WAITZKIN WERELDKAMPIOEN (13 mei 2006)

Schakers zijn spelletjesspelers die toevallig met schaken in aanraking zijn gekomen. Bijna allemaal bridgen, backgammonnen of pokeren ze ook, vaak op hoog niveau. Irina Levitina die in 1984 maar net een match om het vrouwenwereldkampioenschap schaken tegen Chiburdanidze verloor, won later met bridgen twee Olympiades en één wereldkampioenschap. Alexander Grischuk is één van een flink aantal grootmeesters en andere sterke schakers die beroepsmatig op het internet pokeren.
    Sommigen blinken uit in fysieke sporten. Het onovertrefbare voorbeeld is de Noor Agdestein die tegelijkertijd top-20 schaker was en in het Noorse elftal voetbalde. Maar Josh Waitzkin (29), jeugdkampioen van Amerika in 1994, maar vooral beroemd door het boek Searching for Bobby Fischer van zijn vader Fred (1988) en de gelijknamige film (1993), werd onlangs tweevoudig wereldkampioen in tai chi, een Chinese vechtsport. Een kleinere sport dan voetballen, toegegeven, maar in Taiwan doen tienduizenden er vanaf hun vroegste jeugd iedere dag aan. En in dat hol van de leeuw haalde Waitzkin zijn titels.
    Daarbij moest hij ook de lokale, flagrant partijdige arbitrage overwinnen. Alle regels waar hij en het Amerikaanse team twee jaar op hadden geoefend bleken bij aankomst veranderd ('alsof je vlak voor een partij tegen Kasparov merkt dat je openingen niet kloppen') en in de partijen zelf werden zijn punten vaak domweg niet toegekend.
    In een jongensachtig verslag op zijn site maakt Waitzkin veel vergelijkingen met schaken, maar een belangrijk verschil is de pijn. Zo'n toernooi is 'een marathon van sprintjes'; de ronden zijn kort maar het zijn er veel. Er worden armen, schouders, polsen gebroken en ontwricht, ruggen gekraakt, hersens geschud. Soms kan Waitzkin zijn arm niet meer tot boven zijn middel heffen, en is hij bang dat hij de wandeling naar de ring niet meer zal halen.
    Maar voor zijn tegenstanders heeft hij veel respect: 'Het is diep ontroerend om met hart en ziel te proberen de ledematen van je tegenstanders lijf te rukken, en dat te doen met niets anders dan wederzijdse liefde en respect.' En als hij een legendarische, wat oudere tegenstander uitschakelt: 'Ik voelde een vlaag van verdriet, alsof ik de laatste eenhoorn had gedood.'
    Het boek van Fred Waitzkin heeft het mooie thema van de vader die worstelt met de vraag of hij een onwenselijk talent (schaakprofs, behalve de allergrootsten, zijn armoedzaaiers) in zijn wonderkind moet aanmoedigen. Met eindeloze lessen en trainingen mocht Josh zijn vaders Bobby Fischer droom najagen, maar op zijn 23ste stopte hij abrupt met schaken. De ironie wil dat hij dus toch wereldkampioen is geworden, maar in iets totaal anders en dat hij dáár rijk van wordt - een grote uitgeverij heeft hem driehonderdduizend dollar betaald om een boek over taichi te schrijven.
    De film eindigt met een partij die de achtjarige Josh om een schoolkampioenschap speelde, en die gebaseerd is op een echte partij van hem tegen een ander wonderkind, de één jaar jongere Jeff Sarwer. Het werd remise, maar voor de film componeerde Josh samen met zijn schaakleraar Pandolfini een stelling waarin hij won.

Zwart aan zet
'Jonathan Poe' - 'Waitzkin', Searching for Bobby Fischer, 1993

1...gxf6 2.Lxf6 Lxf6 3.Pxf6 Tc6+ 4.Kf7 Txf6+ 5.Kxf6 Pd7+ 6.Ke6 Pxe5 7.Kxe5 a5 8.h5 a4 9.h6 a3 10.h7 a2 11.h8D a1D+ en Zwart won. Later werd ontdekt dat Wit kan winnen met 4.Ke7! en nu Txf6 5.Te2+! Kd3 6.Kxf6 Kxe2 7.h5 en het zwarte paard is afgesneden; 7...Pd7+ 8.Ke7 Pe5 9.h6 a5 10.h7 a4 11.Kf6 a3 12.h8D!

Tai chi partijen van Waitzkin zijn te zien op de site van zijn leermeester William C. C. Chen.

© Tim Krabbé, 2006








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site