EEN KOELBLOEDIG MEESTERBREIN

Enige tijd geleden publiceerde NRC/Handelsblad een portret van Volkert van der G., waarin twee dingen opvielen: zijn starre vasthouden aan regels, en zijn liefde voor schaken. De illustratie, meer dan een halve pagina groot, was een vage foto van Volkert, gezien door een transparant schaakbord met de vette tekst: 'Regels zijn regels en anders niets.'
    De boodschap was duidelijk: schakers zijn rigide. De meeste schakers die ik ken zijn aan de chaotische kant, maar we weten het: zo wordt er over ons gedacht. Dat heeft een brave clubspeler eens bijna het leven gekost.
    In januari 1931 kreeg Herbert Wallace, een 52-jarige verzekeringsagent in Liverpool, die thuis geen telefoon had, op zijn schaakclub te horen dat er voor hem was gebeld: een zekere Qualtrough wilde hem de volgende avond spreken over een verzekering. Toen Wallace ging, ontdekte hij dat het opgegeven adres niet bestond - en toen hij weer thuiskwam, dat zijn vrouw was vermoord. En, toen hij op verdenking van die moord gearresteerd was, dat alles op twee manieren uitgelegd kon worden: als Qualtrough bestond, dan had die hem met dat telefoontje weggelokt - maar als hij Qualtrough was, dan had hij op die manier geprobeerd voor een alibi te zorgen.
    Wallace werd schuldig bevonden, en ter dood veroordeeld. Daarbij moet hebben meegespeeld dat hij een schaker was, en dus een meesterbrein dat een geniaal plan koelbloedig kon uitwerken. In de ogen van publiek en pers maakte dat hem, de 'meesterschaker', al schuldig - hij was 'een man met een even briljante als verdorven geest, geoefend om vele zetten vooruit te denken, te voorzien wat de tegenstander zou doen.' De rechter die de doodstraf uitsprak heeft aan het eind van zijn leven gezegd: 'Vergeet nooit dat Wallace een schaker was.' De enigen in Liverpool die zich tegen dit beeld verzetten waren zijn clubgenoten, want Wallace was een vreselijke knoeier: 'Als hij moet hangen, dan toch eerder voor zijn partijen.' De verdediging heeft zelfs even overwogen in de rechtszaal aan te tonen wat een waardeloze schaker Wallace was.
    In hoger beroep werd Wallace vrijgesproken - iets uitzonderlijks in die tijd.

Ik heb hier al eens geschreven over de Amerikaanse topschakers Claude Bloodgood en Raymond Weinstein die echt moorden pleegden, maar de grootste moordenaar onder de schakers was Karlis Ozols. Voor de oorlog speelde hij voor Letland op schaakolympiades; na zijn emigratie was hij jarenlang een topspeler in Australië, en gedeeld nationaal kampioen in 1957.
    In de oorlog had Ozols een onder de SS vallend Lettisch commando geleid dat vele duizenden joden en zigeuners ombracht. Hij gold in Australië als de grootste daar levende oorlogsmisdadiger, maar de commissie die zijn zaak onderzocht werd opgeheven voor men aan een aanklacht toe was. Ozols, die de beschuldigingen ontkende, overleed in 2001 in 89-jarige leeftijd.
    Het sterkste toernooi waarin hij speelde was Kemeri (in Letland) 1937 - ook Aljechin, Keres, Flohr, Reshevsky, Tartakower en Fine speelden daar. Ozols werd gedeeld laatste. Ik koos zijn verliespartij tegen Landau, destijds na Euwe de beste Nederlander. Landau, een jood, kwam in 1944 om in een Duits concentratiekamp.

Landau - Ozols, Kemeri 1937
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.e3 c5 5.Pge2 Pc6 6.a3 Lxc3+ 7.Pxc3 cxd4 8.exd4 d5 9.c5 O-O 10.Le2 e5 11.dxe5 Pxe5 12.Lg5 d4 13.Pe4 Dd5 14.Pxf6+ gxf6 15.Lxf6 Dxg2 (zie diagram) 16.Dxd4? Pc6?? Vreemd: na 16...Dxh1+ 17.Kd2 Dxa1 18.Dxe5 Dg1 kan Wit opgeven. 17.Dd5 Nu staat Wit gewonnen. 17...Dg6 18.Dg5 h6 19.Dh4 Te8 20.O-O-O Te4 21.Thg1 Txh4 22.Lxh4 Kh7 23.Ld3 Lf5 24.Txg6 Lxg6 25.Lxg6+ Kxg6 26.Td7 Pe5 27.Td6+ Kh7 28.Lg3 Te8 29.Td5 Pc6 30.Td7 Te7 31.Txe7 Pxe7 32.Kd2 en Wit won spoedig.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site