HET STILLE ZETTEN TOERNOOI

Vaak hebben schakers een speelstijl tegengesteld aan hun karakter. De zachtaardige simpelman is een flamboyante aanvalsspeler, de flamboyante avonturier een zakelijke schuiver. Van dat laatste is Hans Böhm een voorbeeld. Als jongeman, vaak samen met zijn boezemvriend Jan Timman, bietste en avonturierde hij de wereld rond, maar op het bord was hij altijd bereid tot afruil, want zijn geduld, inzicht en handigheid in de meest dorre eindspelen was groot.
    Korte tijd was Böhm na Timman de beste in het land, en in 1975 leek hij hem zelfs voorbij te gaan toen hij op een haar na het IBM-toernooi won. Later begon hij een nieuwe carrière als mediaduizendpoot en schrijver - één van de mooiste beginzinnen uit de Nederlandse literatuur is van hem: 'Ik was tweeëntwintig en het was mooi weer'. Maar ook is hij nog steeds 'Mr. Chess': bedenker en uitvoerder van schaakevenementen; samen met Timman het gezicht van het schaken in Nederland. Als opvolger van Euwe, Bouwmeester en Timman werd hem vanwege zijn verdiensten voor het Nederlandse schaak in 1996 de Euwe-ring toegekend. En nu komt zijn oude liefde voor het eindspel weer naar boven, en sponsort Böhm Communications een studie-toernooi, met een echt Böhm-thema: de 'stille zet' - een zet die niets slaat, geen schaak geeft of opheft, geen sterke dreigingen bevat maar die toch 'effectiever is dan donder en bliksem.' Inzendingen tot 31 december 2002 naar: "Quiet Move Tourney", Harold van der Heijden, Michel de Klerkstraat 28, 7425 DG Deventer; de jury wordt gevormd door Jan Timman, Hans Böhm en Tim Krabbé.

Wit speelt en wint
Réti, 1922
Een lievelingsstudie van Böhm. 1.Pd4+ Na 1...Kb7 volgt nu 2.Kxh2 Ka6 3.Pb3 Lf4+ 4.Kh3 Kb5 5.Kg4 Lb8 6.f4 Kb4 7.f5 Kxb3 8.f6 Kb4 9.f7 Bd6 10.a6 en een pion loopt door. 1...Kc5 Nu zou Zwart na 2.Kxh2 Lf4+ gewoon 3...Kxd4 kunnen spelen. 2.Kh1!! Alleen deze van stilte brullende zet wint. Op loperzetten heeft Wit nu een paardvork, en koningszetten laten de pion door.

Csom - Böhm, San Bernardino 1992
Böhm was al jaren gestopt, maar speelde dat toernooi zoals hij schreef in een boekje 'De beste sportverhalen', om te voelen wat hij miste; niet meer als 'slaaf tussen de slaven, maar als meester over de verslaving.' 1.c4 f5 2.g3 Pf6 3.Lg2 e5 4.Pc3 Pc6 5.e3 d6 6.d3 Le6 7.Pd5 Lf7 8.Db3 Dc8 9.Pxf6+ gxf6 10.Pe2 Pd8 11.d4 c6 12.d5 c5 13.Pc3 Lh6 14.f4 Lh5 15.O-O O-O 16.e4 Pf7 17.exf5 Dxf5 18.Pe4 Lg7 19.h3 Dd7 20.f5 Ph6 21.g4 (zie diagram) Böhm is overspeeld, maar laat nu een andere kant van zijn stijl zien: originaliteit en gewiekstheid. Hij geeft een stuk want: 'Csom heeft een zwakte die je wel vaker ziet bij echt goede spelers. Ze willen niet zomaar winnen, ze willen ook iedere zet de beste zet doen. Dan moet je blijven compliceren, ook al weet je zelf niet waar het toe leidt. De weerlegging kost tijd, de beste weerlegging kost nog meer tijd.' 21...Pxg4 22.Pg3 Ph6 23.Lxh6 Lxh6 24.Pxh5 Kh8 25.Tae1 Df7 26.Df3 Tg8 27.h4 a6 28.Te4 b5 29.Tb1 Tgb8 30.De2 Ta7 31.Kh1 Tab7 32.cxb5 axb5 33.Df3 Ta7 Böhm liet zijn klok lopen tot hij nog maar een paar seconden had, om Csom tot meevluggeren te verlokken. 34.a3 Ta4 35.Pg3 Lf4 36.Pe2 Txe4 37.Dxe4 Dh5 38.Kg1 Tg8 39.Kf1 c4 40.Te1 Dxh4 Tijdnood voorbij; ongeveer gelijke stelling, maar psychologisch staat Wit verloren. 41.Df3 Lg3 42.Tc1 Tg4 43.Tc3 Le1 44.Tc2 La5 45.Df2 Dg5 46.Lf3 Th4 47.Dg3 Dh6 48.Pc3 Lb6 49.Kg2 Th1 50.Pe2 Td1 51.Dh3 De3 52.Dh4 Kg7 53.Dg4+ Kf8 54.Pg3 Tg1+ 55.Kh3 De1 56.Te2 Dc1 57.Dh4 Ke7 58.Dxh7+ Kd8 59.Dh8+ Kc7 60.Tg2 Th1+ 61.Pxh1 Dxh1+ 62.Th2 Dxf3+ 63.Kh4 Lf2+ en Wit gaf het op.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site