HARTENRUST (10 december 2005)

Enige tijd geleden verbood de belangrijkste geestelijk leider in Irak, de Sjiïtische Groot-Ajatolla al-Sistani, het schaken. Op zijn website www.sistani.org was hij duidelijk. Hij beantwoordt daar vragen over wat toegestaan of halal is (cricket, anale seks, orale seks mits er geen vloeistof in de mond komt) en wat verboden, of haram is. Schaken was 'absoluut verboden' en ook op een genuanceerdere vraag ('Is het toegestaan om te schaken teneinde de intelligentie te ontwikkelen, er vanuit gaande dat ik niet om geld speel en er geen kwade bedoelingen mee heb?') was het antwoord: 'Het is verboden om te schaken.'
    Omdat het mij niet zinde dat 'schaken' weer eens gelijk werd gesteld aan partijspelen alléén, stuurde ook ik een vraag in: 'Is het toegestaan om schaakproblemen te componeren en op te lossen? Dit is meer iets als het bedenken van raadsels en het scheppen van poëzie.'
    Ik kreeg spoedig 'in de naam van de Allerhoogste,' een geruststellend antwoord. Schaakproblemen waren niet haram, zolang het geen algemeen aanvaarde zienswijze was om deze bezigheid als spelen te beschouwen.
    Op zich was het verbod niets nieuws; zo kende Iran lang een schaakverbod en ook na opheffing daarvan, in 2000, zijn daar nog schaakborden verbrand. Maar er zijn ook richtingen in de Islam die schaken juist aanbevelen als iets dat de geest scherpt, op voorwaarde dat het gebed niet in het gedrang komt, dat er niet gegokt wordt, en dat de spelers niet vloeken. Overigens wordt schaken niet in de Koran genoemd, en heeft de Profeet er geen opvattingen over nagelaten. Dat zou ook niet kunnen, want het schaken bereikte Arabië en de Islamitische wereld pas eeuwen na zijn dood.
    Al-Sistani heeft later nog meer gezegd over schaken. Iemand die vroeg of internetschaken mocht, omdat daarbij geen stukken, maar symbolen op een scherm worden gebruikt, kreeg te horen dat schaken haram mutlaqan is, 'absoluut verboden onder alle omstandigheden.' Ook op de vraag waarom schaken eigenlijk verboden is, kwam een helder antwoord: het leidt tot uitspattingen en gokken. En al-Sistani sluit de discussie met: 'Wanneer wij de reden voor het verbod op een bepaalde daad niet kennen, dan moeten wij gehoorzamen in absolute gehoorzaamheid. Er is een reden voor die wij niet kennen, maar wanneer wij die niet kennen, betekent dat niet dat wij ons er niet aan moeten houden.'
    Sjatranj, de toenmalige vorm van het schaakspel, kende duizend jaar geleden een grote bloei in de Arabische en Islamitische wereld. Enkele regels en stukken waren iets anders, maar het was in wezen hetzelfde spel. Sommige eindspel-analyses en problemen (mansubat) uit die tijd zijn ook voor de schaker van nu nog prachtig. Vooral als torens en paarden de hoofdrol spelen, want net als de koningen en de pionnen bewogen die net zoals nu.

Wit speelt en wint
as-Suli, 10e eeuw

Het stuk op h3 is geen loper maar een Alfil, een 2,2 springer (zoals het paard een 2,1 springer is.)

Dit is het 'mat van Dilaram', de bekendste mansube. De roem van as-Suli (880-946) uit Bagdad was zo groot dat het nog eeuwenlang de gewoonte was om over een sterke schaker te zeggen: 'Hij speelt als as-Suli'. Pas veel later, in 1503, bedacht de Turkse dichter Firdusi er het verhaal bij. Een edelman had zijn lievelingsvrouw Dilaram ('hartenrust') ingezet en dreigde haar te verliezen, want hoe moest hij mat voorkomen?
    Hij zag het niet, maar Dilaram riep: 'Offer je torens, en niet mij!' En de edelman speelde: 1.Th8+ Kxh8 2.Af5+ (springt over het paard heen en dekt h7) Kg8 3.Th8+ Kxh8 4.g7+ Kg8 5.Ph6 mat.

© Tim Krabbé, 2005


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site