DE BRUG EN HET PLEIN

Wie vanuit het Vondelpark in Amsterdam over de Hein Donnerbrug loopt, komt op het Max Euweplein. Dat hadden ze in Winterswijk, in 1943, niet kunnen bedenken.
    In 1977 schreef Hein Donner in Schaakbulletin: 'Net vijftien, was ik uit logeren gestuurd in de gemeente Wisch, Gelderland, om wat bij te eten. Daar was ook dat meisje. Bij de eerste kennismaking trok zij haar rok op en vroeg of zij mooie benen had. Een toekomstig groot kunstenaar zou anders gereageerd hebben - Goethe, Wagner, Mulisch - maar ik was verlamd van schrik. Ik ben dan ook schaker geworden, op dat moment de kunst zojuist machtig. Het weekeinde bleek zij ook nog de dochter van God te zijn. In ondoorgrondelijke goedheid stond hij mij toe een partijtje met hem te spelen. Een Slavische opening, hij won het eindspel.'
    In zijn biografie Donner (1994) gaf Alexander Münninghoff een gekuiste versie van de historische ontmoeting. Van meisjesbenen was geen sprake, Wisch was Winterswijk waar het gezin Donner in een hotel logeerde, en Hein was geen vijftien maar zestien. Maar 'Donners geestkracht tegenover de feiten', zoals hij het zelf noemde, was nu eenmaal legendarisch. Op een ochtend hoorde Hein 'vrolijke meisjesstemmen' in het hotel. Aan een dienstmeisje vroeg hij wie dat waren; de dochters van Euwe. Euwe zelf zou ook komen, in het weekend.
    Als ware schaker zal Donner meer hartkloppingen hebben gehad om de ontmoeting met de ex-wereldkampioen, en de droom misschien een partijtje tegen hem te mogen spelen, dan om die meisjes. Het was in die tijd ondenkbaar dat een schooljongen zomaar een volwassene zou uitdagen, maar toen Euwe er was, zorgde de prominentie van Donners vader, een ex-minister van Justitie en lid van de Hoge Raad, ervoor dat de families kennismaakten, en dat de altijd bereidwillige Euwe, toen hij van de schaakliefde van die jongen hoorde, voorstelde om na het eten dan maar eens een partijtje te spelen.
Donner - Euwe, Winterswijk 1943
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 dxc4 5.a4 Lf5 6.Pe5 e6 7.f3 Lb4 8.Lg5 c5 9.dxc5 Dxd1+ 10.Txd1 Pd5 11.e4 f6 12.exd5 exd5 13.Txd5 fxg5 14.Lxc4 (zie diagram) Zwarts opening is mislukt; met 14.Pxc4 had Wit goede kansen kunnen krijgen. Nu werd hij langzaam in de verdediging gedrongen. 14...Le6 15.Td1 Lxc4 16.Pxc4 O-O 17.O-O Lxc5+ 18.Kh1 Pc6 19.Pe4 Le7 20.Td7 Tab8 21.Pa5 Pxa5 22.Txe7 g4 23.Td1 Tbd8 24.Tdd7 Txd7 25.Txd7 Tc8 26.Kg1 gxf3 27.gxf3 Tc1+ 28.Kg2 Tc2+ 29.Td2 Txd2+ 30.Pxd2 Kf7 31.Kf2 Ke6 32.Ke3 Kd5 33.Kd3 Pc6 34.b3 Pd4 35.h4 Pf5 36.h5 Pg3 37.h6 gxh6 38.f4 h5 39.Ke3 Pf5+ 40.Kf3 Kd4 en Wit gaf het op. De partij duurde een uur.
    Een bijzonder goede partij voor een jongen die pas twee jaar schaakte, en Euwe zei dat hij veel aanleg had. In een roman over twee schakers zou het een beslissend moment voor beiden zijn: de schooljongen die nu helder zijn levenspad voor zich ziet; de grote man die zich schuldig voelt aan de maatschappelijke ondergang van die jongen, want Hein Donner was voor iets anders in de wieg gelegd dan voor het bohémien-bestaan van beroepsschaker.
    In werkelijkheid is het ook een beetje zo gegaan. Donner onttroonde Euwe in 1954 als kampioen, en volgde hem later op als de beste schaker van Nederland, maar meer dan een brug naar een plein is hij nooit geworden. Euwe heeft hem altijd geholpen. Hij bezorgde hem de enige baan die hij ooit had (computerprogrammeur bij IBM), maakte hem medewerker aan bladen en boeken, en FIDE-afgevaardigde voor Nederland. Kort voor Euwe's dood maakten de twee nog samen een propagandareis naar de Arabische wereld.
    Donner, die als schrijver op zijn best was als hij beledigde, en die dat met de hele Nederlandse schaakwereld heeft gedaan, ontzag Euwe. Hem sprak hij aan met 'Grandmaître', en als hij schreef met: 'Gij grote en goede.' Hij won nooit één partij tegen hem. Prins, Cortlever, Van Scheltinga, Mühring, Kramer, Bouwmeester, Barendregt, allemaal wonnen ze wel een keer, maar hij nooit. Zijn laatste kans kwam in 1977, toen God 76 was, en de schooljongen 50.

Donner - Euwe, Amsterdam 1977
1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.Pf3 a6 4.e3 Pf6 5.Lxc4 e6 6.O-O c5 7.a4 Pc6 8.De2 Le7 9.dxc5 Lxc5 10.e4 e5 11.h3 (zie diagram) '11.Lxf7+ had natuurlijk direct gewonnen,' schreef Donner. Zo natuurlijk is dat niet; er volgt dan Kxf7 12.Dc4+ Ke8 13.Dxc5 Pxe4 14.De3 Lf5 en Zwart kan zich redelijk verdedigen. 11.Pg5! is sterker; Wit wint dan een pion: Le6 (0-0 12.Pxf7 enz.) 12.Lxe6 fxe6 13.Pxe6 Donner: 'Hij deed zijn uiterste best mij terwille te zijn, maar ik kòn blijkbaar niet meer.' 11...O-O 12.Pc3 Pd4 13.Pxd4 exd4 14.Pd5 Pxd5 15.Lxd5 Le6 16.Lxe6 fxe6 17.Dd3 La7 18.Ld2 Tc8 19.Tfc1 Dd7 20.b3 h6 21.Txc8 Txc8 22.Tc1 Txc1+ 23.Lxc1 b5 24.axb5 axb5 25.Ld2 e5 remise. 'Daarbij moet het ook maar blijven,' schreef Donner. Euwe, wiens honderdste geboortedag deze maand wordt gevierd, overleed in 1981, Donner in 1988.

© Tim Krabbé, 2001


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |