DE RECORD AFPAKKER

Vorige week schreef ik over 'zeeslangen' (problemen met lange oplossingen) en over een 257-zet van Kofman en Blathy die 'in zekere zin' nog steeds de recordhouder zou zijn. Dat voorbehoud sloeg op een claim van Lutz Neweklowsky uit Karslruhe, die de schaakwereld onlangs liet weten dat hij dit record op twee manieren zou hebben verbeterd. Ten eerste met deze tweehonderdzevenenzestigzet. (Zie diagram.)

Mat in 267
L. Neweklowsky, 2002
Een ongewoon soort stelling voor een zeeslang. De oplossing luidt: 1.Dxf6 Lxf6 2.Lxf6 Pxf6 3.Lxg2+ Kxg2 4.Txg1+ hxg1D 5.Pxg1 Kxg1 Ik neem aan dat Zwart, als hij niet steeds terugslaat, sneller mat gaat. Nu is een beroemde stelling ontstaan: het langste geforceerde mat ooit gevonden met de database techniek. Die resterende 262 zetten zijn o.a. te vinden in Schaken met God.
    Een echt probleem is dit natuurlijk niet, en er zal wel snel een recordjager opstaan die een langere inleiding aan dat database-mat weet vast te knopen. Maar geforceerd is geforceerd, en 267 is meer dan 257.

De andere record-claim van Neweklowksy is de 271-zet van het diagram hieronder. Ik weiger om daar, zoals die record-afpakker doet, Neweklowsky, naar Petrovic bij te zetten. Petrovic is een beroemde task-componist die veel probleemrecords op zijn naam heeft, en dit is een van zijn bekendste. De enige verdienste van Neweklowsky, die het ook nodig vond om het diagram gespiegeld te geven, is dat hij met behulp van een computer ontdekte dat Zwart het mat één zet langer kan uitstellen dan Petrovic dacht; die publiceerde het als 270-zet.
    Het diagram maakt meteen ook zichtbaar wat het voorbehoud bij dit probleem is: de stelling is legaal, het probleem is correct, en 271 zetten is onovertroffen - maar het is een zeer ernstige bedenking voor ieder probleem wanneer in een beginstelling gepromoveerde stukken voorkomen.
Wit geeft mat in 271
N. Petrovic, 1969

    Met 1.Lb1 moet Wit d3 eruit halen. Omdat Zwarts koning nu niet kan spelen wegens 2.Ka6 en snel mat, moet Zwart één van de pionzetten doen waarmee hij het mat kan uitstellen, bijvoorbeeld 1...h4 Om Zwart nu opnieuw tot zo'n zet te dwingen, moet Wit met een 23-zettige manoeuvre een tempo verliezen. 2.Ka4 3.Ka3 Zwart kan alleen met de koning heen en weer spelen. 4.Ka2 5.Ka1 6.La2 7.Kb1 8.Kc1 9.Kd1 10.Lb1 d3 moet verhinderd blijven. 11.Ke1 Pas hier kan Wit een driehoekje maken om een tempo te verliezen. 12.Kf1 Ook Kf2-f1-e1 kan natuurlijk. 13.Kf2 14.Ke1 15.Kd1 16.Kc1 17.La2 18.Kb1 19.Ka1 20.Lb1 21.Ka2 22.Ka3 23.Ka4 24.Ka5 Wie goed heeft meegeteld, weet dat de zwarte koning nu op b7 staat, zodat Zwart nu weer een pionzet moet doen, bijvoorbeeld 24...f5 Op dezelfde manier, met tussenpozen van 23 zetten, dwingt Wit nu alle zwarte pionnen naar voren - op de 47ste, 70ste, 93ste, 116e, 139ste, 162e, 185ste, 208e en 231ste zet doen ze hun niet begeerde stapje. Als Wit dan op de 254ste zet voor de elfde maal Ka5 doet, is Zwart eindelijk gedwongen tot 254...Kc8. Er volgt 255.Ka6 en nu ging Petrovic verder met 255...f2, maar zoals Neweklowksy vaststelde houdt Zwart het één zet langer vol met 255...Kd8 Er volgt: 256.b7 Pd7 257.Lxf3 h1D 258.Lxh1 d3 259.exd3 f3 260.Lxf3 Ke7 261.b8D Pxb8+ 262.Lxb8 c2 263.Lxc2 Ke6 264.b6 Kf6 265.b7 Ke6 266.Lc7 f4 267.b8D Ke7 268.Dg8 h2 269.Ld8+ Kd7 270.Lc6+ Kxc6 271.De6 mat.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site