DE GEHEIMZINNIGE ZINAR

De vorige aflevering ging over de pionnenkunstenaar N.D. Grigoriev, die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw met een kleine tweehonderd pionneneindspelen dat gebied grotendeels ontgonnen leek te hebben. Het heeft bijna een halve eeuw geduurd voor er een nieuwe pionnenkunstenaar opstond, de Rus Mikhail Zinar. Hij werd geboren in 1951, en publiceerde van 1974 tot 1990 bijna 300 pionnenstudies, waarin hij liet zien hoeveel meeslepends er op dat gebied nog te ontdekken viel. In 1990 verscheen er een boek, getiteld Harmonie in pionnen-studies van hem - en daarna verdween Zinars naam abrupt en voorgoed uit de schaakbladen. Nog geen herdersmatje is er nog van hem vernomen, en een speurtocht op internet heeft niets opgeleverd.

Wit speelt en maakt remise
M. Zinar, Sjachmatyi v SSSR, 1984

Wit zal zijn c-pion verliezen, en het tegenhouden van de h-pion lijkt Zwart toegang te verschaffen tot de witte vesting: 1.Kg5 Kxc6 2.Kh6 Kd5 3.Kxh7 Ke5 4.Kg6 Kf4 en Kg3 enz. En na 1.Ke5 Kxc6 2.Ke4 Kd6 3.Kxe3 Ke5 wint Zwart makkelijk met zijn 'verste vrijpion'.
    Alleen met het verbluffende 1.Kg7, waarmee Wit nog verder van zijn eigen pion weggaat, en tegelijk de zwarte pion een vrije loop geeft, is remise te bereiken. 1...h5 Na 1...Kxc6? 2.Kxh7 Kd5 3.Kg6 Ke4 4.Kg5 is Wit op tijd om Zwart tegen te houden - hij wint dan zelfs, maar daar gaat het niet om. 2.Kf6 Nu Wit de pion vrij baan heeft gegeven, voert hij een Réti manoeuvre uit om hem toch nog te pakken te krijgen. 2...h4 Zwart moet hollen, anders verliest hij. 3.Ke5 h3 4.Kd6 h2 5.c7 h1D 6.c8D en nu kan Zwart een eeuwig schaak niet ontlopen, bijvoorbeeld na 6...Dd1+ 7.Ke5 Dxe2 8.Db8+ Kc6 9.Dc8+ Kb5 10.Db7+ Ka4 11.Da7+ Kb4 12.Da3+ (of zelfs De7+), met remise.

Wit speelt en wint
M. Zinar, 1987

Wit staat drie pionnen achter, maar wint op slapstick-achtige manier. Na 1.g6 dreigt Wit naar e6 te lopen, en dan met h8D+ en Kf7 enz. mat te geven. 1...d4 De enige voorlopige redding. 2.Kf4 d3 Want nu zou Wit te laat komen. Maar het kost wel een pion: 3.Ke3 d5 Na 3...a5 4.Kxd3 gaat het sneller. 4.Kxd3 f4 Er dreigde weer (4...a5) 5.Kd4 f4 6.Kd5 f3 7.Ke6 f2 8.h8D+ Kxh8 9.Kf7 en mat. 5.Kd4 Dreigt Kxd5. 5...f3 6.Ke3 En daar gaat de volgende pion. 6...f5 7.Kxf3 Dreigt weer mat, dus... 7...d4 8.Kf4 d3 9.Ke3 a5 10.Kxd3 b5 11.Ke3 Want na 11.Kd4 f4 12.Ke4 (Ke5 f3 en Zwart promoveert met schaak) b4 13.Kxf4 a4 14.Kf5 a3 15.Ke6 axb2 16.h8D+ Kxh8 17.Kf7 b1D staat het matveld g6 gedekt. 11...a4 12.Kf4 b4 13.Ke5! De laatste finesse - pion f5 moet op het bord blijven; na 13.Kxf5 a3 14.Ke6 axb2 15.h8D+ Kxh8 16.Kf7 redt Zwart zich weer met b1D. 13...a3 14.Ke6 axb2 15.h8D+ Kxh8 16.Kf7 b1D 17.g7+ Kh7 18.g8D+ Kh6 19.Dg6 mat. Buitengewoon geestig.

Wit speelt en wint
M. Zinar, 1978

Na 1.b6 Kh2 2.b7 g2 moet Wit oppassen; 3.b8D is dan namelijk remise: 3...g1D 4.Dh8+ Kg2 5.Dg8+ Kxf3! 6.Dxg1 pat. Daarom: 3.b8T!, en nu 3...g1D 4.Th8+ Kg2 5.Tg8+ en Wit wint.
    Maar als Zwart op zijn eerste zet de andere kant op gaat? 1...Kf2 2.b7 g2 en ook nu moet Wit voorzichtig zijn: 3.b8D g1D 4.Db6+ Kxf3! 5.Dxg1 en weer is het pat. Maar: 3.b8L! g1D 4.La7+ en Wit wint.
    Twee verschillende minorpromoties in een natuurlijk pionnen-eindspel!

© Tim Krabbé, 2003


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site