MEERZETSPROOKJES

Als de partij het volle leven is, dan is de eindspelstudie het avonturenverhaal, de meerzet de roman, de driezet het gedicht, en de tweezet de academische literatuur. Van verhalen en romans heb ik altijd gehouden, en daarom heb ik mezelf voor mijn 60ste verjaardag, volgend jaar, getracteerd op twee compositietoernooien, één voor studies, en één voor meerzetten. Thema's zijn vrij; prijzen in beide afdelingen: 400, 200, 100, 2x50 en 2x25 Euro. Studies inzenden aan René Olthof, Achter het Schaapshoofd 7, 5211 MC 's-Hertogenbosch; problemen aan Henk le Grand, Heimanslaan 5, 6705 AD Wageningen-hoog. In beide afdelingen ben ik samen met een echte expert de jury; inzendingen tot 31 december 2002.
    Hoe geestig en mooi de verhalen kunnen zijn die in meerzetten worden verteld, zag ik onlangs weer in Dreiklang, een boek over drie grote hedendaagse Oostenrijkse componisten: Johandl, Wenda en Chlubna. Vooral Johandl bekoort mij. Als er zulke problemen zouden binnenkomen...

Mat in 7
A. Johandl, 1965
Bijna een partijstelling. De twee matzetten Pa4 en Pd7 worden gedekt door de zwarte toren, die dus niet kan spelen. Maar Zwart heeft genoeg andere zetten en 1.Lc7, om de toren met de dreiging Pd7 mat te plagen, wordt gepareerd door Le8. 1.Pc8 Dreigt Lb6 mat. 1...Tb7 2.Lh4 Dreigt Lf2 mat; op 2...e3 volgt 3.d4 mat. 2...Tf7 Het enige. 3.h3! De toren is weer gebonden, nu aan f2 en e7, maar ook het paard kan nu niet spelen, en Lf5 gaat niet wegens Lf2 mat. Zwart heeft alleen 3...Lh7, en nu draait het hele spel terug: 4.Ld8 (dreigt Lb6 mat) 4...Tb7 5.Pb6 (dreigt Pa4 mat) 5...Ta7 en nu de zet die in de beginstelling geen zin had: 6.Lc7! Want de parade die Zwart toen had, Le8, heeft hij niet meer. En dus: 6...Txc7 7.Pa4 mat.

Mat in 9
A. Johandl, 1969
In dit sprookje trekt een dappere loper er op uit om twee torens te vangen. 1.Lh5 dreigt 2.Pxf3 mat 1...Tb3 2.Le8 Dreigt Pxf5 mat. 2...Tb5 Het enige. 3.Lxb5 Geeft Zwart geen respijt, want er dreigt 4.Pxf5+ Kh5 5.Le8 mat 3...Txd6 4.Le8 Dreigt weer Pxf5 mat. 4...Td5 Na Tf6 5.Lh5 is Pxf3 mat onpareerbaar. 5.Lh5 Dreigt weer Pxf3 mat. 5...Td3 6.Lf7 Td5 Het enige tegen Pxf5 mat. 7.Lxd5 Hebbes; er is niets meer tegen 8.Pxf5+ en 9.Lf7 mat. Onbetamelijk geestig.

Mat in 6
A.Johandl, 1977
Denk hier eens beide dames en de zwarte Le6 weg. Dan zou Wit na 1.Tf1+ Pxf1 kunnen kiezen uit twee tweepaardenmatten; 2.Pdf2+ Kg1 3.Ph3+ Kh1 4.Pgf2 mat, en 2.Pgf2+ Kg1 3.Ph3+ Kh1 4.Pdf2 mat. Maar met Db3 en Le6 op het bord komt het beslissende veld h3 steeds gedekt te staan. Daarom eerst: 1.Dh3 De noodzaak g2 te dekken kost Zwart nu één van zijn dekkingen van h3, zodat steeds één paard dat veld kan blijven afschermen, om het andere ernaartoe te laten springen. In varianten: 1...Dd5 2.Dxh2+ Want eerst moet h3 weer worden vrijgemaakt. 2...Lxh2 3.Tf1+ Pxf1 4.Pd!f2+ Kg1 5.Ph3+ Kh1 6.Pgf2 mat. Of 1...Ld5 2.Dxh2+ Lxh2 3.Tf1+ Pxf1 4.Pg!f2+ Kg1 5.Ph3+ Kh1 6.Pdf2 mat.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site