RÉTI's DUBBELE RACE (21 mei 2005)

In oktober 1921 verscheen in de Tsjechische krant Teplitz-Schönauer Anzeiger een stelling die 'in een partij in Berlijn' zou zijn voorgekomen.

Wit aan zet
Berlijn, 1921

Wit kon winnen met 1.Kxh8 Kxa5 2.c7, maar hij speelde 1.Txa6+? en na 1...Kxa6 2.Kxh8 h5 gaf hij het op. En dat was wéér een blunder, want nu had hij nog remise kunnen maken. Bijna iedere schaker weet hoe, want de beroemdste eindspelstudie is op het bord verschenen.

Wit speelt en maakt remise
R. Réti, Kagans Neueste Schachnachrichten, 1922

Wit lijkt kansloos, want zijn vrijpion is dood, en die van Zwart ligt een straatlengte voor. Na 1.Kg7 lijkt Zwart zelfs te kunnen passen. Maar na 1...h4 2.Kf6 dreigt Ke6(7) met promotie, dus: 2...Kb6 En nu 3.Ke5 met de dubbele dreiging zelf te promoveren, en Zwarts promotie te beletten. Na 3...h3 4.Kd6 h2 5.c7 Kb7 6.Kd7 is het remise. 1...Kb6 2.Kf6 h4 3.Ke5 komt op hetzelfde neer.

Maar die partij dan - die was er toch eerder? Heeft de grote Réti plagiaat gepleegd? Natuurlijk niet. In 1967 heeft onze landgenoot John Selman (die zoiets ook voor de Saavedra-stelling had gedaan) de oorsprong van de studie opgehelderd. Réti componeerde hem in de zomer van 1921. Maar hij publiceerde hem nog niet omdat hij een goede inleiding zocht. Toen hij in december nog niets gevonden had en bovendien tot het inzicht kwam dat zo'n inleiding geen verbetering zou zijn, stuurde hij hem naar het blad Kagans Neueste Schachnachrichten, dat hem plaatste in het april/juni-nummer van 1922.
    Réti was echter zo onvoorzichtig geweest zijn vondst al aan vrienden te laten zien - zo moet die als fake-partij, met die zogenaamde blunder ervóór geplakt, in die Tsjechische krant terecht zijn gekomen. Er zijn nog veel meer voortijdige publicaties geweest.

Réti had zelf de redactie van Kagans op een heel andere inspiratiebron gewezen.

Wit aan zet
Schlechter - Marco, Wenen 1893

52.Ke6 Kxb3 53.Kd7 Kxc4 54.Kxc7 Kxd5 55.Kxb6 Kc4 56.Kxb7 d5 en Wit lijkt verloren, want zijn vrijpion is gestopt en die van Zwart heeft vrij baan. Maar: 57.a4 Kb4 anders a5. 58.Kb6 remise. Of de witte pion loopt door, of de zwarte sneuvelt - de Réti-manoeuvre in de kiem.

Réti's studie wordt vaak gezien als een optische illusie: de weg van h8 naar h2 via e5 lijkt langer dan die via h5. Als je het met een meetlat meet is dat ook zo, maar in zetten niet.
    Ik zie het als een simpeler illusie - namelijk dat Wit, die steeds één zet lijkt te doen, er in feite steeds twee tegelijk doet: één waarmee hij zijn vriend op c6 gaat helpen, en één waarmee hij zijn vijand op h5 gaat verslaan. Hij loopt een dubbele race, terwijl Zwart bij iedere zet moet kiezen aan welke race hij meedoet, waardoor hij er altijd één verliest.
    Je kunt de Réti-manoeuvre ook zien als lange afstands-vork. Ook bij de oer-vork, na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 Lc5 4.Pxe5 Pxe5, kan je 5.d4 als twee zetten zien - één die Lc5 aanvalt en één die Pe5 aanvalt. En met één zet kan Zwart ze niet allebei redden, zomin als hij in de Réti-stelling pion c6 onder controle kan houden èn zijn vrijpion kan handhaven.

De volgende keer een paar mooie bewerkingen van Réti's idee.

© Tim Krabbé, 2005


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site