DE DIKKE BURN

Er verschijnen de laatste tijd veel dikke schaakboeken, maar Amos Burn, A chess biography van Richard Forster, met 972 grote bladzijden, slaat alles. De Engelsman Burn (1848-1925) hoorde nooit bij de beste drie spelers van de wereld, maar wel heel lang bij de beste tien. Van beroep was hij koopman; afwisselend in Engeland en Amerika vergaarde en verloor hij fortuinen in de suiker-, olie- en ijzerhandel. Dat klinkt niet oninteressant, maar het beeld dat Forster oproept is dat van een stille, in zichzelf gekeerde, niet onvriendelijke, maar vooral: erg saaie man. Als hij schaakte, ging hij daar volledig in op: urenlang zat hij onbeweeglijk aan het bord, sigarenas morsend, zonder op te kijken als er naast hem een tafeltje met drankjes omver werd gelopen.
    Burn bracht voor Forster de grootse schaakcongressen en toernooien van rond 1900 weer tot leven, zegt hij - maar dat lukt hèm niet voor ons. Forster is een nauwgezet historisch onderzoeker en publicist, maar hier is zijn nauwgezetheid teveel van het goede. Zijn boek is 'een liefdewerk van vijf jaar' geweest, maar er zouden nog een paar jaar nodig zijn geweest om die massa gegevens terug te brengen tot 300 bladzijden waarin het verhaal ècht tot leven kwam. En Forsters stijl steekt flets af bij de citaten van Burns tijdgenoten. Je zou haast een gepensioneerde achter zo'n boek vermoeden, maar Forster is dertig en, helemaal ongerijmd, een zeer sterk schaker: internationaal meester en Zwitsers topspeler. Maar die carrière heeft hij min of meer opgegeven voor zijn werk (hij is afgestudeerd econoom en informaticus), en voor boeken zoals dit.
    Bewonderenswaardig, maar van mij mag het minder serieus. En wat evenwichtiger. Over Burn in Amerika komen we alleen iets te weten als dat sporen heeft nagelaten in schaakpublicaties. Misschien is zijn vrouw bij hem weggelopen, maar méér dan dat zij na 1901 niet meer in officiële stukken voorkomt, heeft Forster niet kunnen vinden. Goed, het is een schaakbiografie, maar met al die Liverpoolse clubbesognes en county-kampioenschappen en alle bijna duizend vindbare partijen van Burn, wordt dat juist teveel.
    Als ik uitgever was, en iemand kwam bij mij met een dergelijk pak papier, dan zou ik zeggen: 'Mooi materiaal heb je verzameld. Ik ben benieuwd naar het boek.'

Eén vondst die Forster deed in een lokale rubriek, maakt echter het hele boek waard.

Macdonald - Burn, Liverpool 1910
Zwart aan zet

Zwart lijkt verloren. Maar Burn stond bekend als een taai verdediger. 33...Dg4 Een van de meest verbluffende zetten ooit gespeeld - maar die pas bijna een eeuw later algemeen bekend werd. Na 34.Txg4 (34.Dxg5+ Dxg5 35.Txg5+ Kh6) Pf3+ 35.Kg2 Pxd2 36.Txg5+ Kh6 37.h4 Pxb3 won Zwart ten slotte.

Als het moest, dan kon Burn aanvallen. Op zijn 62ste vaagde hij de 22-jarige Tartakower weg, toen die daar om vroeg.

Tartakower - Burn, Karlsbad 1911
1.e4 e5 2.f4 Lc5 3.Pf3 d6 4.fxe5 dxe5 5.c3 Pc6 6.b4 Lb6 7.Lb5 Pf6 8.Pxe5 O-O 9.Pxc6 bxc6 10.Lxc6 (zie diagram)
10...Pxe4! Nu gaat 11.Lxa8 (11.Lxe4 Dh4+) Lf2+ 12.Kf1 La6+ niet. 11.d4 Df6 12.Lxe4 Dh4+ 13.Kd2 Dxe4 14.Df3 Dh4 15.g3 Dg5+ 16.De3 Dd5 17.Te1 Lg4 18.Kc2 a5 19.bxa5 Txa5 20.La3 c5 Kraakt de witte stelling. 21.dxc5 Txa3 22.Pxa3 Lxc5 23.De5 Lf5+ 24.Kb2 Db7+ 25.Kc1 Lxa3+ 26.Kd2 Td8+ 27.Ke3 Td3+ 28.Kf2 Df3+ 29.Kg1 Td2 30.Db8+ Lf8 en Wit gaf het op.
    Burn deelde de eerste schoonheidsprijs voor deze overwinning.



© Tim Krabbé, 2005








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site