SCHAAKZOEKTAAL

De liefhebber van bijzondere gebeurtenissen op het schaakbord was lang voor 99 % aangewezen op wat anderen hadden gepubliceerd - je kunt niet alles zelf naspelen.
    Toen de hele schaakgeschiedenis electronisch beschikbaar werd, veranderde dat, maar niet heel erg. Loperoffers op h7 en pionneneindspelen waren met de zoekfuncties van bijvoorbeeld ChessBase vindbaar, maar voor thema's die zich op ieder veld kunnen voordoen, waren die zoekmethodes ontoereikend.

Wit aan zet
Johner - Réti, Dortmund 1928

Neem deze stelling, die misschien nog nooit gepubliceerd is. Wit speelde het krankzinnig ogende 36.Te7; een zet waar je niet van af kunt blijven als je hem ziet. 36.Dd3 Dxh6 37.Ld2 had sneller gewonnen, maar ook nu was het niet moeilijk: 36...Dxe7 37.Pf7+ Kg8 38.Dh6 Dxf7 39.Txf7 Kxf7 40.Dh7+ Kf8 41.Ld2 Te6 42.Dh8+ Kf7 43.Dxd8 en Wit won.

Ik vond deze partij toen ik met een revolutionair nieuw programma, Chess Query Language (schaakzoektaal) zocht naar stellingen waarin een toren zonder schaak te geven winnend naar een ongedekt en minstens driemaal aangevallen veld gaat. Met de oude zoekmetoden kon dat niet; die zagen niet hoevaak een veld gedekt stond, en zouden deze zoek-actie voor alle 64 velden opnieuw hebben moeten doen. Met CQL kan je zoeken naar iedere schaaksituatie die maar enigszins definieerbaar is: drievoudige penpats, partijen met vier kwaliteitsoffers, losse schaakparades, dolle torens, trapjes. Het werd ontwikkeld door de studiecomponist Gady Costeff en de computergeleerde Lewis Stiller, die eerder furore maakte met zijn 'database'-eindspelen waarin de winst soms meer dan 250 zetten duurde. Het was bedoeld voor eindspelstudies, maar werkt even goed met grote partij-databases. Je hebt wel een krachtige computer nodig, maar dan ben je ook niet meer afhankelijk van wat anderen eerder mooi vonden; de hele schaakliteratuur ligt open om nieuwe ontdekkingen in te doen.
    CQL is te downloaden op Stiller's website.

Wit speelt en wint
A. Kotov & V. Korolkov, 1973

Een Zwickmühle die ik nog niet kende: 1.Th8 En niet 1.Txh2 gxh1D 2.Txh1 f2 3.Th8 f1D met remise. 1...gxh1D 2.Ld6+ Ka7 Nu brengt Wit eerst zijn loper gratis naar een beter veld. 3.Lb8+ Ka8 4.Lg3+ Nu is de witte koning beschermd tegen een schaakje. Na 4.Lxh2+? Ka7 5.Lb8+ Ka8 6.Txh1 f2 zou het weer remise zijn. 4...Ka7 5.Th4 f4 Anders mat. 6.Txf4 Kb8 7.Tf8+ Ka7 En nu eerst het gratis 8.Lb8+ Ka8 9.Lxh2+ om na 9...Ka7 10.Lb8+ Ka8 11.Lg3+ Ka7 12.Tf4 Kb8 eindelijk de buit binnen te halen: 13.Th4+ Kc8 14.Txh1 en Wit wint.

Wit speelt en maakt remise
D. Gurgenidze, 1975

Deze vond ik toen ik zocht naar wat ik de rups noem. 1.g6 fxg6 2.f7 Te6 3.e5 Txe5 4.e4 Te6 5.e5 Txe5 6.e4 Te6 7.e5 Txe5 8.Th1 Dat idee op zich bestond al; het is een vondst van Zepler uit 1929. 8...a3 9.f8D Tf5+ 10.Kg1 a2 11.Df6+ en remise.

© Tim Krabbé, 2004


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site