VRAAG EN ANTWOORD 151-180

Volgende (meest recente) V&A (181- )
Vorige V&A (121-150)


180. Bob van R. te hetnet.nl, 14 februari 2002

V: Kathy's dochter is waar gebeurd. Ik heb ervan genoten. Eén adem. Hoe gaat het nu met Laura? Hoe gaat het met u na Laura?

A: Ik zal nooit iets zeggen over de werkelijkheid van de personages van dat boek, buiten het boek. Het zou de magie van het boek aantasten wanneer ik een brug sloeg tussen de werkelijkheid ervan en de gewone werkelijkheid. Ik beweer inderdaad dat Kathy's dochter waar gebeurd is (ik heb de hoofdpersoon niet voor niets Tim Krabbé genoemd), maar het kan me niet schelen of de lezer dat gelooft. Wie denkt dat ik alles verzonnen heb, dank ik voor het compliment.
    Een video interview met mij over Kathy's Dochter is te vinden bij FaceCulture.


179. Janneke en Loes te hotmail.com, 23 januari 2002

V: Heeft u tijdens het schrijven van een boek of zelfs daarvoor al in uw achterhoofd dat dit boek ook geschikt zou kunnen zijn voor een verfilming?

A: Het komt wel eens bij me op, maar het beïnvloedt het schrijven niet.


178. Florinde van B. te mdw.vu.nl, 16 december 2001

V: Ik heb uw boek Flanagan, of het einde van een beest gelezen. Zou Tim Krabbé dit boek nu ook zo schrijven?

A: Natuurlijk niet. Flanagan kwam uit in 1970, meer dan dertig jaar geleden! Ik ben in de tussentijd een ander mens, en al helemaal een andere schrijver geworden.
    Maar leuk dat je dat oude boek van mij hebt gelezen.


177. Bo van H. te freeler.nl, 8 december 2001

V: Ik kreeg op school de opdracht: Bedenk vier andere titels voor De Grot en leg precies uit waarom die titels er ook goed bij zouden passen.
 De titels die ik heb gekozen zijn:
- De koffer
- Vrienden
- Hilversum aan de Ourthe
- De Geoloog

A: Dat is in ieder geval een leuk soort opdracht.
    Hilversum aan de Ourthe vind ik een mooie titel, omdat die verwijst naar de onmogelijkheid van het bij elkaar zijn, zoals van Egon en Marjoke.
    De andere titels vind ik minder geslaagd, omdat die niet de kern van verhaal raken. Overigens, voor ik de titel De Grot koos, had ik als werktitel De Parkeerplaats.


176. Joyce V. te hotmail.com, 22 oktober 2001

V: De Grot is ook uitgegeven bij Penta Pockets. Normaal geven ze dan nog achtergrond-informatie, maar bij De Grot stond erbij dat dat op verzoek van de auteur niet gebeurde. Zou u mij de reden daarvan kunnen vertellen?

A: Omdat je je eigen oordeel moet hebben, en je niet moet laten voorkauwen wat je van een boek vinden moet. Afgezien daarvan: oordelen over en explicaties van een boek hebben niet het recht binnen dezelfde kaft te verblijven als dat boek.


175. Kris R. te akzonobel.com, 25 juli 2001

V: Op pagina 174 van De Grot vermeldt U dat Marjoke's vader als cyberneticus een computertaal speciaal voor de medische wetenschap gemaakt heeft. Ik heb wel eens gehoord van een programmeertaal (of softwaresysteem, ik ben geen specialist) MUMPS die zou ontwikkeld zijn voor en/of door een ziekenhuis in Massachusetts. Kunt U mij bevestigen of één en ander met elkaar te maken heeft.

A: Grappig dat u dat zag. Mijn inspiratie voor dat detail was inderdaad een MUMPS-expert in mijn kennissenkring; misschien was hij zelfs een van de auteurs. Ik zie hem niet meer omdat hij naar Massachusetts is verhuisd.


174. Jaap M. te datastream.net, 23 juli 2001

V: In De Verdwenen Verdwijning zegt u dat u de verdwijning van Pascale Lefebvre niet nodig had om Het Gouden Ei te schrijven. Is dit niet het wegredeneren van de ondraaglijke grote rol van het toeval?

A: Een beetje wel. Schrijversgeluk bestaat, al zullen schrijvers dat niet graag toegeven. Op het moment van het verzinnen van een verhaal, het kiezen van een onderwerp, kan je niet overzien wat je er in kwijt zal kunnen, hoe goed het zal kunnen worden.
    Ik heb natuurlijk wel geluk gehad dat Pascale Lefebvre haar bus miste, en dat ik het berichtje daarover in die krant zag. Maar ik was altijd al gefascineerd door verdwijningen; daarom las ik dat berichtje ook. Misschien was mijn geluk dat ze in Frankrijk verdween; dat zette me op het spoor van een vriendin met wie ik zovaak naar Frankrijk was gegaan en met wie het nog niet zo lang uit was; daardoor ging het verhaal al vlug over het verlies van de liefde met haar. Zeker vanaf dat moment had ik Pascale niet meer nodig.


173. Renzo V. te zonnet.nl, 12 juli 2001

V: Uit een interview met Umberto Eco (Humo, 22 mei 2001): "Niemand hoeft alle verwijzingen te zien. Dat is ook onmogelijk, soms maak ik grappen voor een heel select publiek. Soms richt ik me zelfs maar tot twee personen."
    Heb jij wel eens een dergelijk verwijzing, slechts door één ander te begrijpen, gemaakt?

A: Dat spreekt vanzelf, zie bijvoorbeeld vraag 175. Veel verwijzingen zijn trouwens alleen door mijzelf te begrijpen, en zelfs dat niet. Maar ook de grappen binnen het boek, de vooruitduidingen, de beeldrijmen, al die kleine binnensmondse grapjes, hoeft niemand te zien. Als ik maar weet dat ze er zijn.
    Met Eco eens, dus.


172. Jaklin D. te pandora.be, 24 april 2001

V: Is Raymond Lemorne in Het Gouden Ei gewetenloos? Immers, een persoon die gewetenloos is, kent mijns inziens, niet het onderscheid tussen goed en kwaad. Volgens mij heeft Lemorne wel een geweten, hij heeft echter geen schuldgevoel.

A: Het griezelige is juist dat de 'gewetenloze' het verschil tussen goed en kwaad heel goed kent. Het boek is een gesloten geheel; om te bepalen of Lemorne gewetenloos is, zal je het moeten doen met wat erin staat. Dat kan jij net zo goed als ik. Of net zo slecht.


171. Robert van G. te chello.nl, 22 april 2001

V: Ik heb met veel plezier uw boeken Het gouden ei en Vertraging gelezen. Zou u uit willen leggen of er een verband bestaat tussen deze twee boeken.

A: Er zijn vele verbanden en vele verschillen. Het zien van verbanden en verschillen tussen wat dan ook kan een boeiend spel zijn.


170. Wanda te chello.nl, 19 april 2001

V: Ik heb genoten van de vragen en antwoorden op uw site! Ik vind het fijn dat u een eigen mening erg belangrijk vindt en dat wij, als lezers, niet alleen moeten uitgaan van recensies en uittreksels. Ik heb mezelf al gedurende mijn hele middelbare school'carriere' afgevraagd waarom boeken lezen niet meer ontspannend en leuk kon zijn. Waarom kon ik niet gewoon een boek lezen en zeggen, dat was spannend of dat was een goed verhaal of gewoon in het verhaal gaan zitten en de gebeurtenissen over je heen laten komen, i.p.v. letten op perspectief, tijd, thema's, enz. Altijd maar die uittreksels over thematiek en motieven e.d. Ik ben blij als ik van m'n mondelingen af ben, dan kan ik weer lekker gewoon gaan lezen, voor mezelf en niet voor school.

A: Je bent een lezeres naar mijn hart! Speciaal voor jou citeer ik nog de opdracht van Salinger in een van zijn boeken:

If there is an amateur reader still left in the world - or anybody who just reads and runs - I ask him or her, with untellable affection and gratitude, to split the dedication of this book four ways with my wife and children.

169. Bas van de S. home.nl, 28 maart 2001

V: Mijn leraar Nederlands heeft al aangekondigd dat hij vragen gaat stellen over de relatie tussen uw boek De Grot en Plato. Als u enig idee heeft wat de relatie is tussen De Grot en Plato, al dan niet opzettelijk, wilt u me dat dan alstublieft vertellen?

A: Ik heb een verhaal geschreven dat 'De Muur' heet, een verhaal dat 'Honger' heet, en een roman die 'De Grot' heet. Sartre heeft een verhaal geschreven dat 'De Muur' heet, Hamsun een roman die 'Honger' heet, en Plato een beschouwing die 'De Grot' heet. Ik heb met mijn titels geen andere bedoeling gehad dan dat het me goede titels leken. Het soort literatuur dat de bedoeling heeft naar andere literatuur te verwijzen, verafschuw ik.


168. Alexa K. te wxs.nl, 17 maart 2001

V: Ik had punten aftrek voor mijn scriptie omdat mijn leraar zei dat "toeval en lot niet bestaan in fictie, want het hangt er maar net van af wat de schrijver opschrijft. En dat doet hij expres." Wat vindt u daarvan? Als dat waar was, dan zou de liefde of de dood ook niet bestaan in fictie, omdat dat dan ook door de schrijver zou zijn verzonnen.

A: De schrijver creëert een universum waarin alles precies zo bestaat als in de werkelijkheid: toeval, lot, dood, liefde, radijsjes. Als ik Amsterdam beschrijf, en alleen de Dam noem, dan bestaat desondanks toch het Leidseplein.


167. Isabelle Z. te dds.nl, 15 maart 2001

V: We moeten een brief schrijven naar de auteur, en daarin moet je vijf vragen stellen. Als de auteur nog in leven was moesten we de brief ook opsturen of e-mailen.
1. Wist u al op jonge leeftijd dat uw heel goed was in het schrijven van teksten en boeken?
4. Bent u nu met een boek bezig?
5. Schrijft u voor uzelf om problemen te verwerken of schrijft u gewoon voor uw plezier?

A1: Nee. Ik wist alleen dat ik wilde schrijven.
A4: Ik ben altijd met een boek bezig. Schrijven is niet iets dat je alleen doet met een toetsenbord en een scherm voor je neus. Op de gekste plekken en momenten kunnen er ideeën bij me opkomen, voor het boek waar ik aan bezig ben, of voor boeken die ik later nog wil schrijven. Soms lijkt mijn hoofd een sorteermachine; alles wat erin terecht komt, waar ik ook ben, wat ik ook meemaak, wordt bliksemsnel onderzocht op bruikbaarheid voor het boek waar ik in verzonken ben. En als het bruikbaar is, dan heb ik hopelijk mijn kleine bandrecordertje bij me.
A5: Ik schrijf om iets maken aan het bestaan waarvan ik vreugde kan beleven.


166. Hanneke S. te talkline.nl, 4 maart 2001

V: Kunt u mij vertellen wanneer de film van De Grot uitkomt?

A: Hij gaat in september in première, bij de Utrechtse Filmdagen. Zie ook de website van de film.


165. Laurens L. te chello.nl, 19 februari 2001

V: Ik kom er niet uit of Het Gouden Ei nou een novelle of een roman is.

A: Ik denk dat het een roman is, maar ik weet het niet zeker.


164. Thijs B. worldonline.nl, 11 februari 2001

V: Waarom koos u met uw wielrennen voor het lijden? U kon er immers haast geen geld mee verdienen en het kost toch ook veel tijd. Was u verliefd op wielrennen?

A: Dat is precies het woord. Een paar maal in je leven overkomt het je dat je plotseling, zonder enige overweging weet: Dit wil ik. Ik heb dat gehad met schaken en met wielrennen, en met een paar vrouwen. Je weet dat je er alles voor over zult hebben, zonder nog te weten, te kunnen weten, wàt het eigenlijk is. Een citaat uit mijn verhaal Meester Jacobson: 'Het moment was er nog waarop hij twee jongens had zien schaken en er een explosie van zekerheid was geweest dat hij dat ook wilde, altijd, wat het ook zou blijken te zijn.'


163. Thomas van L. te email.com, 9 februari 2001

V: Wie is uw favoriete personage in Vertraging? Uit uw antwoorden krijg ik sterk de indruk dat Moniek u erg bevalt.

A: Moniek is een vechtster, een overleefster, iemand die er iets van maakt. Dat bevalt me zeker. Maar ik hou ook van Jacques. Ik zeg dit als lezer van het boek.


162. Dennis te hotmail.com, 6 februari 2001

V: Aan het einde van het boek De Grot (in de grot) laat u Marjoke fluisteren: 'Griezelig, die tijd' (p. 179). Vindt u de tijd, het oneindige zelf ook griezelig? Boezemt het u een soort angst in? Ik had als kind vaak eenzelfde nachtmerrie. Het was niet een duidelijk beeld, maar ik moest een bepaalde gok nemen die niet te verliezen was (kans 1 op 99999999999999999999), maar ik verloor hem toch. Het gevolg was dat ik iets oneindigs moest doen. Ik heb de droom nu ook nog wel eens, maar het nachtmerrie-effect is verminderd. Ik vind het eigenlijk wel iets grappigs. Het is net zoiets als de gedachte dat je voor straf de zee moet leegscheppen.

A: Zeker herken ik dat, het lijkt sterk op de nachtmerrie van Saskia in Het Gouden Ei, die ik als kind zelf had. En inderdaad ook op de gedachte van Marjoke, en later van Arthur, in De Grot. Je droom is een mooi beeld van deze angst.
    In In Cold Blood laat Truman Capote door een personage de eeuwigheid zo omschrijven (uit m'n hoofd geciteerd): 'Als een vogel het hele strand zandkorrel voor zandkorrel naar de overkant van de oceaan zou brengen, en hij zou daarmee klaar zijn, dan was dat het begin van de eeuwigheid.'


161. Sven W. te hotmail.com, 6 februari 2001

V: 'Waarom schrijven sommige critici dat de boeken van Tim Krabbé niet literair genoemd kunnen worden?'

A: Dat moet je natuurlijk aan die critici vragen, maar ik denk dat ze reageren als mannen die een mooie vrouw zien, en dan denken dat dat ook alles is wat ze is.


160. Casper M. te hotmail.com, 28 januari 2001

V: Heeft u het boek Het Gouden Ei speciaal geschreven voor jongeren, of heeft u dit gewoon als "normaal" boek geschreven. In een blad heb ik namelijk gelezen dat Het Gouden Ei het populairste boek is onder jongeren en ook op internet zijn er veel uittreksels te vinden geschreven door jongeren.

A: Ik heb het voor mezelf geschreven, en ik was toen 41. Nu ben ik 58, en net als toen ben ik er verbaasd over als mensen mij niet meer als een kind tegemoet treden.


159. Annemarie T. te hotmail.com, 23 januari 2001

V: Wij houden een presentatie over uw boeken met als stelling: 'De meeste boeken van Tim Krabbé lopen slecht af.' Kunt u ons vertellen waarom uw boeken slecht aflopen?

A: Falen is interessanter dan slagen. Overigens zou het mij wel lukken, denk ik, om de stelling te verdedigen: "De boeken van Tim Krabbé lopen goed af.'


158. Sven R. te zeelandnet.nl, 21 januari 2001

Ik heb op deze pagina eerder gemeld dat uw slotzinnenpagina opgeheven was, gelukkig is dat niet waar, en is hij zelfs uitbreid. Zeer de moeite waard.


157. Sven W. te hotmail.com, 3 januari 2001

V: Ik heb net uw allereerste boek gelezen, De werkelijke moord op Kitty Duisenberg. Een mooi en origineel boek. Waarom heeft u het boek nooit meer laten herdrukken?

A: Omdat het tegenover mijn latere werk toch niet overeind blijft. Lezers zouden denken dat ze een boek te lezen kregen van de TK die ze van bijvoorbeeld De Grot, kennen, en dat zou niet zo zijn. Het ergert me altijd een beetje als ik op een boek iets zie staan als: 'The Eye' van Vladimir Nabokov, de schrijver van 'Lolita' - want toen hij The Eye schreef, wàs hij nog lang niet de schrijver van Lolita.


156. Alexa K. te hotmail.com, 2 januari 2001

V: Heeft u expres het toeval en het lot zo'n grote rol in De Grot laten spelen?

A: Nee, ik weet ook niet òf ze dat spelen. De ontmoeting tussen Egon en Marcie op de parkeerplaats is in ieder geval géén toeval. Maar je hebt recht op je eigen De Grot. Je opmerking dat Egon en Marjoke elkaar in het Davy-kamp door Axel ontmoeten, en dat hun liefde dus ook door hem begint, was een voorbeeld van hoe een schrijver zich door een opmerking van een lezer bewust kan worden van iets moois en kloppends dat hij per ongeluk in zijn boek heeft gestopt. Daarvoor wil ik je bedanken.


155. Manon L. te wxs.nl, 13 december 2000

V: Ik ben een boek aan het schrijven. Moet het eerst helemaal af zijn voordat je uitgevers kunt benaderen? Zijn er fondsen die subsidies geven aan schrijvers?

A: Het hoeft niet, maar het is geen slecht idee om een heel boek te hebben als je naar een uitgever stapt. Ik geloof ook niet dat je op subsidie kunt rekenen vóór je iets hebt gepubliceerd.


154. Marleen de G. te a2000.nl, 4 december 2000

V: Is het waar dat de droom van Saskia over het gouden ei ooit een nachtmerrie van uzelf is geweest?

A: Ja, ik was een jaar of 5, 6.

V: De 8 is het teken van oneindigheid, dit was denk ik ook uw bedoeling. Maar de twee eieren in de ruimte vormen samen ook een acht, was dat ook uw bedoeling?

A: Nee, maar toen ik er voor het eerst op gewezen werd (zeker vijf jaar na publicatie van het boek, door een leerlinge, bij een lezing op een school) kon ik alleen maar stamelen: 'Dat heb ik vanaf nu altijd zo bedoeld.' In het motto van mijn site citeer ik Nico Scheepmaker: Wij moeten met fijn gevoel / en met heilige overtuiging / geloven in wat de dichter / per ongeluk heeft gezegd. Dat geldt ook voor de dichter zelf.

V: Moet Raymond Lemorne een Godfiguur voorstellen? Want hij heerst over leven en dood: hij verbreekt de liefde (en herenigt deze weer).

A: Probeer te bedenken waarom de schrijver hem scheikundeleraar zou kunnen hebben laten zijn.


153. Nina a. te hotmail.com, 3 december 2000

V: Waarom rijden Jacques en Moniek in Vertraging rond in een Ford Falcon en bijv niet in een volkswagen.

A: De Ford Falcon waarin ik in Australië rondreed, is een van de grote liefdes van mijn leven.

V: Wat is de achterliggende betekenis van de auto? Is het een symbool?

A: Lieve Nina, laat ons samen smeken dat er altijd verhalen zullen zijn waarin een auto een vervoermiddel is.


152. Ron K. te hotmail.com, 21 november

V: Als u moest kiezen tussen wielrennen en schrijven wat zou u dan kiezen?

A: Schrijven, want dan kan ik me alles maken.


151. Lenny V. te hetnet.nl, 18 november 2000

V: Waarom heeft u een deel van het verhaal van De Grot gesitueerd in het land Ratanakiri dat niet bestaat?

A: Het bestaat een beetje; Ratanakiri is een provincie van Cambodja. Ik had een Cambodja nodig waarover ik niet ter verantwoording kon worden geroepen.


© Tim Krabbé 2000, 2001, 2002

Bovenkant pagina
Volgende (meest recente) V&A (181- ) | Vorige V&A (91-120)
Voorpagina