HET JONGENSHUIS

Eén van de taken van een schaakwereldkampioen is de schaakwereld te voeden met nieuwe ideeën, en te sturen met opmerkelijke uitspraken. Dat deed Alexander Khalifman toen hij enige tijd geleden in een interview in Der Spiegel zei dat het toernooischaak zoals we dat nu kennen binnen vijf jaar zal verdwijnen. Er zullen dan per jaar misschien nog één of twee klassieke toernooien zijn, en verder alleen Internet-toernooien.
    Die boude bewering legde het blad 'Schach' voor aan 17 grootmeesters en andere experts. Daarbij bleek dat iedereen de grote rol erkent die het Internet bij schaken speelt, maar dat vrijwel niemand gelooft dat Internet-toernooien echt de gewone zullen vervangen. En dat helemaal niemand dat aangenaam zou vinden. 'Het gaat niet om wat we kunnen, maar om wat we willen,' zei de schaak-uitgever Arno Nickel; reizen is geen nadeel, maar juist een voordeel van toernooien. Christopher Lutz vatte de bezwaren samen door te zeggen dat het Internet het menselijk contact niet zal kunnen vervangen 'zolang er geen online-kroegen met cyber-bier zijn.' Hij heeft gelijk; wat vond ik het laatst heerlijk om na mijn vele Internet-geschaak eindelijk weer eens een echt vluggertoernooi te spelen, met geklak van stukken op tweehonderd borden, geklik van de knoppen op tweehonderd schaaklokken, en oude schaakvrienden die geen spat veranderd waren.
    Internet-schaak is een toevoeging aan, maar geen vervanging van het gewone schaak. Een probleem is ook dat er te makkelijk vals kan worden gespeeld. Op de ICC, de grote Internet schaakclub, zijn computer-bedriegers (spelers die een schaakprogramma gebruiken) een plaag; velen hebben stapels theorieboeken naast het scherm, en de ergste onsportievelingen simuleren in verloren stelling het verbreken van de verbinding. Inplaats van één scheidsrechter voor een heel toernooi heb je bij een Internet-toernooi twee scheidsrechters per partij nodig; één bij iedere speler. 'Spionnen,' noemt Sjirov ze in de Schach-enquete, en hij voegt er vilein aan toe: 'Als ik tegen Kasparov speel, hoe kan ik er dan zeker van zijn dat hij ook zo'n spion heeft?' Ik zou inderdaad niet graag de scheidsrechter zijn die Kasparov naar de WC moet volgen, om te kijken of hij daar niet een geheime verbinding heeft met Deep Blue.
    Het zou op den duur ondoenlijk zijn, met al die scheidsen, maar die zijn ook helemaal niet nodig als men het idee laat varen dat Internet-schaak op gewoon schaak moet lijken. Het voorbeeld ligt voor de hand: correspondentieschaak. Dat het overbrengen van de zetten daar een paar dagen duurt inplaats van een paar tienden van seconden is geen wezenlijk verschil. Waar het om gaat is dat de spelers onbespied zijn, en dus van theorieboeken, en tegenwoordig van computers, gebruik zullen maken. Bij correspondentieschaak, en ondertussen ook bij email-schaak, is dat allang aanvaard, omdat er toch niets tegen te beginnen is. Het best zou men het hele Internet-schaak als een soort 'Advanced Chess' kunnen zien, Kasparovs idee waarbij twee spelers, ouderwets tegenover elkaar zittend, gebruik mogen maken van computers. Internet-schaak zou op die manier een apart soort schaak worden, met eigen kampioenen en eigen taktieken, en geen moeizame en op den duur onmogelijke simulatie zijn van bij-elkaar-schaak. Dat overleeft alles. Netzomin als de brief, het telegram, de telefoon, de telex, en de e-mail er een bedreiging voor waren, is het Internet, die snelle postbode, dat.

Alsof hij Khalifman op zijn wenken wilde bedienen, zo heeft Kasparov in februari de opening van zijn grote Website KasparovChess (de opvolger van Club Kasparov) luister bijgezet met een eerste Internet-grootmeestertoernooi dat, in een finale tegen de Grote Baas zelf, gewonnen werd door onze eigen Jeroen Piket. Het was een echt Internet-toernooi, met scheidsrechters-aan-huis, en met allerlei technische problemen; zo moest de eerste finalepartij Kasparov - Piket worden geannuleerd wegens problemen met de verbinding. Op de site erkent men dat ruiterlijk, en die problemen worden natuurlijk ook nog wel opgelost. Maar dat Kasparov het eigenlijk verkeerd om doet (Advanced Chess als je bij elkaar zit; scheidsrechters als je niet bij elkaar zit), daar komt hij ook nog wel achter.
    KasparovChess is groots opgezet; een riant maar volstrekt chaotisch jongenshuis waar geld (Piket won twintigduizend dollar, de grootste prijs in zijn carrière) en smaak geen rol spelen. Het is een Belgisch kermisinterieur, met overal floepende, draaiende, knipperende, leukige schaakbordjes, pionnen en wereldbolletjes. Er is zóveel, en dat is zo onoverzichtelijk gepresenteerd, dat het me ondanks een uur zoeken niet lukte om een ronkend welkomstwoord van Kasparov dat ik wilde citeren, terug te vinden. Zelfs niet toen ik in zijn eigen zoekmachine new era en global invoerde. Maar voor wie van schaken èn van verdwalen houdt is het een paradijs. Je kan er chatten en schaken, live partijen volgen, recente partijen naspelen; in de 'KasparovChess University' dertig of veertig instructiefilmpjes met wel tien grootmssters bekijken (hoewel, ik heb me gekgedownload maar niet de universiteits-software aan de praat gekregen; een noodkreet aan de Webmaster strandde op een foutmelding); er zijn discussiegroepen, je kan er een gratis @KasparovChess.com email-adres krijgen (iets voor Karpov?), en er zijn talloze artikelen, rubrieken, columns, interviews, lessen, verslagen, kalenders. Voor veel daarvan moet je je als lid registreren. Dat is gratis maar het is ook, zo werd elders op het Internet gezegd, lastiger dan een partij tegen Kasparov winnen. Maar mij is het gelukt!

Hier nog een bijzonder partijtje dat ik in een duister zolderkamertje van het jongenshuis vond. Het is een soort koffiehuispartij, gespeeld na afloop van een toernooi in Ierland. Wit is een negenjarige aanstaande wereldkampioen, Zwart een zestienjarige bijna-grootmeester.

Howell - McShane, Bunratty 2000
1.e4 c5 2.c3 Pf6 3.e5 Pd5 4.Pf3 Pc6 5.d4 cxd4 6.cxd4 d6 7.Lc4 e6 8.O-O Le7 9.Lxd5 exd5 10.Pc3 dxe5 11.dxe5 Le6 12.Te1 O-O 13.Pd4 Db6 14.Pxe6 fxe6 15.Te2 Lc5 16.Le3 Lxe3 17.Txe3 (zie diagram) Txf2 18.Kxf2 Tf8+ 19.Ke2 Dxb2+ 20.Kd3 Pb4+ 21.Kd4 Tf4+ 22.Kc5 Pa6+ 23.Kd6 Db6+ 24.Ke7 Tf7+ 25.Ke8 Dc7 en Wit gaf het op.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |