EEN NIEUWE MOZART
Bij schaakwonderkind-berichten denk ik vaak aan Mr. Straat, die in 1955 schreef: 'Botvinnik heeft verteld van een Russisch wonderkind, Yartzef, dat van de winter op zevenjarige leeftijd de sterkste spelers van zijn district heeft verslagen.' Nooit meer van vernomen. Vergelijkbare wonderen: 1981: 'Elfjarig meisje, Becky Ball, wint in simultaan van grootmeester Bisguier.' Van de aardbodem verdwenen. 1983: K.K. Karanja uit Kenia (8) wordt kinderkampioen van Amerika; Evans vindt hem beter dan Fischer op die leeftijd. Spoorloos. 1974: Zesjarige Indiër, Visvanath Apte 'is erin geslaagd binnen een uur tachtig ingewikkelde schaakproblemen op te lossen. Enige tijd geleden versloeg hij zelfs de nummer vier van New Delhi.' In rook opgegaan. En zo zijn er velen.
Maar ook: 1944: Twaalfjarige Spanjaard Arturo Pomar speelt heroische toernooipartij remise tegen wereldkampioen Aljechin. Grootmeester geworden, maar verre van wereldtop. 1900: Twaalfjarige wordt kampioen van Cuba - dat was Capablanca, wereldkampioen 1921-1927. 1976: 'De vermaarde Russische schaakgrootmeester Viktor Kortchnoi is in Londen door de tienjarige schooljongen Nigel Short verslagen. Short bracht de vedette uit de Sovjet-Unie zo in het nauw, dat deze rond zijn bord wandelend twee pakjes sigaretten oprookte.' Short werd wereldkampioenskandidaat. 1984: 'Op alle aanvallen van Kasparov had de kampioen van Cornwall een passend antwoord.' Deze kampioen, Micky Adams (12), maakte remise in die simultaan en werd vierde van de wereld. 1917: Samuel Reszchewsky (6) geeft simultaans in Polen. Later hoorde Sammy Reshevsky twintig jaar bij de wereldtop. (Na zijn dood bleek dat zijn ouders hem twee jaar jonger hadden gemaakt.)
En nu, 2004: 'De zoektocht naar Fischer is voorbij'; 'de Mozart van het schaken'; 'het monster met de duizend ogen,' wordt er geroepen over de dertienjarige (en nog geen elf lijkende) Noor Magnus Carlsen, die het Corus-C toernooi won. 'We moeten hem helpen, hij is een potentiële superster,' heeft Kasparov gezegd. Maar zal Carlsen, om maar iets te noemen, schaken leuk blijven vinden? Hij vond het niet meteen leuk. Op zijn vijfde ontpopte hij zich als geheugenwonder die naam, oppervlakte en inwonertal van alle 430 Noorse gemeenten kon opnoemen. Zijn vader leerde hem meteen schaken, maar het duurde drie jaar voor dat aansloeg. Jammer van de verloren tijd, zegt nu die vader; hoe sterk zou hij anders al zijn geweest?
Carlsen studeert dagelijks 4 à 5 uur op schaken. Hij schijnt een openingsboek maar open te hoeven slaan of hop! - hij kent alweer een nieuwe opening. Hij speelt er veel, en heeft een open, actieve en aantrekkelijke stijl. Zijn offerpartij tegen Ernst is al de wereld rondgegaan, maar misschien nog veelbelovender vond ik een partij waarin hij lang slecht stond, taai verdedigde, en toesloeg toen het kon.
Gagunashvili - Carlsen, Corus-C 2004
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 a6 5.a4 e6 6.Lg5 Pbd7 7.a5 dxc4 8.e4 h6 9.Lh4 Lb4 10.Da4 Lxc3+ 11.bxc3 g5 12.Lg3 Pxe4 13.Dxc4 Pxg3 14.hxg3 c5 15.Le2 cxd4 16.Td1 dxc3 17.Dxc3 Df6 18.Db4 De7 19.Td6 Pf6 20.Dd4 e5 Typisch Carlsen: een pionoffer om de loper te activeren. Maar 20...b5 21.axb6 Lb7 was beter. 21.Pxe5 Le6 22.f4 Td8 23.Da4+ Kf8 24.Txd8+ Dxd8 25.fxg5 Pd5 26.gxh6 Dg5 27.Da3+ Ke8 Nu komt Zwart echt slecht te staan; beter was Kg8. 28.Th5 Df6 29.Ld1 Pe7 30.Df3 Pf5 (zie diagram) 31.La4+ Vrijwel winnend is 31.Pg4 De7 32.Dc3 enz. 31...Kf8 32.Da3+ Nu staat Zwart beter. 32...Kg8 33.Pg4 Dd4 34.Ld1 Kh7 35.Le2 Te8 36.Dd3 Dg1+ 37.Kd2 Tc8 38.Lf1 Dc5 39.Pe3 Dc1+ 40.Ke2 Tc3 41.Dxc3 Dxc3 42.Pxf5 Lc4+ 43.Kf2 Dd2+ 44.Kg1 Lxf1 en Wit gaf het op.
© Tim Krabbé, 2004
Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site