VERRADERLIJKE RECHTLIJNIGHEID

In het zone-toernooi in Mondariz in Spanje werd onlangs een buitengewoon vreemde partij gespeeld, zelfs voor het doen van deze twee Engelse grootmeesters.

Miles - Speelman, zonetoernooi Mondariz 2000
1.d4 Pf6 2.Pf3 e6 3.c3 b6 4.Lg5 Lb7 5.Pbd2 Le7 6.e3 h6 7.Lh4 c5 8.Ld3 g5 9.Lg3 g4 10.Pe5 h5 11.f3 d6 12.Lb5+ Kf8 13.Pd3 a6 14.La4 h4 15.Lf2 h3 16.e4 c4 17.Pf4 e5 18.Pe2 hxg2 19.Tg1 gxf3 20.Pg3 d5 21.Dxf3 dxe4 22.Pgxe4 exd4 Van zijn eerste tweeëntwintig zetten heeft Zwart er achttien met pionnen gedaan, en daarmee op originele manier een vrijwel gewonnen stelling bereikt. 23.Lxd4 Pxe4 24.Pxe4 Th4 25.Lc2 Lg5 26.Dxg2 Lxe4 27.Lxe4 Ta7 28.Kd1 Pc6 29.Dxg5 Dxg5 30.Txg5 Pxd4 31.cxd4 Txe4 32.d5 Th4 33.Kc2 Txh2+ 34.Kc3 Te7 35.d6 Te3+ 36.Kxc4 Td2 37.Tf1 Txd6 38.Tgf5 Te7 39.a4 Kg7 40.a5 Te4+ 41.Kc3 f6 42.axb6 Txb6 43.Ta5 Tg4 44.Tfa1 Tg3+ 45.Kc2 Tg2+ 46.Kc3 Tbxb2 47.Txa6 Tbf2 48.Kd4 Tg3 49.Te1 Kg6 50.Te3 Tgg2 51.Tee6 Kg5 52.Ke3 Th2 53.Teb6 Te2+ (zie diagram) Zwart heeft natuurlijk nog steeds winstkansen, maar of dat na Kd3 wat zou worden is de vraag. Maar nu deed Miles een zet die de eeuwigheidswaarde van Speelmans pionzettenserie naar de kroon steekt: 54.Kf3 Misschien dacht hij dat hij zich met al dat torengeweld op het bord altijd wel met een schaakje zou kunnen redden, maar na 54...Kh4! was er niets tegen Thf2 mat, bijvoorbeeld: 55.Ta4+ Kh3 56.Kf4 Thf2 mat. Wit speelde nog 55.Ta1 maar gaf het meteen op.

Een ronde eerder was er in dat toernooi, in de partij San Segundo - Piket, ook al een reusachtige blunder gemaakt in een viertoren-eindspel - die kostte de maker zelfs een vol punt.
    Wit was aan zet. Hij stond zó gewonnen dat hij niet eens op het idee kwam dat Zwart nog een dreiging zou kunnen hebben - zelfs al was dat de meest voor de hand liggende zet van het bord. Met 35.fxe3, en pas daarna c6, zou Wit makkelijk winnen. Hij speelde echter nu al 35.c6, en gaf na 35...e2+ meteen op; op zowel Txe2 als Kg1 volgt vernietigend Ta1.

Bij al zijn rechtlijnigheid kan de toren heel verraderlijk zijn. Een voorbeeld van onovertrefbare eenvoud is dit toren-raadsel uit de 15e eeuw: Op een verder leeg bord staat de zwarte koning op d5. Plaats nu één voor één vier witte torens op het bord, telkens met schaak, en geef mat met de vierde. Zwart speelt als in een normale schaakpartij. Het moet eens zijn voorgelegd aan een groepje topgrootmeesters van wie alleen Keres, maar dan pas na een minuut of tien, zag hoe het moest.
    Er zijn zes oplossingen die op hetzelfde neerkomen; ieder schaakje van een afstand van minstens 3 velden is goed. Waar het om gaat is dat je de zwarte koning in een verticaal hok kunt stoppen door hem een horizontaal schaak te geven (of andersom). Laten we zeggen dat Wit begint met 1.Ta5+ Als Zwart nu omhoog gaat, dan is het voldoende de resterende torens bovenop de eerste te stapelen. Als hij omlaag gaat, dan geeft Wit met zijn tweede toren schaak op de tweede rij, en Zwart zit in een hok tussen die rij en de vijfde. Bijvoorbeeld: 1...Kc4 2.Tc2+ Kb3 en het mat volgt door de laatste twee torens op de derde en vierde rij te zetten: 3.Tc3+ en 4.Ta4 mat.
    Lastig genoeg, maar toch was er een paar eeuwen lang iets over het hoofd gezien. Toen ik dit een keer op internet zette meldde een lezer, Eric Roosendaal, mij dat hij een heel andere oplossing had gevonden: 1.Tb5+. Gaat nu de koning naar boven, dan stapelen de torens zich weer op. Gaat hij naar e4 of d4, dan volgt er weer 2.Te2+ of 2.Td2+, en de koning zit in zijn hok. Maar de cruciale variant is 1...Kc4, met aanval op de toren. Wit lijkt daardoor geen tijd te hebben om weer dat hok te bouwen, maar toch volgt er dan verrassend 2.Tc2+ Gaat de koning dan naar de d-lijn, dan zet Wit zijn twee resterende torens op de c-lijn, en Zwart staat mat. Maar het gaat natuurlijk om 2...Kxb5 Dan wordt er horizontaal gestapeld: 3.Tb2+ en 4.Ta2 mat.
    Natuurlijk werkt ook symmetrisch 1.Td7+ - er zijn dus acht oplossingen.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |