HET KRANKZINNIGE EN HET ONBEGRIJPELIJKE (24 december 2005)

Componisten van schaakproblemen willen graag krankzinnige zetten laten zien. Het mooist is het om die krankzinnigheid te verbergen achter onbegrijpelijkheid.

Mat in 5
Schneider, 1977

Het is aardig om hier eerst de oplossing te geven, en dan te proberen die te begrijpen. 1.Ka8 Hoe kan dat bijdragen aan het matzetten? En waarom dan niet Kb8? 1...Th8+ en nu de krankzinnigheid: 2.De8 Er volgt 2...Txe8+ 3.Ka7 En Zwart kan het mat op g2 alleen uitstellen met 3...Ta8+ 4.Kxa8, gevolgd door 5.Pg2 mat.
    Waarom loopt dat zoals het loopt? In de beginstelling kan geen enkel zwart stuk spelen wegens onmiddellijk mat. Maar daar heeft Wit niet veel aan want Zwart is niet in tempodwang, hij heeft genoeg pionzetten. Wit moet dus iets aanvallen. 1.Dg3 met de dreigingen Pd3 mat en Dxh2 ligt voor de hand, maar nu Dxd2 mat eruit is, dekt 1...Da3 alles. Misschien kan dan e2 worden aangevallen. Maar 1.Te7 heeft geen zin, want na 2.Dxe2+ komt d1 vrij. Als dame en toren andersom stonden, zou er wel zoiets dreigen, maar 1.De8 maakt 1...Db2 2.Te7 c1P mogelijk.
    Een ander aanvalsobject is Th2, die g2 moet blijven dekken. Maar na 1.Th7 volgt 1...Txh7+ (met schaak!) en 2...Th2, en Wit is alleen maar zijn toren kwijtgeraakt. Met 1.Ka8 haalt Wit dat schaak eruit; dan dreigt 2.Th7. 1...Th8+ Zwart moet wel, anders voert Wit de dreiging uit, bijvoorbeeld 1...f5 2.Th7 Da1 3.Txh2 Dh8+ 4.Txh8 en Pg2 mat. Het krankzinnige 2.De8 is opnieuw een poging om de toren van g2 weg te lokken; na 2...Txe8+ kan hij dat veld niet meer dekken. Wel moet Wit dan niet onvoorzichtig 3.Kb7? spelen, want na 3...Tb8+ 4.Kxb8 Lh2 lukt het niet meer. Maar na 3.Ka7 Ta8+ 4.Kxa8 is het op de volgende zet mat.
    Kortom, Zwart mag de dame niet slaan; hij moet terug: 2...Th2 Maar nu heeft Wit met 3.Te7 de omwisseling van zijn oorspronkelijke plan bereikt; er is dan niets meer tegen 4.Txe2+ Lxe2 5.Dxe2 mat.
    En waarom niet 1.Kb8? Dan volgt er 1...Th8+ 2.De8 en nu Lh2! en met zijn gepende paard kan Wit niets beginnen.

De Oostenrijker Stefan Schneider (1908 - 1980) was een geniaal componist van dat soort geestverruimende problemen. Een andere grootheid op dat gebied was de Duitser Theodor Siers (1910 - 1991).

Mat in 4
Siers, 1942

Ook hier een sleutelzet met de koning. Maar hoe kan 1.Ke8, waarmee Wit midden in een promotieschaak gaat staan, helpen bij het matzetten? Een tipje van de sluier is de poging 1.Pxe2++ Ke4 2.Dxg5 - dan staat Zwart pat. Toch zal Wit, om Zwart niet te laten ontsnappen, met zijn paard naar e2 moeten. De grap is nu dat hij dat pas moet doen als de zwarte pion dat veld heeft verlaten. En dat bereikt hij met de tempozet 1.Ke8. Dat hij na 1...e1D+ schaak staat, is bijzaak. Er volgt 2.Pe2++ Ke4 3.Dxg5 en nu komt de pointe van 1.Ke8 aan het licht - alleen met die eerste zet kon Wit voorkomen dat Zwart nu een schaakje met de nieuwe dame heeft. Het is mat op de volgende zet met De5, Df5 of f3.

© Tim Krabbé, 2005


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site