DE SLAPELOZE NACHTEN VAN POGOSJANTS

Onlangs verscheen een klein boekje getiteld 'A (First) Century of Studies', waarin John Roycroft een eerste selectie van honderd studies heeft gemaakt uit het oeuvre van de Russische componist Erik (officieel Ernest) Pogosjants, die in 1990 op 55-jarige leeftijd overleed. Pogosjants, een wiskundeleraar, is waarschijnlijk de meest productieve schaak-componist aller tijden, met meer dan 6500 studies en problemen, waarvan er 4500 gepubliceerd zijn. Hij moet ook zo'n 4000 gedichten en aforismen hebben geschreven, die echter merendeels ongepubliceerd zijn gebleven.
    Roycroft beschrijft Pogosjants als een nogal naieve figuur die als jong en idealistisch communist openbaar kritiek uitoefende op de hoogste baas van de KGB, Sjelepin, en die daarom gearresteerd werd en maandenlang in een psychiatrische kliniek opgesloten. De injecties die hij daar kreeg bezorgden hem voor de rest van zijn leven hoofdpijn en slapeloosheid. Toch droeg hij ook later met trots zijn partij-insignes. Voor de schaakliefhebber zijn zijn slapeloze nachten een zegen geweest; Pogosjants pakte dan meestal zijn schaakbord, en keek of er wat moois tevoorschijn wilde komen. Dat gebeurde vaak, en de kwaliteit van zijn werk is even hoog als de kwantiteit. Pogosjants' vondsten lijken vaak rechtstreeks uit partijen afkomstig, en het spelverloop is meestal kort, krachtig, scherp gepointeerd en verbluffend.

Dit is een van Pogosjants' eerste studies, en nog steeds een van zijn
Wit speelt en wint
E. Pogosjants
1e Prijs, 
Shachmatnaya Moskva 1961
bekendste. De zwarte vrijpion moet worden tegengehouden. 1.Lf1 Lb5 2.Lg2 Lf1 Speelt op pat, want na het geforceerde 3.Lxf1 g2 zou Zwart na 4.Lxg2? op die manier remise hebben bereikt. Maar met 4.Pg3! kan Wit toch winnen. De pointes zijn dat na 4...Kxg3 5.Lxg2 of 4...gxf1D 5.Pxf1 pion f3 in leven blijft, terwijl na 4...g1D duidelijk wordt dat de zwarte vrijpion in zekere zin gepend stond; nu het veld h3 door het opschuiven van die pion weer door Wit gedekt staat, is 5.Pf5 mat. Voor de fijnproevers is het fraai dat op twee momenten (2...Lf1 en 4.Pg3) een stuk naar een veld gaat dat zojuist door een vijandelijk stuk is verlaten.

 

White to play and draw
E. Pogosjants
2nd Prize
Sjachmatniy v SSSR 1963
 
Wit staat een stuk achter, maar zijn vrijpion is lastig. Niet na 1.exd7; dan speelt Zwart Le5+ en Lc7 en wint met zijn overmacht, bijvoorbeeld 2.Tf4 Lc7 3.Kg4 g6 Ook 1.g6 Le5+ 2.Tf4 (anders ontsnapt Th7 met een veilig schaak) 2...dxe6 verliest. 
    Na 1.e7 moet Zwart zijn toren met schaak zien weg te krijgen, want na 1...Kf7 2.g6+ zou hij zelfs verliezen. 1...Le5+ 2.Tf4! Anders komt die toren inderdaad goed weg, bijvoorbeeld 2.Kg2 Th2+ of 2.Kf3 Th3+, steeds gevolgd door Kf7. 2...Lxf4+ 3.Kg4! (3.Kxf4 Th4+ en Te4 of Kf7) Nu volgt op 3...Kf7 weer 4.g6+ en Wit wint. Daarom: 3...Th4+ Ontruimt h7 om Wit de slagzet gxh7 te ontnemen. Na 4.Kxh4 Kf7 zou Zwart nu geen enkel probleem meer hebben. Maar: 4.Kf5 Kf7 Na 4...g6+ 5.Kxg6 zou Wit zelfs winnen. Nu lijkt Wit dan toch geheel uitgepraat en dat is hij ook, maar op de verkeerde manier: 5.g6+ De zet waar alles om draait. 5...Ke8 (of Kxe7) pat.


Ook de volgende studie is weer zo'n ongekunstelde partij-achtige stelling. Maar het remise-idee is zo verbluffend dat ik me afvraag of ik ooit de oplossing zou hebben gevonden.
    De zwarte pion is niet tegen te houden; Wit moet proberen de gepromoveerde dame op te halen met een loperschaak. Maar 1.Lb6 (c1D 2.Le3+) faalt op Ke1 (2.Le3 Ld2)

Wit speelt en maakt remise

E. Pogosjants, 1e Prijs
Shakhmatnaya Moskva 1965
en de meeste koningzetten falen op 1...Ld4 en Zwart kan zijn loper er weer tussen zetten; bv. 1.Kf5 Ld4 2.La5+ Ke2 (niet Kd1 3.La4). Wit moet daarom tegelijk f4 vrijmaken en e3 dekken. Met 1.Ke4 Lg2+ gaat dat niet, dus 1.Kf3. Nu komt Zwart alleen verder door hem weer van dat veld te verjagen. Met 1...Le2+ lukt dat niet: 2.Ke4 Ld3+ 3.Kf3 enz., en Lf4+ blijft er steeds in. Maar: 1...Lg2+! 2.Kxg2 Ke3! Niet Ld4 3.Kf3 Le3 4.La5+ Kd1 5.La4 met remise.
    3.Kg3 Dreigt weer Lf4+ 3...Ld2 En sluit de allesbeheersende diagonaal weer. 4.Lf4+ Ke2 (Kd3 5.Lb5+ Kc3 6.Le5+ en Lb2) 5.Lf3+ Het lijkt alsof Wit alleen maar wat nutteloze boosheidsschaakjes geeft. 5...Ke1 Want wat nu? Ook in deze stelling valt de oplossing nog nauwelijks te zien. Die is: 6.Ld6!! De dreiging La3 dwingt nu promotie af: 6...c1D 7.Kg2! Dreigt Lg3 mat, en dat kan Zwart alleen pareren door veld d2 te ontruiumen. 7...Le3 Gaat hij langs de andere diagonaal weg, dan volgt er Lg3+ en Lf4+ met damewinst. Maar nu: 8.Lb4+ Ld2 9.Ld6 met zetherhaling en remise. De loper moest op de zesde zet naar d6; op c7 zou hij aangevallen staan, en vanaf b8 of e5 zou hij geen (goed) veld hebben om schaak te geven.

Het Pogosjants boekje kan besteld worden bij de goede schaakboekhandel, of à $ 9,95 (ex.) bij Russell Enterprises, PO Box 30, Milford, CT 06460 USA; of via het Internet bij hwr@chesscafe.com

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |