OEROS IN REYKJAVIK

Toen Bobby Fischer op 1 september 1972 in Reykjavik op het podium werd geroepen om als wereldkampioen te worden gehuldigd, sprak hij geen dankwoord, zwaaide hij geen lof toe aan de organisatoren, roemde hij niet zijn tegenstander Spassky - hij scheurde zijn winnaarsenvelop open, en keek of de inhoud klopte. Daarna ging hij weer zitten.
    Dit detail, uit Bobby Fischer goes to war van de Engelse journalisten Edmonds en Eidinow (als Bobby Fischer trekt ten strijde ook hier uitgekomen; Ambo, € 22,95) kende ik niet. De meeste andere wel - de auteurs vertellen alles rond de Match Aller Tijden nog eens minutueus na. Vaak in het licht van de Koude Oorlog waarvoor Fischer en Spassky symbolen waren. In ieder geval volgens Fischer: 'Het is de vrije wereld tegen de leugenachtige, valse, hypocriete Russen. (...) Ik ben heel blij dat ik ze, als vrij mens, heb verpletterd.' Maar hij was met zijn botte gedrag voor iedereen, inclusief de vrije wereld, de bad guy en de gentleman Spassky de good guy.
    Ik stond weer versteld van Fischer, iemand met de wil en het inlevingsvermogen van een oeros. Hij had een beslissende voorsprong op iedereen omdat hij voortdurend met zelfvernietiging dreigde. Dat gaf hem macht: over Spassky die zo graag wilde schaken, de FIDE die niet zonder match wilde zitten, het complete land IJsland dat zich zo had verheugd en ingespannen, een contingent Amerikaanse miljonairs die bij dit bizarre sensatieverhaal wilden horen, en die als Fischers advocaten en beredderaars voor hem door het stof kropen. Zelfs de op één na machtigste man van de wereld, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Kissinger, moest er aan te pas komen toen Fischer niet naar Reykjavik wilde gaan. 'Hier spreekt de slechtste schaker van de wereld tot de beste schaker van de wereld. Pak die Russen!' Dat speelde een rol voor Fischer, net als een extra geldprijs - maar alles bleef fout: de schaakborden, de camera's, de kamers, het licht, de speelzaal. Het is alsof Fischer in Reykavik topprestaties leverde in twee volkomen verschillende sporten: hij liet daar het Meest Gepantserde Karakter Aller Tijden zien, en hij was de beste schaker van de wereld.
    Op onverwachte momenten kon Fischer ook verbijsterend toegeeflijk zijn. Bij de match Sovjet Unie - Rest van de Wereld in 1970 accepteerde hij het tweede bord achter Larsen, en in Reykjavik schreef hij een excuusbrief aan Spassky over zijn wegblijven bij de openingsceremonie, en zijn 'miezerige gesteggel over geld.' Hij wilde zelfs ineens om niets spelen; zijn advocaten moesten alle zeilen bijzetten om dat binnenskamers te houden. En na zijn reglementaire nul in de tweede partij speelde hij gewoon door. Hij vaagde Spassky weg.

Een minder bekende, maar spannende partij uit de match.

Spassky - Fischer, Reykjavik 1972, 19e partij
1.e4 Pf6 2.e5 Pd5 3.d4 d6 4.Pf3 Lg4 5.Le2 e6 6.O-O Le7 7.h3 Lh5 8.c4 Pb6 9.Pc3 O-O 10.Le3 d5 11.c5 Lxf3 12.Lxf3 Pc4 13.b3 Pxe3 14.fxe3 b6 15.e4 c6 16.b4 bxc5 17.bxc5 Da5 18.Pxd5 (zie diagram) 18...Lg5 Dat deed Fischer à tempo. Om te verbergen dat hij verrast was? Timman denkt van niet: 'Het zien van een opzichtige zet als Pxd5 - of het provoceren ervan - is kinderspel voor Fischer.' En het paard kan niet weg. Spassky speelt gedwongen, maar sterk op aanval. 19.Lh5 cxd5 20.Lxf7+ Txf7 21.Txf7 Dd2! Niet 21...Kxf7 22.Dh5+; niet 21...Le3+ 22.Kh2 Kxf7 23.Dh5+ Ke7 24.Tf1 Pd7 25.Df7+ Kd8 26.c6; niet 21...Pc6 22.Dg4 Kxf7 23.Tf1+ Ke8 24.Dxe6+ en ook niet 21...Dc3 22.Tf1 Pc6 23.Dg4 Dxd4+ 24.Kh1 Dxe5 25.exd5 exd5 26.Tae1 en Wit houdt voordeel 22.Dxd2 Lxd2 23.Taf1 Pc6 24.exd5 exd5 25.Td7 Le3+ 26.Kh1 Lxd4 27.e6 Le5 28.Txd5 Te8 29.Te1 Txe6 30.Td6 Kf7 31.Txc6 Txc6 32.Txe5 en remise na nog wat zetten.

© Tim Krabbé, 2004


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site