DE LEGE WERELD VAN HET TOPSCHAAK

Wat blijft er over van schaken als je het schaken eruit verwijdert? Niet veel, zo blijkt uit de 'schaakroman' Het geheime wonder van Dirk Jan ten Geuzendam. Een debuut, maar als schaakmedewerker van Vrij Nederland en NRC/Handelsblad, en vooral als hoofdredakteur (samen met Timman) van het toonaangevende blad New in Chess is Ten Geuzendam al jaren een internationaal gerespecteerd schaakjournalist. Hij heeft alle groten vele malen gesproken, zelfs Fischer. Hem slechts één keer, maar dat is meer dan al zijn collega's bij elkaar.
    Nu dan een roman, met als uitgangspunt het toernooi van Linares '99. 'Schaakroman', staat er op het omslag, maar dat maakt het boek niet waar, want zetten en diagrammen ontbreken nu juist smartelijk. En dat een roman die over schaken gaat 'schaakroman' zou moeten heten is onzin - dan zou de wereldliteratuur uitsluitend bestaan uit liefdes-, oorlogs-, misdaad- en walvisvangstromans.
    Maar behalve geen schaakroman is Het geheime wonder ook geen roman - alles wat je van een roman zou kunnen verwachten, zoals een verhaal, ontbreekt. Zelfs in het toernooi gebeurt niets want als de ik-figuur, de journalist Ten Geuzendam, in Linares arriveert zijn er nog maar vijf ronden te spelen, en is Kasparov al niet meer in te halen.
    Wat is dit boek dan wel? Ik vrees dat Ten Geuzendam bezweken is voor het misverstand dat schaken boeiend moet worden gemaakt voor de niet-schaker. Maar ten eerste is schaken (als het niet over Fischer gaat tenminste) niet boeiend voor de niet-schaker, ten tweede is het ook nergens voor nodig dat het dat wel is, en ten derde is een boek over schaken waarin partijen beschreven worden inplaats van genoteerd, frustererend voor de wel-schaker. Wat Kasparov en Anand ooit ook zullen zeggen of doen - het zal nooit boeiender zijn dan een mooie partij tussen die twee.
    Ten Geuzendam is een kenner, en een liefhebber, en daarom is het haast genant hem tevergeefs zijn best te zien doen de buitenstaander met de buitenkant van het schaken te boeien, inplaats van de schaker met het wezen ervan. Natuurlijk zijn er wel goede schaakverhalen, maar het beeld dat hij schetst van de wereld van het topschaak en de daaromheen hangende journalisten en kiebitzers is, onbedoeld neem ik aan, van een huiveringwekkende leegte. Er gebeurt niets. Men vraagt elkaar wie er beter staat, met welke trein men is aangekomen, wanneer men weer weggaat; of men meegaat om een glaasje te drinken of zich juist gaat voorbereiden op de volgende partij. Men gaat slapen, men staat weer op. Men noemt Kasparov 'Gazza' of 'God'; Ivanchuk 'Tsjoek' en Anand 'Vishy'. Kramnik heeft moeite met slapen, Arvind heeft Windows op zijn laptop. Er zijn natuurlijk ook wel aardige details: Anand maakt in India reclame voor een geheugenpil; de Indiase pers durft niet te schrijven dat hij niet meer in India (maar in Spanje) woont; de auto die Kasparov een keer in Linares won is onderweg naar Moskou van de trein gevallen; Ivanchuk gaat in het restaurant op Kasparovs stoel zitten om 'diens geest in zich op te nemen'; Kasparov bepaalt bij het eten ook het menu van zijn secondant Dochoian; Timman geeft Dirk Jan een boek kado waar een datum in voorkomt die op de dag af 50 jaar geleden is. Erg veel meer is er niet. Vader Kamsky geeft zoon Kamsky een klap.
    Zelfs wie zou delen in Ten Geuzendams misverstand dat de mens-achter-de-sportman interessant zou zijn, komt er bekaaid af. Hij maakte me wel begaan met het lot van zijn Indiase collega Arvind, die Anand over de hele wereld achterna moet reizen om in schaakperskamers te zitten en steeds maar nieuwe Anand-stukken te schrijven. Hoe leef je met zoiets? Wat schrijft hij eigenlijk in zijn duizendste stuk over Anand? Wat vindt Anand van hem? Haten ze elkaar? Hoopt hij nog ooit hieraan te kunnen ontsnappen? Maar over Arvind komen we niet méér te weten dan dat hij eens vanaf het dak van een flatgebouw een naakte vrouw heeft proberen te zien, en dat hij nu weliswaar even dik is als zijn vader op die leeftijd was, maar verwacht later even slank te worden als die nu is.
    Er komt bij dat Ten Geuzendam, toen hij eenmaal besloten had 'roman' boven zijn sfeerbeeld te zetten, daar zo van geschrokken moet zijn dat hij ineens geen koffie meer drinkt maar alleen nog maar café con leche, en zinnen ging schrijven als: 'Het was de dag dat de tijd zich losmaakte van de kalender om als een biddende torenvalk boven Linares te gaan hangen.'
    Wat er interessant is aan schaken, dat is schaken.
Anand - Kasparov, Linares 1999, tiende ronde
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.f3 e6 7.Le3 b5 8.g4 h6 9.Dd2 Pbd7 10.O-O-O Lb7 11.h4 b4 12.Pb1 d5 13.Lh3 g5 14.hxg5 hxg5 15.exd5 Pxd5 16.Lxg5 'Anand en Kasparov jakkeren door tot de zestiende zet. Dan houdt Kasparov even in, pakt zijn dame op en plaatst deze met een kleine schroefbeweging op veld b6.' 16...Db6 'Ik beeld me in dat ik Anand even ineen zag krimpen bij het zien van Kasparovs nieuwe zet. (...) Dan neemt hij zijn kin in zijn linkerhand, buigt voorover en verdiept zich in de veranderde werkelijkheid.' 17.Lg2 Txh1 18.Lxh1 Tc8 19.Te1 Da5 20.f4 Dxa2 21.f5 Pc5 22.fxe6 Lg7 23.exf7++ Kxf7 24.Lxd5+ Hier had Anand remise moeten maken met 24.Df2+ Kg8 25.Df5 Lxd4 26.Dg6+ Lg7 27.Te8+ Txe8 28.Dxe8+ Kh7 29.Dh5+ enz. 24...Dxd5 25.Te7+ Kg8 26.Txg7+ Kxg7 (zie diagram)
    Vreemd genoeg gaat Ten Geuzendam voorbij aan dit moment. Het voor de hand liggende 27.Pf5+ faalt op Dxf5 (28.gxf5 Pb3+ en Zwart wint), maar Anand vindt een geniale remise-kans 27.Pc3! bxc3 28.Pf5+ Kf7 29.Dxd5+ Lxd5 30.Pd6+ Kg6 31.Pxc8 Kxg5 32.Pb6 Le6 33.bxc3 Kxg4 'Dat Kasparov nog wel even door wil gaan mag ook blijken uit zijn jasje, dat over de rugleuning van de stoel hangt en zijn Audemars Piguet-horloge, dat naast het bord ligt, beide een duidelijk teken dat er nog gewerkt wordt.' 34.Kb2 Kf4 35.Ka3 a5 36.Pa4 Pe4 37.Pb2 Pxc3 38.Pd3+ Ke3 39.Pc5 Lf5 40.Kb2 Pd5 41.Pb7 a4 42.c4 Pb6 43.Pd6 Ld3 44.c5 Pd5 45.Ka3 Lc2 46.Pb5 Pe7 47.Pa7 'Met opengesperde ogen kijkt Kasparov naar het paard van Anand, buigt zich voorover en voert met een korte handbeweging zijn antwoord uit.' 47... Kd4 'met de totale beheersing van een voetballer die een penalty inschiet vanuit stand, zonder aanloop.' 48.c6 Pd5 49.Pb5+ Kc5 50.c7 Lf5 'In een flits ziet Anand de minuscule nuance die door de loperzet van Kasparov ineens wordt uitvergroot tot een stommiteit die hij zichzelf niet zal kunnen vergeven.' Een zin om drie keer te lezen. Wit geeft op.

Dirk Jan ten Geuzendam, Het geheime wonder, Veen, ƒ 29,90

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |