DE TOEKOMST VAN STELLWAGEN

Na vier ronden in het Nederlands kampioenschap ging de 16-jarige Daniël Stellwagen met vier punten aan de leiding. Hij kon onze jongste kampioen ooit worden, en er ging meteen een ploeg van Studio Sport naar Leeuwarden. Die een nuchtere gymnasiast aantrof, die wel zou zien waar het schip strandde.
    Stellwagen kent ongetwijfeld het wijze woord van Anand, al tien jaar geleden gesproken: 'Als je tegenwoordig op je veertiende nog geen grootmeester bent, dan kan je het wel schudden.' Toen was dat een grap met een element van waarheid, nu ìs het waar. Sergei Karjakin werd vorig jaar op z'n 12e grootmeester en dagelijks komen er nieuwe staaltjes bij. In juli werd de 12-jarige Magnus Carlsen derde in het Noorse kampioenschap; een 13-jarig Oekraiens meisje, Katherina Lahno, wint van de ene (mannen)grootmeester na de andere; Hikaru Nakamura werd op z'n tiende (Amerikaans) meester, won op z'n elfde een serieuze partij tegen een grootmeester en gehoorzaamde Anand door op z'n 14e zelf grootmeester te worden. David Howell uit Engeland won op z'n achtste een (rapid)-partij tegen John Nunn (ex wereld-top 10) en Stellwagen zelf versloeg als elfjarige in een toernooipartij de Finse grootmeester Rantanen. 'Die meneer is zeker lang geleden grootmeester geworden,' zei hij toen.
    Maar al is Stellwagen het grootste talent in Nederland na Timman, je ziet Anand fronsen: al zestien, en nog steeds geen grootmeester? Dat wordt hij natuurlijk nog, maar is hij al niet te laat voor de wereldtop? Stellwagen weet trouwens helemaal niet of hij wel profschaker wil worden.
    In Schaaknieuws gaf John van der Wiel, voor de vijfentwintigste achtereenvolgende maal deelnemer aan het Nederlands Kampioenschap, een weinig vrolijk beeld van zijn geliefde vak. 'De schakers worden steeds gedisciplineerder en platter: ze weten niet veel.' Vroeger moest je zelf zoeken en onderzoeken; nu vliegt de informatie je brein binnen via internet en databases; daarom weten jonge spelers zoveel en worden ze zo snel sterk. De wereldschaakbond is 'ondoorzichtig en corrupt'; mooie toernooien zijn verdwenen; in de open toernooien zijn de prijzen laag; sterke Oost-Europeanen met hun lagere levensstandaard komen hier de markt bederven. 'Voeg daarbij de huidige economische malaise en stel me dan de vraag: "Vindt u dat mijn zoon profschaker zou moeten worden?" Tja, als-ie Daniël heet wel, lijkt me, maar anders is de vraag een stuk moeilijker te beantwoorden dan ruim 20 jaar geleden. Terwijl het toch het mooiste beroep van de wereld is (ex aequo met melkboer)!'

Stellwagen haalde in Leeuwarden zijn tweede grootmeesterresultaat, maar zijn voorsprong op Van Wely ging teloor; gelijk gingen ze de laatste ronde in.

Wit aan zet
Van Wely - Delemarre, Leeuwarden 2003 (laatste ronde)

Wit heeft een pluspion waar hij weinig mee kan beginnen; het staat ongeveer gelijk. 22.Dg4 Met de dreiging Lxf6. 22...Kh8 23.Kh1 Deze mysterieuze koningszet is een briljante val, en een illustratie van de oude schaakwijsheid: 'Wanneer twee hetzelfde doen, is het nog niet hetzelfde.' Hier is het zelfs het tegenovergestelde: Kh8 stelt Zwart bloot aan onderste rij-gevaren, terwijl Wit met Kh1 juist zijn onderste rij heeft beschermd. Dat ontgaat Zwart. 23...Lc7? Denkt de pion te veroveren, en trapt in de val. Hij had de blokkade moeten handhaven; 23...g5 was speelbaar. 24.d6! Zwart moet slaan; na Lb8 25.Lg3 is de pluspion gezond en sterk. 24...Txd6 Na 24...Lxd6 blijkt de pointe: 25.Dxd7! Dxd7 26.Txd6 en omdat na Dxd6 27.Txd6 Wits onderste rij door Pg1 beschermd is, wordt Zwart de zwakte van zijn onderste rij fataal. Na 25.Txd6 Lxd6 26.De6 Lxf3 (26...Tc6 27.Pe5) 27.gxf3 Da8 (27...Tc6 28.Lg3) 28.Dxd6 Dxf3+ 29.Kg1 won Wit makkelijk met zijn stuk meer.
    Stellwagen verloor; Van Wely was voor de vierde maal kampioen. In zijn slotwoord dankte hij de jeugd - enerzijds voor de tegenstand en anderzijds voor de medewerking.

© Tim Krabbé, 2003


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site