DE SCHAAKMAN VAN POWHATAN

Op 4 augustus overleed in de Powhatan gevangenis van Virginia in Amerika de 77-jarige Claude Bloodgood die in 1996, de 70 dus al voorbij, achter Kamsky tweede had gestaan op de Amerikaanse ranglijst. Zijn levensverhaal, zoals verteld aan Julian Borger van de Daily Mail & Guardian, luidt als volgt.
    Hij werd in 1924 als Klaus Frizzel Bluttgutt III geboren in La Paz in Mexico. Zijn vader, een Duitse spion, leerde hem schaken toen hij vijf jaar was, en al spoedig maakte Claude grote vorderingen. In 1941 werd hij in het geheim naar Duitsland gestuurd, waar hij in Kiel op de Marine Akademie een opleiding tot spion ontving. Hij gold als schaakgenie, en speelde tegen Canaris, Rommel en Himmler. Al spoedig, ondertussen Nazi-partijlid en bevorderd tot Leutnant, werd hij ingezet als onderzeeboot-koerier, die tientallen malen berichten naar zijn vader in Amerika bracht. Bij de laatste tocht, in 1945, liep zijn boot aan de grond, veel kameraden verdronken, anderen werden gearresteerd; Claude was de enige die ontkwam.
    Hij bleef nu in Amerika; toen de oorlog was afgelopen werkte hij op kermissen, en in 1954 ging hij bij de marine. Toen hij in een ziekenhuis lag, en daar een groepje filmsterren het moreel kwam opvijzelen, bevond zich onder hen ook de fervente schaker Humphrey Bogart. Die zag Claude schaken, en ze speelden een paar partijtjes, later ook bij Bogart thuis. Bloodgood speelde ook tegen Gary Cooper, David Niven, James Mason en Charly Chaplin, en was enige tijd getrouwd met de film- en musical-ster Kathryn Grayson.
    Rond 1960 won Bloodgood enkele kleine toernooien in Virginia, maar toen begon ook een criminele carrière van vervalsing, oplichting en inbraak, waardoor hij de helft van de jaren '60 in de gevangenis doorbracht. Toen in 1968 zijn vader overleed, eiste Claude zijn kindsdeel van het Nazi-goud dat die achterover zou hebben gedrukt. De familie scheepte hem af met 100 dollar, waarop hij zijn stiefmoeder vermoordde.
    Hij kreeg de doodstraf, en vanaf dat moment spoort zijn versie van zijn levensverhaal met de officiële. Een paar keer kwam Bloodgood tot op één dag van de elektrische stoel, tot in 1972 het Amerikaanse Hooggerechtshof alle doodstraffen opschortte. Een ramp voor Bloodgood, want in zijn dodencel had hij tweeduizend correspondentiepartijen tegelijk kunnen spelen, omdat terdoodveroordeelden gratis konden corresponderen. Daar stond tegenover dat Bloodgood nu buiten de gevangenis toernooien mocht organiseren, waar hij zelf in kon meespelen. Bij een van die uitjes wilde een bewaker hem en een andere gevangene dwingen om een gokhuis voor hem te beroven. De twee vluchtten met hun vriendinnen, maar werden spoedig gepakt.
    Daarna is Bloodgood nooit meer buiten geweest. Hij bleef schaken en er over schrijven; zijn boek The Tactical Grob over de opening 1.g4 is een klassiekertje. De laatste tien jaar organiseerde hij toernooien in de gevangenis, met ook deelnemers van buiten; door onvolkomenheden in het ratingsysteem rezen binnen die gesloten groep de ratings volledig de pan uit en werd Bloodgood zelfs even officieel de tweede speler van Amerika. Het werd snel ongedaan gemaakt. De laatste jaren van zijn leven heeft hij toch weer talloze correspondentiepartijen kunnen spelen.

Humphrey Bogart - Bloodgood, Santa Monica, 1955 1.d4 f5 2.Pf3 e6 3.e4 fxe4 4.Pg5 d5 5.f3 exf3 6.Dxf3 Pf6 7.Ld3 g6 8.Pxh7 Txh7 9.Lxg6+ Tf7 10.0-0 Lg7 11.Lg5 Pbd7 12.Pc3 Kf8 13.Lxf7 Kxf7 14.Tae1 c5 (zie diagram)15.Pxd5 exd5 16.Dxd5+ Kg6 17.Lxf6 Lxf6 18.Te6 Dh8 19.Df5+ Kf7 20.d5 Dh4 21.c3 Dg5 22.Dh7+ Dg7 23.Tfxf6+ Pxf6 24.Te7+ Kxe7 25.Dxg7+ Kd6 26.Dxf6+ Kxd5 27.Dd8+ en Zwart gaf het op. Een vreemd partijtje, want waarom speelde Bogart geen 22.Dxg5? Waarschijnlijk was Bloodgood hem aan het hustlen, maar het kan ook dat hij de hele partij verzonnen heeft.

Het stemt droevig de partijen van Bloodgood uit de databases na te spelen. Altijd weer datzelfde domme poginkje tot oplichting met 1.g4; die zielige vreugde die de levenslang opgeslotene beleefd moet hebben aan partijtjes als Bloodgood - Mizesko, 1975: 1.g4 e5 2.Lg2 Lc5 3.h3 Dh4 4.e3 Pf6 5.d4 exd4 6.exd4 Ld6 7.Pf3 en Zwart gaf op.

Of: Bloodgood - McKay, 1972: 1.g4 d5 2.Lg2 Lxg4 3.c4 e5 4.cxd5 Pf6 5.Db3 Dc8 6.Pc3 Pa6 7.d6 c6 8.Pb5 Onzin. 8...cxb5 9.Dxb5+ Ld7 10.Dxe5+ Kd8 11.d4 Dc4 12.Lg5 Db4+ 13.Kf1 Lxd6 14.Lxf6+ gxf6 15.Dxf6+ Kc7 16.Tc1+ Kb6 17.Tc3 Ka5 18.Tb3 Dc4 19.Dg5+ Lb5 20.Ld5 (Zie diagram) Dc2?? Na Dxd4 staat Zwart nog steeds gewonnen. 21.Txb5+ Kxb5 22.Lb3+ en Zwart gaf het op.

© Tim Krabbé, 2001


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site