopers was al eens eerder ten onrechte opgegeven.

Zwart aan zet
Najdorf - Camara, Mar del Plata 1961

'Ongelijke lopers, ongelijke spelers,' - misschien ging dat schaakgezegde Zwart door het hoofd toen hij in deze stelling opgaf tegen zijn beroemde tegenstander. Maar op dezelfde manier als Bacrot had hij remise kunnen maken: 36...Kf4 37.Le2 Ke3 38.Ld1 Kd2 39.La4 Ke3 en nu 40.Lc6 Kf4 gevolgd door g5-g4 met afruil van de laatste pion, of 40.Ld1 Kd2 met herhaling. Zwart kan met die wending ook wachten tot hij op a7 zijn loper tegen Wits vrijpion heeft moeten geven.

Er werd in die World Cup nog een andere enorme fout gemaakt in een simpel lopereindspel, maar eerst dit.

Wit aan zet
Ermokhina - Klishina, Rusland 1999

Uit het Russisch kampioenschap voor meisjes onder de 14. 57.Lxe4! Een veiliger weg naar remise dan Ke2 57...g4+ 58.Kxg4 Kxe4 Zwart heeft nu de 'verkeerde randloper', maar: 59.Kh5? 59.h4 maakt remise; na Kh5 en een opmars van de g-pion wordt Zwarts laatste pion afgeruild. 59...Kf3 60.g4 Nu is het te laat voor h4, en ook na 60.Kg6 Kg4 61.Kf6 Kh3 bereikt Wit het reddende veld h1 niet meer. 60...Lg5! 61.h4 Als de loper nu moest wijken maakte g5 remise, maar: 61...Kf4! en Wit gaf op.
    Meisjes onder de veertien? In de World Cup maakte Minasian met Wit tegen Van Wely precies dezelfde fout. In de stelling Wit: Kg2, h2, g3 tegen Zwart: Ke2, Le1, h7 had hij alleen maar bij h1 moeten blijven, maar er volgde: 70.Kh3? Kf3 71.Kh4 Ld2 72.Kh5 h6 en er is exact dezelfde stelling ontstaan als na 59...Kf3 tussen de meisjes. Ook hier volgde: 73.g4 Lg5 74.h4 Kf4 en na 75.Kg6 Kxg4 gaf Minasian op.

Ik vond in mijn database nog drie andere partijen waarin de verdediger in precies deze verliesmogelijkheid trapte.

© Tim Krabbé, 2006








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site