DE MYTHE VAN DE TIENDE PARTIJ (1)

Op 8, 9 en 10 februari 1910 (er werd tweemaal afgebroken en verdaagd) werd in Berlijn een partij gespeeld die tot mythe is geworden en waarover de polemiek tot op heden voortduurt. Zeker nadat in 1998 de Oostenrijkse schrijver Thomas Glavinic een roman heeft gepubliceerd waarin die partij centraal staat ('Carl Haffners Liebe zum Unentschieden' - Carl Haffners liefde voor de remise), en helemaal nadat de Duitse grootmeester Robert Hübner in een 56 bladzijden tellende artikelenserie in Schach de door die roman weer aangewakkerde mythevorming scherp heeft aangevallen.
    Het was de tiende en laatste partij van de match Lasker - Schlechter om het wereldkampioenschap. Lasker was al zestien jaar wereldkampioen, een waar schaakkoning die ook nu nog tot de grootste 3 of 5 spelers aller tijden wordt gerekend. Carl Schlechter, zijn 35-jarige uitdager, was een zachtaardige en bescheiden Wener. Hij wijdde, anders dan Lasker, zijn leven geheel aan het schaken - hij was openingstheoreticus, schaakrubricist en een succesvol toernooispeler; sinds een jaar of 15 hoorde hij bij de beste vijf tot acht spelers ter wereld. Hij had een solide stijl waardoor hij in heel wat toernooien remisekoning was geworden, maar als de gelegenheid zich voordeed kon hij ook heel scherp en briljant spelen.
    Schlechter stond, door een blunder in gewonnen stand van Lasker in de 5e partij, met 5-4 voor; alle andere partijen waren remise geworden. Lasker moest winnen om zijn titel te behouden; Schlechter had aan remise genoeg. De mythe wil nu dat zijn nobele natuur hem niet toeliet te doen waar hij zo goed in was; op remise spelen. Hij wilde het wereldkampioenschap niet aan Laskers blunder te danken hebben, en die laatste partij winnen.
    Glavinic besteedt twintig bladzijden aan de partij. Schlechter heet Haffner, maar omdat Lasker Lasker heet, en tot aan de zetnummers verder alles hetzelfde is, stel ik zijn tiende partij gelijk aan de historische tiende partij. Een samenvatting van Glavinic' beschrijving: Haffner zet de partij scherp op, en na een paar foutjes van Lasker komt hij zeer goed te staan. Hij kan makkelijk remise maken, maar speelt op winst. Hij ziet dat 35...Td8 eenvoudig wint, maar kiest voor een briljant kwaliteitsoffer dat de partij eeuwigheidswaarde zal geven. Als hij merkt dat hij zich heeft verrekend kan hij nog remise forceren, maar hij wil nog steeds winnen en gokt op een fout van Lasker. Die komt er niet, Lasker wint de partij, en behoudt zijn titel.
    Hübners ontmythologisering: 'Schlechters opbouw mislukt volkomen; na enkele zetten staat hij al verloren. In zijn opwinding merkt Lasker dat niet. Ten onrechte verscherpt hij de stelling verder, tot zijn tegenstander voldoende tegenkansen heeft. (...) Ten slotte kan Schlechter de spanning niet meer verdragen, en met een kwaliteitsoffer probeert hij een onmiddellijke remise te forceren. In het vervolg vergist hij zich echter en hij belandt in een nadelig eindspel dat hij verliest nadat beide partijen onnauwkeurig gespeeld hebben.'

Lasker - Schlechter, 10e matchpartij, Berlijn 1910
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.e3 g6 5.Pc3 Lg7 6.Ld3 O-O 7.Dc2 Pa6 8.a3 dxc4 9.Lxc4 b5 10.Ld3 b4 Glavinic: De agressiefste zet uit Haffners leven, maar gezond en sterk. Hübner: Schlechters 8e en 9e zet waren al zwak, maar dit maakt de zwarte stelling onhoudbaar. 11.Pa4 bxa3 12.bxa3 Lb7 13.Tb1 Dc7 14.Pe5 Ph5 15.g4 Lxe5 16.gxh5 Hübner: Na 16.dxe5 Pg7 17.f4 staat Wit gewonnen; nu staat hij alleen maar goed. 16...Lg7 17.hxg6 hxg6 18.Dc4 Lc8 19.Tg1 Da5+ 20.Ld2 Dd5 21.Tc1 Lb7 22.Dc2 Dh5 23.Lxg6 Hübner: nu gaat het initiatief over op Zwart. 23...Dxh2 24.Tf1 fxg6 25.Db3+ Tf7 26.Dxb7 Taf8 27.Db3 (27.Dxa6 Txf2 en wint.) 27...Kh8 28.f4 g5 Hübner: brengt Zwart weer in moeilijkheden. 29.Dd3 gxf4 30.exf4 Dh4+ 31.Ke2 Dh2+ 32.Tf2 Dh5+ 33.Tf3 Pc7 Glavinic: 'Rond Laskers koning die in het midden gebleven was, suisde een ijzige wind.' 34.Txc6 Pb5 Glavinic: Pd5 was goed voor remise, maar dit is sterker. Hübner: Pd5 en Pb5 zijn beide goed. 35.Tc4 (zie diagram
We zijn aangeland in de cruciale, mythische stelling. Glavinic: 'De uitdager had de wereldkampioen bijna geniaal weggevaagd. Als Haffner nu zijn toren naar d8 speelde, dan was Laskers stelling een puinhoop. Dan kon de Duitser meteen opgeven.' Hübner: Na Td8 verliest 36.Le3 (langs ingewikkelde wegen), maar 36.Ke1 (dreigt Th3) maakt remise (Dh1+ 37.Df1)
    In de diagramstelling offerde Schlechter met 35...Txf4 de kwaliteit. Volgens de mythe, en veel oude analyses, veranderde daardoor een winststelling in een remisestelling; Hübner laat zien dat een remisestelling bijna een verliesstelling werd. 36.Lxf4 Txf4 37.Tc8+ Lf8 38.Kf2 Hübner: 38.Td8 wint net niet wegens Pxa3! 38...Dh2+ Schlechter zag pas nu dat Dh4+ verliest na 39.Kg2 Dg4+ 40.Tg3 Dxc8 41.Dg6 39.Ke1 Dh1+ Glavinic: Haffner ziet zijn vergissing, en ook dat Dh4+ remise maakt, maar hij wil op winst blijven spelen en gokt op een fout van Lasker. Maakt Lasker die niet, dan verliest hij. Hübner: Dh4+ forceert remise, nu verliest Zwart. 40.Tf1 Dh4+ 41.Kd2 Txf1 42.Dxf1 Dxd4+ 43.Dd3 Df2+ 44.Kd1 Pd6 45.Tc5 Hübner: Tb8 wint snel; nu kan Zwart misschien remise houden 45...Lh6 46.Td5 Kg8 47.Pc5 Dg1+ Hübner: Kf7 geeft goede remisekansen; nu is het uit. 48.Kc2 Df2+ 49.Kb3 Lg7 50.Pe6 Db2+ 51.Ka4 Kf7 52.Pxg7 Dxg7 53.Db3 Ke8 54.Db8+ Kf7 55.Dxa7 Dg4+ 56.Dd4 Dd7+ 57.Kb3 Db7+ 58.Ka2 Dc6 59.Dd3 Ke6 60.Tg5 Kd7 61.Te5 Dg2+ 62.Te2 Dg4 63.Td2 Da4 64.Df5+ Kc7 65.Dc2+ Dxc2+ 66.Txc2+ Kb7 67.Te2 Pc8 68.Kb3 Kc6 69.Tc2+ Kb7 70.Kb4 Pa7 71.Kc5 en Zwart gaf het op. Lasker had zijn titel gered; hij zou langer wereldkampioen blijven (11 jaar) dan Schlechter nog zou leven (8 jaar).
    Er is meer over die partij, Glavinic' roman en Hübners reactie te zeggen; dat doe ik volgende week.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site