KHALIFMAN, DE EERSTE WERELDKAMPIOEN

'Ik herinner mij een interessant geval van een akoestische massa-hallucinatie, die zich enige jaren geleden bij een optreden van Garri Kimovitsj Kasparov in de Tschigorin-schaakclub in St. Petersburg heeft voorgedaan. Ik volgde de woorden van Kasparov, wiens machtige intellect en brede horizon buiten twijfel stonden en staan, met grote interesse. Maar plotseling hoorde ik duidelijk het volgende: Wanneer een bepaalde schaker kansen wil hebben in de strijd tegen mij, dan moet hij ook sponsors vinden om tot een passende match te komen. Natuurlijk kon dit in werkelijkheid nooit gezegd zijn, want dan was het niet over een tweekamp om het schaakwereldkampioenschap gegaan, maar over een wereldkampioenschap schaak-marketing. Doch merkwaardigerwijs hadden, zoals later bleek, alle personen die op dat moment in de zaal aanwezig waren, hetzelfde gehoord.'
  De stem die dit zegt (in het Duitse tijdschrift 'Schach') is sarcastisch en verbitterd. Het is die van de nieuwe wereldkampioen Alexander Khalifman, 'een arme Russische grootmeester van de tweede garnituur'. Jaren was hij een verschoppeling die niet bij de 'Linares-guys' mocht horen, de elite-groep die in supertoernooien elkaars ratings, en daarmee de illusie dat zij de wereldtop zijn, in stand houden. Als Khalifman vroeg waarom hij met zijn 2650 niet mee mocht doen kreeg hij te horen dat hij eerst maar eens 2660 moest halen. Had hij dat, dan moest het ondertussen 2670 zijn. 'Ik begreep dat ik R+10 nodig had, waarbij R mijn rating van het moment was.'
    Schach vroeg een aantal grootmeesters te reageren op Khalifmans nepotisme-beschuldiging. Een kleine meerderheid was het met hem eens. Maar Kramnik berekende gewoon de score over de laatste vijf jaar van de Linares-guys tegen, zeg maar, de Khalifmannen: 63 % - een ratingverschil van bijna 100.
    Nu Khalifman op zijn 33ste, na zijn alcoholisme te hebben overwonnen, FIDE-wereldkampioen is geworden, zou de wraak heerlijk moeten zijn, maar hij wordt natuurlijk juist gehoond: hoort hij nu thuis in het rijtje Lasker - Capablanca - Fischer? Hij ziet zich gedwongen tot defensieve uitspraken: 'Kasparov is de sterkste schaker, maar dit is het enige officiële wereldkampioenschap, en ik heb gewonnen.'
    Natuurlijk hoort hij niet in dat rijtje thuis, en is het wereldkampioenschap met dat knock-out toernooi van Las Vegas gefrivoliseerd, maar dat maakt die hoon nog niet terecht. Of een wereldkampioenschap geacht wordt de sterkste aan te wijzen hangt af van de traditie van een sport. In sommige sporten is een Olympische titel het hoogste, in andere (voetbal, tennis, wielrennen) telt die niet. Tennis heeft niet eens een wereldkampioenschap. Het aardige van het wereldkampioenschap wielrennen is dat het vaak gewonnen is door de sterkste (Merckx), maar soms als opening van een carrière (Janssen); als bekroning van een oeuvre (Gimondi); soms door een onwaardige (Müller), en soms door een Khalifman als Knetemann.
    'Maar bij schaken hadden we een andere traditie!' zal men zeggen. Zeker, maar die duurt op twee manieren voort. Kasparov zal ooit voor voortzetting van het klassieke rijtje wereldkampioenen zorgen (zijn match tegen Anand staat nu voor voorjaar 2000 gepland), en als we willen weten wie de sterkste is, zoeken we dat op in de ratinglijst. Khalifman is de eerste wereldkampioen in een nieuwe traditie; hij hoort thuis in een rijtje dat met hem is begonnen. Dat rijtje kan er best bij: Las Vegas was een spannend toernooi, en de schakers hebben er goed verdiend.
    Hoewel, sommigen moeten lang op hun prijzengeld wachten, en de FIDE schijnt definitief in handen te zijn gevallen van de Russische mafia. Het is maar de vraag wie het langer zal volhouden: de FIDE of Kasparov. Als de FIDE niet opnieuw zo'n toernooi voor elkaar krijgt, dan was Khalifman behalve de eerste ook de laatste wereldkampioen.
    Sport kan niet zonder toeval, maar misschien was de toevalsfactor in Las Vegas te groot. Khalifman was een qualifier, en in die voorronde had hij twee barrages nodig tegen de Indiase grootmeester Barua.
Wit aan zet 
Barua - Khalifman 
2e barrage, 1e partij
Khalifman staat een pion achter en slecht, en Wit geeft nu de doodsteek. 34.e6 fxe6 35.Lxe6+ Dxe6 36.Txe6 Txe6 Maar mischien omdat het toch niet meteen uit is lijkt hij in een soort paniek te raken. 37.Td6 Te1+ 38.Kh2 Tf8 39.Dd2 Tff1 40.Txc6 bxc6 41.Dd7 h5 42.h4 Te4 43.Dd8+ Kh7 44.Dg5 g6 45.Dd8 Tff4 46.Dd7+ Kh6 47.Dd2 Kh7 48.Dd7+ Kh6 49.Dd2 Kh7 remise.
    In de tweede partij van die barrage liet Barua zich laat in een remise-eindspel flessen, en Khalifman kon het avontuur voortzetten.
    Overigens beschouwt de wereldkampioen zich sinds september vorig jaar niet meer als beroepsschaker. Een invitatie voor het Hoogovens-toernooi van 2000 heeft hij afgeslagen; hij vindt zijn Grandmaster Chess School in Petersburg belangrijker. Te vinden onder http://www.gmchess.spb.ru

© Tim Krabbé, 1999


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site