HET GROENE BOEKJE VAN DE TURK

Machines die kunnen wat eigenlijk alleen mensen kunnen, hebben mensen altijd gefascineerd. Een van de mooiste was de Turk, een schaakautomaat die in 1769, om Keizerin Maria Theresa een leuk avondje te bezorgen, werd gebouwd door een geniale uitvinder uit wat nu Slowakije is, Wolfgang Kempelen.
    De Turk was een levensgrote, oriëntaals uitgedoste pop die voor een kist zat van ongeveer 80 centimeter hoog, 60 cm. diep en 120 cm. breed, met daarop een schaakbord. Een demonstratie begon ermee dat Kempelen de deuren van de kist in een bepaalde volgorde opende, om het publiek te laten zien dat er niemand in verborgen zat. Bij de partij die dan volgde werden de zetten van de tegenstander door Kempelen uitgevoerd, maar de Turk deed zijn eigen zetten; met de hand van één arm pakte hij een stuk, en zette het op het nieuwe veld. Hij bewoog zijn ogen, knikte tweemaal als hij de dame van de tegenstander aanviel, driemaal als hij de koning schaak zette (hij zei dan ook: 'Schaak!'), en eenmaal als de partij afgelopen was. Om de tien of twaalf zetten draaide Kempelen aan een sleutel als om hem op te winden, en af en toe keek hij in een klein kistje dat naast de grote kist op de grond stond. Aan het eind van de partij, die bijna altijd gewonnen werd door de Turk, opende hij opnieuw de deuren om te laten zien dat er niet tijdens de partij iemand in de kist was gekropen.
    Kempelen schijnt zijn Turk als een tussendoortje te hebben beschouwd - hij was meer geïnteresseerd in hydraulische systemen, en de ontwikkeling van een machine die spraak zou kunnen nabootsen; ontdekkingen die hij daarbij deed spelen nog een rol in de hedendaagse telefoon. Hij vertoonde de Turk niet vaak; die werd pas werkelijk beroemd toen, na Kempelens dood in 1804, de showman Maelzel hem kocht en ermee op toernee ging, door Europa en vanaf 1826 ook door Amerika. Na Maelzels dood in 1838 kwam de Turk in een museum terecht, waar hij bij een brand in 1854 verloren ging.
    Al bij het leven van de Turk werden er vele boeken en artikelen geschreven waarin geprobeerd werd zijn raadsel te doorgronden, onder andere door Edgar Allen Poe. Sommigen dachten dat de Turk een automaat was, anderen dat hij op afstand bediend werd, de meesten, ook Poe, dat er een kind of dwerg in verborgen zat. Frederik de Grote was zo geobsedeerd door de Turk dat hij Kempelen smeekte hem het geheim te onthullen - toen hij dat te horen kreeg moet hij erg teleurgesteld zijn geweest.
    Dat geheim was natuurlijk dat er inderdaad iemand in de kist verborgen zat; het openen van de deurtjes creëerde een optische illusie, als bij het doorgezaagde meisje, waardoor een niet al te grote volwassene zich steeds voor het publiek verborgen kon houden. Het opwinden en het kleine kistje waren afleidingsmanoeuvres. In de grote kist speelde de verborgen speler op een speciaal bord zijn partij bij kaarslicht. De stukken van de Turk waren magnetisch, waardoor klepjes aan de onderkant van het bord omlaag vielen of juist omhoog getrokken werden - zo zag de speler de tegenzetten. Zijn eigen zetten deed hij door een pin in gaatjes op zijn eigen bord te verplaatsen; een bewegingsvergroter (het onderdeel van de Turk waar Kempelen het meest trots op was) vertaalde dat naar de arm van de Turk die de zet daardoor op het bovenbord uitvoerde - met weer een ander mechaniek kon de speler de vingers van de Turk om het te spelen stuk sluiten, en weer openen boven het nieuwe veld. Hoe knap de Turk in elkaar zat, blijkt er ook uit dat Kempelen hem in een half jaar maakte, terwijl het de Amerikaanse illusionist John Gaughan vijf jaar en 120.000 dollar heeft gekost om, met alleen materialen die ook Kempelen tot zijn beschikking had gehad, een paar jaar geleden een werkende replica te bouwen.
    In Amerika zagen getuigen eens na een voorstelling hoe de verborgen speler uit de Turk stapte, en in Europa verkocht de sterke speler Mouret, die hem bediend had, het geheim aan een sensatieblad, maar dat tastte de betovering van de Turk niet aan. Behalve Mouret hebben ook Allgaier, Alexandre en Schlumberger de zetten van de Turk gedaan, maar wie Kempelens Turken waren, is nooit bekend geworden.
    De Turk speelde ook een soort verzoeknummers; speciale stellingen die in een klein groen boekje stonden. Dat boekje is pas onlangs teruggevonden door Gerald Levitt, die het allesomvattende The Turk, Chess Automaton, (McFarland, 2000) schreef. Het publiek mocht dan een kleur kiezen, maar de Turk deed de eerste zet, en kende natuurlijk de winstweg. De leukste stelling was deze. (Zie diagram.)

Dat de Turk dit met Zwart kon winnen is niet verwonderlijk; 1...Dh8+ 2.Dg7 Dxg7 mat. Maar met Wit aan zet is het erg mooi: 1.Dg8+ Dxg8 2.f8P++ Kh8 3.Th7+ Dxh7 4.Txh7+ Kg8 5.Th8+ Kxh8 6.Kf7+ Pg7 7.Lxg7 mat.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site