DE PRIJS VAN GOD (2)

Korte samenvatting van deel 1: de auteur maakt zich op om in Kazan zijn held te ontmoeten, Leonid Vladimirovitsj Jarosj, die als eerste de Babson Task, een onmogelijk gewaand schaakprobleem, heeft gecomponeerd.

In de voorbereidende correspondentie was ik zo onverstandig en ijdel om, ter nadere aanbeveling van mijzelf, te vermelden dat er eens een boek van mij in Amerika was verfilmd. Dat moet Jarosj de gouden bergen hebben voorgetoverd waar hij met zijn geniale scheppingen natuurlijk ook recht op had - en iemand die naar Kazan kwam, alleen maar om over een schaakprobleem te praten, dat moest wel een excentrieke miljonair zijn. Tussen de regels van zijn antwoordbrief zag het zwart van de dollartekens. Hij had 'for commercial negotiations' een manuscript (van 300 pagina's) van zijn onuitgegeven boek voor mij klaar, vroeg mij of ik een producer wist die een Babson-on-the-road show op poten zou kunnen zetten, en wilde graag de commerciële kant van onze samenwerking bespreken.
 
Jarosj demonstreert zijn eerste Babson Task
    En ik had hem alleen maar willen interviewen voor een mooi stuk, en voor een eigen boek waar ik geen cent aan zou verdienen! Maar de tragiek ontging me niet: in de Sovjet-tijd zou Jarosj' boek over de Babson Task in een oplage van tienduizenden verschenen zijn, terwijl hij nu niet kon verbergen dat het maar de vraag was of hij zijn 'Achtste Wereldwonder' überhaupt uitgegeven zou krijgen.
    Ik informeerde bij een paar schaakuitgevers, en wat ik eigenlijk al wist werd bevestigd; boeken over schaakproblemen zijn nauwelijks uitgeefbaar. Hoe geniaal Jarosj' scheppingen ook zijn, hoeveel eeuwen zijn naam ook zal voortleven in het schaken, zelfs een boek van hèm over de Babson Task, dat met z'n 300 nog uit het Russisch te vertalen pagina's een enorme investering zou vergen, zou op z'n allerbest net uit de kosten komen.
    Ik schreef terug dat ik niet als zakenman maar als bewonderaar naar Kazan kwam, maar bereidde me voor op de onderhandelingen die ik waarschijnlijk toch met mijn grote held zou moeten voeren om uit zijn manuscript te mogen citeren. Een paar dagen voor mijn vertrek kwam ik echter in het ziekenhuis terecht (niets ernstigs, dank u), en ik moest de reis afzeggen.
    Een Russische vriend belde voor me af. Jarosj bleek erg teleurgesteld; hij had al een TV-optreden en een ontvangst bij de burgemeester geregeld. Hij vroeg ook: 'Die meneer Krabbé, dat is toch wel een heel vermogend man?' Mijn vriend heeft mij toen, zoals het een goede vriend betaamt, als een arme schooier afgeschilderd.
    Na mijn ziekenhuisverblijf werd het contact weer opgenomen; Jarosj was nog steeds erg verlangend mij te zien, en vroeg mij nu te bemiddelen om zijn Babson-boek in het Westen gepubliceerd krijgen, 'tegen welke voorwaarden dan ook, als het maar verschijnt.' Ik vroeg hem het manuscript op te sturen, maar het Achtste Wereldwonder heb ik nog steeds niet in huis. Begrijpelijk misschien - we hebben in het Westen nu eenmaal óók dollartekens in de ogen, al moet het Jarosj ondertussen duidelijk zijn dat ik voornamelijk Babson Tasks in mijn ogen heb.
    Mijn laatste mail werd niet meer beantwoord, maar wel kreeg ik nog een algemeen rondschrijven van Jarosj waarin hij de opening aankondigde van zijn website The creative workshop of Leonid V. Yarosh. Alleen in het Russisch, maar met een interessante foto van de grote man die aan een demonstratiebord zijn eerste Babson Task laat zien.
    Wat later belde mijn Russische vriend; hij had op die site iets aardigs gezien: Jarosj' tarief voor een lezing van anderhalf uur over de Babson Task. Ik moest raden hoeveel hij vroeg. Aan de toon begreep ik dat dat veel was, en ik zei: 'Vijfhonderd dollar misschien?' Mis: tienduizend dollar. Bezwaarlijk voor de gemiddelde schaakclub, en we zouden er hartelijk om kunnen lachen, als dat bedrag niet toch ook midden in de roos was. Jarosj heeft iets onsterfelijks gecreëerd waarvoor hem onmetelijke rijkdommen zouden moeten toevallen, honderdduizend dollar per lezing van een kwartier wat mij betreft - maar zijn publiek is zo klein dat hij zelfs het boek waarin hij van zijn wereldwonder verhaalt, niet uitgegeven kan krijgen.
    Ik hoor nog wel van hem; ik hou u op de hoogte.

Na zijn eerste twee Babson Tasks uit 1983 (de tweede toonde ik hier vorige week) heeft Jarosj drie jaar later nog een derde gemaakt die pas onlangs in het westen bekend werd.
 

Mat in 4
Leonid Jarosj, 1986
1.g7
1...e1D 2.gxf8D Dxe5 3.f5 Dd6+ 4.Lxd6 mat
                          De3 3.Pxc5 en 4.Pe6 mat
1...e1T 2.gxf8D? Txe5! 3.f5 pat
           2.gxf8T! Txe5 3.f5 Kd6 4.Lxe5 mat
1...e1L 2.gxf8D? pat
           2.gxf8L! Kd8 3.Le7+ Ke8 4.Dh5 mat
1...e1P 2.gxf8D? Pxd3 3.??
           2.gxf8P! Kd8 3.Pe6+ Ke8 4.Dh5 mat
 

© Tim Krabbé, 2001


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |