DE QUADRUPELPION

In zijn beroemde boek Kurzgeschichten um Schachfiguren (1955) gaf Kurt Richter alle voorbeelden van quadrupelpionnen die hij kende: vier. Het is een uiterst zeldzaam verschijnsel, en vóór de databases kwamen, had ik er zelf nog maar twee of drie nieuwe gezien. De verzamelaar was toen aangewezen op wat hij bij het bladeren tegenkwam - dan moest er wel een diagram aan zo'n quadrupelpion gewijd zijn.
    Nu zijn er databases met twee miljoen partijen, en zoektechnieken. Je voelt je, als je daarin neust, haast een overtreder, alsof je in het dagboek van een geliefde dingen leest waarnaar het nu juist zo leuk is om te gissen. De quadrupelpion blijkt in ongeveer één op de honderdduizend partijen voor te komen; ik vond er een kleine twintig. Daarmee bedierf ik een wereldrecord dat me een tijdje geleden door de Nederlandse subtopspeler Eric Knoppert getoond was.

Knoppert - De Ruiter, Baarn 1980
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lc4 e6 7.O-O Le7 8.Te1 O-O 9.a4 Dc7 10.Lb3 Pc6 11.Lg5 Pa5 12.La2 Ld7 13.Dd3 Tac8 14.Tad1 Pc4 15.Lxc4 Dxc4 16.Dxc4 Txc4 17.e5 dxe5 18.Pf5 exf5 19.Lxf6 gxf6 20.Txd7 Lb4 21.Txb7 Lxc3 22.bxc3 Txa4 23.Tb6 Kg7 24.h3 Tc8 25.f4 exf4 (zie diagram)
    De quadrupelpion leeft meestal maar kort; de meeste ontstaan even bij een ruil, en zijn een halve zet later alweer verdwenen. Richters langdurigste quadrupelpion hield het zes zetten vol. Dat maakt deze partij zo bijzonder: 26.Tb7 Tac4 27.Tee7 Tf8 28.Tb3 a5 29.Ta7 Te8 30.Tbb7 Tf8 31.Tb3 Tc5 32.Kf2 Kg6 33.Ta6 Td8 34.Ke2 Kg5 35.Ta3 Te5+ 36.Kf2 Td2+ 37.Kf1 Ted5 38.Tb3 Td1+ 39.Ke2 T5d2+ 40.Kf3 Niet alleen had Zwarts quadrupelpion zestien volle zetten geleefd; hij was ook heel sterk geweest, en hielp nu bij het matzetten. 40...Tf1+ mat
    Holland spreekt een woordje mee dacht ik, maar toen ik de computer liet zoeken of dit nu echt de langstlevende quadrupelpion was, vond ik deze partij:

Kovacs - Barth, Balatonbereny 1994
1.e4 Pf6 2.Pc3 d5 3.exd5 Pxd5 4.Lc4 c6 5.d4 g6 6.Pge2 Le6 7.Lb3 Pxc3 8.bxc3 Lxb3 9.axb3 Lg7 10.O-O O-O 11.f4 Pa6 12.La3 Te8 13.Dd3 Db6 14.f5 c5 15.fxg6 fxg6 16.Dc4+ e6 17.dxc5 Dc6 18.Tad1 b5 19.Pd4 Dxg2+ 20.Kxg2 bxc4 21.Pb5 Teb8 22.bxc4 (zie diagram)
    Wit heeft de meerderheid op de c-lijn, en houdt die de overige 23 zetten vast - het wereldrecord. 22...Tc8 23.Pd6 Tc6 24.Pe4 Tac8 25.Td7 T6c7 26.Td6 Tc6 27.Tfd1 Lf8 28.Txc6 Txc6 29.Td8 Kf7 30.Td7+ Le7 31.Txa7 h6 32.Lc1 g5 33.h4 gxh4 34.Lf4 e5 35.Lxe5 Te6 36.Pd6+ Kg6 37.Ld4 Pb8 38.Ta8 Pc6 39.Tg8+ Kh5 40.Pf5 Tg6+ 41.Txg6 Kxg6 42.Pxe7+ Pxe7 43.Kh3 Pc6 44.Kxh4 en er werd remise gegeven.

Beide record-quadrupelpionnen bleven steeds onbeweeglijk, maar er is een heel aardig thema waarbij zulke pionnen langzaam voorwaarts kruipen. Ik heb het eens het rupsthema genoemd. Hier zijn twee mooie rupsen: (zie diagram)

Wit geeft mat in 10
L. Tamkov, 1977
Wit wil Ka2 afdwingen om op de a-lijn mat te geven, maar hij moet de tempozetten van de rups pareren zonder dat mat uit handen te geven. 1.Kh2! is de enige zet die niets bederft. Nu moet de rups kruipen. 1...c3 2.Df1 c4 3.Dg1 c5 4.Dh1 c6 Maar hier is de rand van het bord. Daarom: 5.Df1! Ka2 6.Dxc4+ Ka1 7.Df1 en nu komt ook het achterdeel omlaag: 7...c4 8.Dg1 c5 9.Dh1 Ka2 En nu de bescherming van de koning verdwenen is: 10.Da8 mat



Wit geeft mat in 6
F. Lindgren, 1940

Hier lukt het alleen met wat beslist een mysterieuze torenzet genoemd mag worden: 1.Td1! En nu een dodelijke rups: 1...Kc6 2.d5+ Kxd5 3.d4 Kc6 4.d5+ Kxd5 5.d4 Kc6 6.d5 mat

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |