HET VERBAZENDE ZETTENBOEK

In januari kreeg ik een email van de Britse grootmeester John Emms, waarin hij me complimenteerde met mijn webpagina's over de bijzondere zetten die ik in de loop der jaren heb verzameld. Hij zei ook dat deze pagina's 'een bijzonder waardevolle bron' voor hem waren bij het samenstellen van zijn boek The Most Amazing Chess Moves of All Time waar hij op dat moment aan bezig was. En hij voegde daar aan toe: 'Zijn er misschien nog nieuwe gevallen die je de laatste tijd hebt ontdekt?'
    Die durft, dacht ik; het jongetje dat de koektrommel van de buurvrouw heeft leeggegeten en de volgende dag aanbelt om te vragen of ze al nieuwe koekjes heeft gekocht. Voor de grap schreef ik Emms terug dat ik nèt zelf aan zo'n boek bezig was, en of hij misschien nog een paar mooie zetten voor mij had.
    'Ik mag van m'n uitgever niets over mijn boek prijsgeven,' antwoordde hij,  maar als ik m'n postadres gaf zou hij mij zijn boek sturen als het klaar was.
    Daar eindigde onze correspondentie, en toen het verbazende zettenboek een tijdje geleden uitkwam heb ik het niet gekocht, maar ik was natuurlijk wel benieuwd hoeveel Emms van me had gejat.
    Het antwoord kreeg ik in een column van Richard Forster op de internet-site The Chess Cafe. Forster vond The Most Amazing Chess Moves of All Time niet zo'n geweldig boek, onder andere omdat hij, na ijverig tellen en vergelijken, had vastgesteld dat Emms niet zelf zijn zetten bijeen had gegaard, maar vrijwel alles uit het werk van eerdere verzamelaars had overgenomen. Van de tweehonderd zetten in zijn boek komen er honderd van mijn site. Gelukkig kom ik wel voor in een lijst van 17 personen die Emms voor hun gewaardeerde, zij het niet gespecificeerde, hulp bedankt.
    Nu wordt er in de schaakwereld natuurlijk veel gejat, vooral analyses. Ook ik mag graag spieken als ik mijn eigen oordeel of dat van mijn schaakprogramma over een stelling niet helemaal vertrouw. In principe met bronvermelding, en het liefst uit bronnen die ook de bedoeling hebben om geciteerd te worden, zoals de grote website van Kasparov en andere nieuwsvoorzieningen op het internet. Het overnemen van complete verzamelingen, zoals Emms deed, zonder dat te zeggen, is toch weer wat anders.

Die Richard Forster, een Zwitser, is overigens iemand om in de gaten te houden. Hij is een van de interessantste columnisten het Internet, weet zowel schaaktechnisch als historisch heel veel, doet vaak diepgaande research en is daartoe onlangs ook een eigen website begonnen, The Chess History Center.
    Bovendien is hij, wat ongewoon is voor iemand die zo naar de literaire en historische kant van het schaken neigt, een zeer sterk speler; Internationaal Meester met een rating van 2460, zesde op de Zwitserse ranglijst - en bij dat alles is hij pas 25, en bezig af te studeren in computerwetenschappen en economie.
    In zijn stuk over Emms' boek gaf hij ook een werkelijk verbazingwekkende zet van Morphy die ik, langer zulke zetten verzamelend dan Forster leeft, toch nooit eerder gezien had - en Emms dus ook niet.

Morphy (zonder Pb1) - Maurian, New Orleans 1866
De partij is uit de droevige periode in Morphy's leven waarin hij zich al uit de schaakwereld had teruggetrokken, en alleen af en toe nog voorgiftpartijtjes speelde tegen zijn jeugdvriend Maurian. Hier dus zonder zijn damepaard.
1.b3 e5 2.Lb2 Pc6 3.e3 d5 4.g3 f5 5.Ph3 Pf6 6.Lb5 Ld6 7.f4 De7 8.0-0 0-0 9.c4 a6 10.Lxc6 bxc6 11.fxe5 Lxe5 12.d4 Ld6 13.c5 Dxe3+ 14.Kg2 Le7 15.Te1 Pg4 16.Lc1 Dc3 17.Ld2 Dxd4 18.Txe7 Dxc5 19.De2 d4 20.b4 Dd5+ 21.Kg1 d3 De briljante zet die zometeen volgt is misschien óók onbekend gebleven omdat in de grote biografie van Maroczy over Morphy, het enige diagram bij deze zet staat. 22.Lc3 Tf7 Want dxe2 23.Txg7+ Kh8 24.Txg4+ en mat gaat natuurlijk niet. 23.Te8+ Tf8 24.De7 Df7 25.Pg5 Dxe7 26.Txe7 Pf6 27.Tae1 28.Txc7 Te8 29.Td1 axb4 30.Lxf6 gxf6 31.Pxh7 Te6 32.Txd3 La6 33.Tdd7 Lc4 (zie diagram)
En hier zou toch menig sterk schaker lang naar kunnen kijken zonder op het idee te komen van de zet die Morphy speelde. Dat komt waarschijnlijk doordat je, met al die kracht bij de zwarte koning, automatisch een manier gaat zoeken om hem meteen mat te zetten. Dat deed Morphy ook, en juist dat bracht hem op: 34.a4!! De twee uitroeptekens zijn van Forster en dat mag van mij - maar laten ze dan wel allebei voor genialiteit zijn, want eigenlijk is 34.a4 slechts een val; als Zwart het nu goed doet blijft de stelling hoe hij was: ingewikkeld en onduidelijk. 34...bxa3? Trapt erin. 35.Tg7+ Kh8 36.Pf8! en Wit won; tegen de dreiging Pg6 mat is niets te doen, want 36...Txf8 37.Th7+ Kg8 38.Tcg7 is ook mat.
    Waarom speelde Wit dan niet meteen 34.Tg7+ Kh8 35.Pf8? Omdat dan 35...Te1+ minstens remise maakt; 36.Kf2 (Kg2? Txa2+ en Wit gaat mat) Te2+ 37.Kg1 enz. met zetherhaling; 37.Kf3? faalt weer op Ta3+ en mat.
    Die lastige mogelijkheden zijn na het zorgeloze 34...bxa3 verdwenen; Ta8 is dan van de tegenaanval uitgesloten. Maar na 34...Tae8 had hij daar weer aan meegedaan en was er niets aan de hand geweest; een logisch vervolg zou dan zijn: 35.Tg7+ Kh8 36.Pf8 Te1+ 37.Kg2 Lf1+ 38.Kf3 Le2+ 39.Kf2 Lh5 40.Th7+ Kg8 41.Txh5 en Wit heeft misschien een minimaal voordeeltje.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |