DE MARSHALL DROOM

Wanneer het Marshall Gambiet weer eens in het schaaknieuws is, zoals onlangs bij het grote toernooi van Linares, dan gaat er iets door me heen. Een zomer lang, die van 1966, terwijl leeftijdgenoten de revolutie uitriepen, of op dijkjes lagen met meisjes, of gewoon schaaktoernooien speelden, analyseerde ik dat gambiet, dromend dat ik er een wapen van zou maken waarmee ik met Zwart geforceerd vanuit de beginstelling zou winnen.
    Het roemruchte Marshall Gambiet, bedacht en in 1918 voor het eerst gespeeld door de Amerikaanse kampioen Frank Marshall, ontstaat na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.O-O Le7 6.Te1 b5 7.Lb3 O-O 8.c3 d5 Een brutaal pionoffer waarmee Zwart het initiatief grijpt. 9.exd5 Pxd5 10.Pxe5 Pxe5 11.Txe5 Bij de première, tegen Capablanca, speelde Marshall nu Pf6, en verloor. Maar ook het later uitsluitend gespeelde 11...c6 is van hem. Er volgt meestal: 12.d4 Ld6 13.Te1 Dh4 14.g3 Dh3 15.Le3 Tegenwoordig is 15.Te4 populair, wat Lg4 verhindert en Th4 dreigt. Na 15...g5 probeert Wit dan, vaak met een kwaliteitsoffer, de aanval over te nemen. In Ponomariov - Adams, Linares 2002 (9e ronde) lukte dat: 16.De2 Pf6 17.Pd2 Lf5 18.f3 c5 19.Df2 c4 20.Lc2 h6 21.b3 cxb3 22.axb3 Tfc8 23.Lb2 Lb4 24.Te5 Lxc2 25.cxb4 Lg6 26.Tc5 Te8 27.Pf1 Tad8 28.d5 Pd7 29.Pe3 h5 30.f4 h4 31.f5 hxg3 32.hxg3 Lh5 33.d6 Te4 34.Tac1 Pxc5 35.bxc5 Kh7 36.Lf6 Tg8 37.d7 Th4 38.Dg2 Lf3 39.Dxh3 Txh3 40.Kf2 g4 41.Pf1 Th5 42.d8D Txd8 43.Lxd8 Txf5 44.Pe3 Th5 45.Lh4 en Zwart gaf het op. Het leek een zware slag voor het gambiet, maar al in de 14e ronde, in Ponomariov - Anand, kwam de Zwartspeler met een reparatie: 16...f5 Er volgde: 17.Lxd5+ cxd5 18.Te6 (zie diagram) 18...f4 Dit stukoffer levert remise op. 19.Txd6 Lg4 20.Df1 Dxf1+ 21.Kxf1 Tae8 22.Ld2 Lh3+ 23.Kg1 fxg3 24.hxg3 Te2 25.Le3 Txe3 26.fxe3 Tf1+ 27.Kh2 g4 28.Txd5 Remise gegeven; Wit heeft niets tegen eeuwig schaak. Anand had maar 5 minuten gebruikt; hij had dan ook de slotstelling thuis al op het bord gehad. Beide partijen laten zien hoe goed het Marshall Gambiet bij het ultra-woeste schaak van tegenwoordig past.

Maar in 1966 hield ik me bezig met de variant waarmee Spassky in de vroege jaren '60 voor een rivival van het Marshall Gambiet had gezorgd: (15.Le3) Lg4 16.Dd3 Tae8 17.Pd2 Te6 18.a4 f5 Spassky speelde bxa4 of Dh5, maar deze zet werd later de hoofdvariant. 19.Df1 Tot 1998, toen een amateur, Quigley, in een nieuwsgroep op internet de weerlegging toonde: het simpele maar nooit bekeken 19.axb5. Ik ging verder met: 19...Dh5 20.f4 Tfe8 21.Lf2 Sterker is, werd later ontdekt, 21.axb5 Txe3 22.Txe3 Txe3 23.bxc6 Te2 24.Lxd5+ Kf8 Dat had ik wel geanalyseerd, maar ik was verder gegaan met 25.h4, over het hoofd ziend dat 25.h3! zo goed als winnend is. Dat was een streep door alles wat mijn Marshall-zomer had opgeleverd - vooral door 21.Lf2 Te2 22.Txe2 Txe2 23.Dg2 h6 24.Lxd5+ cxd5 25.Dxd5+ Kh7 26.Dxd6 Txf2 27.Kxf2 Dxh2+ 28.Kf1 Dh1+ 29.Kf2 Ik herinner me dat ik hier lange tijd niet zag hoe Zwart verder kwam, en ik voel nog de vreugde toen ik ontdekte dat gewoon 29...Dxa1 toch wint. Zwart dreigt dan zowel Dd1 als Dxb2 met paardwinst en beslissende aanval. 30.De5 Dxb2 31.De3 bxa4! 32.d5 Wat anders? 32...a3 33.d6 a2 34.d7 a1D 35.d8D Dh1 Sneller winnen zou ongepast zijn. 36.Dh4 Dd1 37.Dd8 en de volgende lichting wordt opgeroepen:37...a5 38.c4 a4 39.c5 a3 40.c6 a2 41.c7 a1D 42.c8D (zie diagram) 42...Dg1 mat. Mat met zes dames op het bord - de ultieme Marshall-droom. Maar in werkelijkheid heb ik nooit ook maar iets van mijn analyses kunnen toepassen - de tegenstanders weken altijd eerder af.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site