HET TEKORT VAN DE BRUTE KRACHT

Het is alweer bijna drie jaar geleden dat Deep Blue van Kasparov won, maar er zijn nog steeds verbazende dingen die de schaakcomputer niet kan. Zie deze staaltjes van zowel zijn kracht als zijn zwakte - allebei in het Vierpaardenspel, en allebei voorgekomen in eigen vluggertjes op internet.

NN - TK, internet 1995: 1.e4 e5 2.Pf3 c6 3.Pc3 Pf6 4.d4 exd4 5.Pd5 Het gevaarlijke Belgrado-gambiet 5...Pxe4 6.De2 f5 7.Pg5 d3 8.cxd3 Pd4 9.Pxe4?! Normaal is hier Dh5+. Wat Wit wil met dat grappige Pxe4 is niet helemaal duidelijk, want zoals ik later ontdekte; al in een partij Szilagyi - Benkö, Boedapest 1950 was voor de hand liggend gevolgd: 9...Pxe2 10.Lg5 (zie diagram) 10...fxe4 11.Lxd8 Kxd8 12.Lxe2 exd3 13.Lxd3 c6 14.Pc3 d5 en Zwart stond gewoon een pion voor en won. Wat echter gemist werd door Benkö, uiteraard ook door mij in dat vluggertje, maar ook in de openingsencyclopedie van 1974 (die gaf 10...Le7 11.Lxe7 Dxe7 12.Pxe7 fxe4 13.Pxc8 exd3 14.Lxe2 dxe2 15.Pd6+ met gelijk spel) vond Rebel (naast Fritz de andere topcomputer van Nederlandse makelij) ogenblikkelijk toen ik hem de diagramstelling liet zien. In plaats van 10...fxe4 doet hij de typische computerzet 10...Pf4!, en blijft een stuk voor.

Het is om zetten als Pf4 dat men vaak denkt dat de computer tactisch vrijwel volmaakt speelt, maar juist hier zijn lacunes. Zie 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 Pf6 4.Lb5 Pd4 5.La4 Lc5 6.O-O O-O 7.Pxe5? d6 8.Pd3 Lg4 9.De1 (zie diagram) Pf3+! en Zwart wint. Een aardig vervolg dat ik een paar maal kon spelen is: 10.gxf3 Lxf3 11.Pf4 Pd5 12.Ph3 Pf4 en mat. Dat 9...Pf3+ heb ik met hulp van de computer tot winst voor Zwart geanalyseerd, maar Fritz noch Rebel kunnen die zet op eigen houtje vinden, al laat je ze uren denken. De varianten zijn te diep, terwijl voor een mens, die gerichter kijkt en over intuïtie beschikt, Pf3+ niet zo heel moeilijk te vinden is. Het is mooi dat intuïtie soms nog tegen de brute rekenkracht van een computer op kan.

De meest fantastische computerzet die ik ooit zag, een zet waar geen mens op zou komen, verscheen op mijn scherm toen ik deze beroemde (maar verzonnen) partij met de computer analyseerde:
Aljechin - NN, Moskou 1915: 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Pf6 4.Lg5 Lb4 5.e5 h6 6.exf6 hxg5 7.fxg7 Tg8 8.h4 gxh4 9.Dg4 Le7 10.g3 c5 11.gxh4 cxd4 12.h5 dxc3 13.h6 cxb2 14.Tb1 Da5+ 15.Ke2 Dxa2 16.h7 Dxb1 17.hxg8D+ Kd7 18.Dxf7 Dxc2+ 19.Kf3 Pc6 20.Dgxe6+ Kc7 21.Df4+ Kb6 22.Dee3+ Lc5 23.g8D b1D Aljechin beweerde dat hij nu won met 24.Th6 (Dxf1 25.Db4+ Db5 26.Dd8+ Ka6 27.Dba3 en mat) maar met 24...Lg4+ kan Zwart zich waarschijnlijk redden. Ik analyseerde: 24.Dxd5 Dbd1+ 25.Dxd1 Dxd1+ 26.De2 Pd4+ 27.Kg2 Pxe2 28.Th6+ (zie diagram) en toen Zwart hier 28...Ld6 speelde, dacht ik werkelijk even dat mijn computer gek was geworden, of dat ik een bug in Rebel had ontdekt. Ld6 is echter een volkomen gerechtvaardigde zet. Na 29.Txd6+ Kc7 30.Txd1+ Pxf4+ of na 29.Dxd6+ Dxd6 30.Txd6+ Kc5 blijft Zwart een pion voor, en na 29.Lxe2 Dd5+ 30.Lf3 Kc7! (nog zo'n typische computerzet) 31.Th7+ Kb8 staat Zwart beter. Jammer dat Rebel na een paar minuten zijn eigen geniale inval weerlegt met 29.Db4+ Kc7 30.Dc4+ en Wit houdt aanval. Zwart speelt daarom ten slotte toch 28...Ka5 (29.Lxe2 Dd4) en blijft ook hier een pion voor. Maar dat maakt Ld6 niet minder fantastisch.

    De fouten van de computer blijven het aardigst. In het diagram links ziet iedere schaker dat 1.Kb2 tot mat op de 6e zet leidt. Wat speelt echter Hiarcs, een van de sterkste programma's ter wereld? 1.Df7+ De verklaring is dat hij beschikt over een database met alle eindspelen van 2 pionnen tegen één. En vóór hij kijkt of hij mat kan geven, kijkt hij of hij een winststelling in die database kan bereiken, en dus kan ophouden met denken. En van het eindspel na 1...Kxf7 vindt hij dat Wit mat in 24 kan geven; een mat dat geen rekenen meer vergt. Liever lui dan moe, net een mens.

    Natuurlijk is dat een grappige bug die makkelijk te verhelpen zal zijn, maar het volgende zal de schaakcomputer waarschijnlijk nooit kunnen oplossen: (zie diagram) In A. Petrosjan - Hazai, Schilde 1970, kwam Zwart op de geniale gedachte de dreiging b6 met 45...Db6 te pareren. Ook als je alle computers van de wereld laat denken tot ze een ons wegen; er zal er geen bij zijn die niet 46.Pxb6+ speelt. Dat deed Petrosjan (niet de ex-wereldkampioen) overigens ook, om na 46...cxb6 47.h4 gxh4 48.Dd2 h3 49.gxh3 h4 tot de ontdekking te komen dat Wit en Zwart voor eeuwig gescheiden waren. Iedere redelijke schaker die rustig mag denken ziet dat hij niet de dame moet pakken, maar met een omgroepering pion a5 moet gaan winnen, en vervolgens de partij. Daar hoef je maar een paar stellingen voor te beoordelen. De computer beoordeelt er biljoenen - zonder te merken dat dat juist zijn beperking is.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |