O, CALCUTTA

Er zijn hier de laatste tijd twee partijen ter sprake gekomen die tot de bekendste uit de schaakliteratuur horen, maar waarvan op zeker moment ontdekt is dat ze niet werkelijk gespeeld zijn. Adams - Torre, New Orleans 1920 was een door Torre verzonnen verliespartij van hemzelf om zijn leermeester Adams te eren; Aljechin - NN, Moskou 1915 (soms: Aljechin - Grigoriev) was een analyse van Aljechin die hij liet uitgroeien tot winstpartij.
    En nu heeft onlangs de Nederlandse meester Gerard Welling ontdekt dat een andere zeer beroemde partij, die talloze malen is afgedrukt als een triomf van durf en fantasie, in werkelijkheid ook slechts analyse was.
Steel - NN, Calcutta 1886
1.e4 e5 2.Pc3 Pc6 3.f4 exf4 4.d4 Dh4+ 5.Ke2 d5 6.exd5 Lg4+ 7.Pf3 O-O-O 8.dxc6 Lc5 9.cxb7+ Kb8 10.Pb5 Pf6 11.c3 The8+ 12.Kd3 Lf5+ 13.Kc4 Le6+ 14.Kxc5 a5 15.Pxc7 Dh5+ 16.Pe5 Pd7+ 17.Kb5 Dxd1 18.Lxf4 Dxa1 19.Ka6 Pxe5 20.Pxe8 f6 21.dxe5 f5 22.Le3 Txe8 23.Lb5 Dxh1 24.La7+ Kc7 25.Lc5 (zie diagram) Td8 26.Ka7 en Zwart gaf het op; hij gaat in enkele zetten mat.

Het oervoorbeeld van de 'winnende wandelkoning', maar er valt het nodige aan te merken op Wits fantastische aanval. Om te beginnen: in het diagram krijgt Wit voor het eerst in de hele partij voordeel door de blunder Td8. Met 25...Lc8! kan Zwart remise maken; Wit heeft dan niet beter dan zetherhaling door Lb6+, La7+ enzovoort.
    4.d4 is het beroemde Steinitz Gambiet, door hem geïntroduceerd in 1867. Het is vaak bespot en hoewel Steinitz er in serieuze partijen 15 uit 20 mee heeft gemaakt, zwoer hij het af toen hij er in 1897 in New York verschrikkelijk mee werd ingemaakt in een blindpartij tegen twee consulterende (en ziende) spelers. Anders dan Steel speelde Steinitz zelf altijd 11.Kd3, en er volgde die keer 11...Dh5 12.Kc3 a6 13.Kb3 axb5 14.c3 Txd4! Een aan Steinitz onbekende vondst van een Amerikaanse theoreticus, Shipley. 15.cxd4 Dd5+ 16.Kc2 Lf5+ 17.Kd2 Lb4+ 18.Ke2 Pg4 en Wit gaf het op.
    Steels 11.c3 is beter. Wit heeft dan remise in handen, maar na zijn torenoffer 18.Lxf4, dat steevast uitroeptekens krijgt, komt hij verloren te staan. Goed is 18.Pxd7+; in de vreemde stelling na 18...Kxb7 (Txd7 19.Lxf4 Dxa1 20.Kb6 en Zwart kan opgeven) 19.Pc5+ Ka7 20.Ka5 staat Wit waarschijnlijk niet slechter.
    Met 20...f6 verspeelt Zwart op zijn beurt de winst die bereikbaar is met 20...Td5 zoals Shipley al in 1883 had laten zien - vóórdat Steel-NN was gespeeld. Ook al in de vorige eeuw gingen de theoretische onderzoekingen soms tot voorbij de twintigste zet. De pointe van Td5 is 21.Lc4 Dxh1 22.Lxd5 Df1+ en Dxf4 en Zwart wint.
    Het bestaan van die analyses doet natuurlijk wel afbreuk aan de waaghalzigheid van Steel - NN; Zwart had alleen maar zijn theorie beter te hoeven kennen om met 20...Td5 te winnen. Ik had me daarom al wel eens afgevraagd of Steel - NN (zo'n naamloos slachtoffer is ook verdacht) in plaats van een echte partij misschien de briljante vondst kon zijn van een schaker die deze theorie had zitten bestuderen, en zoals Gerard Welling nu onomstotelijk aantoont: het is inderdaad een fake-partij.
    In het openingsnummer van Steinitz' tijdschrift 'The International Chess Magazine' (januari 1885, Amerika) is onder het hoofdje 'Chess in Calcutta', een partij te vinden tussen 'twee bekende en sterke amateurs uit die stad'. De 'elegante en instructieve partij' Steel - Ross die dan volgt is, op een zetverwisseling na, tot en met de 23ste zet van Zwart gelijk aan Steel - NN. Pas dan wijkt hij af met: 24.Lc5 Td8 25.La7+ 'en remise door eeuwig schaak'.
    Deze Steel - Ross maakt het al onwaarschijnlijk dat Steel een jaar later, opnieuw in Calcutta, waar de schaakgemeenschap klein moet zijn geweest, bijna dezelfde partij nog eens kon spelen. Maar verder bladerend vond Gerard Welling nog meer. In het januarinummer van 1888 van Steinitz' blad stond onder het hoofdje 'Een variant van het Steinitz Gambiet', een ingezonden brief van Steel zelf, gedateerd: Calcutta, 1 november 1887.
    'Ik heb mijzelf geamuseerd,' schrijft Steel, 'door nog wat te analyseren in een opmerkelijke variant van het Steinitz Gambiet waarvan U een voorbeeld publiceerde in uw eerste nummer, voorgekomen in een partij met deze opening tussen de heer Ross en mijzelf. Dat werd remise, maar ik neig ertoe te denken dat ik een geforceerde winst had. De stelling is buitengewoon belangwekkend en moeilijk, en ik denk dat de analyse plezier zal doen aan uw lezers, van wie velen van vuurwerk houden.'
    Die geforceerde winst van Steel berust op twee varianten. De eerste is (zie weer boven bij Steel - NN): 23...Dxb2 24.Lc5, waarna Zwart zijn dame voor Lb5 zal moeten geven, wat volgens Steel tot een voor Wit gewonnen eindspel met ongelijke lopers leidt. En tegen Ross' 23...Dxh1 had Steel ten opzichte van de partij (24.Lc4) een verbetering die hij tussen neus en lippen afdoet met de opmerking: 'Indien 23...Dxh1, dan 24.La7+ Kc7 25.Lc5 Td8 26.Ka7 en wint.' Dat maakt de zaak rond: een zet die Steel in 1887 als variant geeft, kan hij niet in 1886 in een partij gespeeld hebben.
    The Honourable Robert Steel (1839-1903) was een hoge Britse functionaris in Brits Indië - één van de uit 15 leden bestaande 'Council of India' die de kolonie bestuurde. Hij moet veel voor het Britse schaak hebben gedaan, maar zijn eigen onsterfelijke partij heeft hij slechts gekend als voetnoot in een analyse.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |