HET LOT VAN 13.Lb5

Soms vraag je je af wat er van je jeugdhelden is geworden. Eén daarvan was, in 1955, de zet 13.Lb5; de held van een van de mooiste waargebeurde schaakverhalen; 'De drie van Gothenburg'.
    In de 14e ronde van het Interzonale Toernooi in Gothenburg in 1955 hadden drie Russen wit tegen drie Argentijnen. Die hadden tegen 1.e4 steeds Siciliaans gespeeld, met weinig succes. Het lag voor de hand dat de Russen daar gebruik van wilden maken, maar ook dat de Argentijnen zich daarop zouden voorbereiden.

Geller - Panno, Keres - Najdorf en Spassky - Pilnik
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lg5 e6 7.f4 Toen vrij nieuw; Df3 was gebruikelijk. 7...Le7 8.Df3 h6 9.Lh4 g5 Het voorbereide nieuwtje, de 'Argentijnse Variant'. 10.fxg5 Pfd7 11.Pxe6 Voor de hand liggend, en natuurlijk voorzien door de Argentijnen. 11...fxe6 12.Dh5+ Kf8 (zie diagram)
    Het was uiteraard een spieken van jewelste. Geller had als eerste Pxe6 gespeeld, en Keres en Spassky wachtten tot hij de weg zou hebben gewezen. De altijd vrolijke Najdorf stond samen met Pilnik bij Gellers bord te kijken, en zei: 'Dit hebben we allemaal geanalyseerd, je staat verloren.' Toen speelde Geller 13.Lb5! - voor het bord vond hij wat de Argentijnen bij hun analyses was ontgaan. 13...Pe5 De loper is onkwetsbaar wegens 0-0+ 14.Lg3 Lxg5 De pointe van Lb5 is dat Zwart geen paard op e5 kan handhaven; een ondersteunend paard op c6 of d7 kan geslagen worden. Panno verloor snel na 15.O-O+ Ke7 16.Lxe5 Db6+ 17.Kh1 dxe5 18.Df7+ Kd6 19.Tad1+ Dd4 20.Txd4+ enz.
    Toen Najdorf en Pilnik dat zagen, kozen ze een andere weg: 13...Kg7 14.O-O Pe5 15.Lg3 Pg6 16.gxh6+ Txh6 17.Tf7+ Kxf7 18.Dxh6 axb5 19.Tf1+ Ke8 20.Dxg6+ Kd7 21.Tf7 Pc6 22.Pd5 Txa2 Beter exd5, maar Wit wint toch met 23.Dxd6+ Ke8 24.Dg6. Keres speelde nu 23.h4, en na Dh8 24.Pxe7 Pxe7 25.Dg5 gaf Najdorf het op. Spassky deed 23.h3 met hetzelfde vervolg, maar Pilnik speelde na 25.Dg5 nog door: 25...Ta1+ 26.Kh2 Dd8 27.Dxb5+ Kc7 28.Dc5+ Kb8 29.Lxd6+ en Wit won snel.

Toch was dit debacle niet het einde van de Argentijnse Variant. In Gligoric - Fischer, Bad Portoroz 1958, liet de 15-jarige Fischer zien wat de Argentijnen hadden gemist: 13...Th7! en Zwart blijft overeind. Na 14.Dg6 Tf7 15.Dxh6+ Kg8 16.Dg6+ Tg7 17.Dxe6+ Kh8 18.Lxd7 Pxd7 19.O-O-O Pe5 20.Dd5 Lg4 21.Tdf1 Lxg5+ 22.Lxg5 Dxg5+ stond Zwart wat beter; het werd remise.
    Maar over het latere leven van 13.Lb5 wist ik niets. In de databases ontdekte ik dat Fischers Th7 een tijdlang fraai weerlegd leek door een tweede stukoffer in Parma - Larusson, Den Haag 1961: 14.0-0+ Kg8 15.g6 Tg7 16.Dxh6 Lxh4 17.Tf7 Txf7 (Df6 is later in een paar partijen verkeerd afgelopen) 18.gxf7+ Kxf7 19.Dh5+ Kf8 20.Tf1+ Lf6 21.e5 dxe5 22.Lxd7 Pxd7 25.Pe4 De7 26.Dh8+ Kf7 27.g4 Df8 28.Dh5+ Kg8 29.Txf6 Pxf6 30.Dg6+ Kh8 31.Pxf6 en Zwart ging mat. Maar in Matulovic - Ciric, Serajevo 1966 kwam Zwart terug met 28...Ke7! 29.g5 Dg7 30.Kh1 (zie diagram) 30...b5! 31.gxf6+ Pxf6 20.Txf6 Lb7 33.Df3 Tg8 34.Da3+ Kd7 en na nog een paar schaakjes gaf Wit op. (Ik heb in beide partijen een paar zetverwisselingen en herhalingen genegeerd.)
    Dat betekende dat de Argentijnen toch gelijk hadden gekregen; 9...g5 is goed omdat Wit na 18...Kxf7 remise door eeuwig schaak moet nemen. Na 1968 is de eens zo flamboyante Argentijnse Variant dan ook alleen nog gebruikt voor afgesproken remises als Matulovic - Gheorgiu, Athene 1969: 19.Tf1+ Lf6 20.Dh7+ Kf8 21.Pd5 exd5 22.Dh8+ Ke7 23.Dh7+ Kf8 remise.

Mijn jeugdheld, Gellers geniale 13.Lb5, is achter de geraniums terechtgekomen.

© Tim Krabbé, 2002


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site