EEN BEROEMDE, ONBEKENDE PARTIJOnlangs gaf Kasparov's website (www.kasparov.com) de stelling van het diagram links, een ware gouwe ouwe van het schaken, met de vraag: kan Zwart de promotie van de witte pion beletten?
Het onderschrift, NN - Lasker E., 1914, deed me denken aan een oude mop. Professor vraagt buitenlandse student: 'Kunt u mij vertellen welk orgaan dit is?' - 'Het levver, professor.' - 'Nee, dit is niet het levver, maar het lever. Bovendien is het niet het lever, maar de lever. En tenslotte is het niet de lever, maar het hart.'
De partij werd niet gespeeld in 1914 maar in 1903 (in Londen); 'Lasker, E.' had tenminste Lasker, Em. of Lasker, Ed. moeten zijn om de eeuwige verwarring tussen wereldkampioen Emanuel Lasker en zijn tijdgenoot (en ver familielid), de sterke meester Eduard Lasker te voorkomen; Laskers tegenstander was geen anonymus maar de veelvoudig Nederlands kampioen Rudolf Loman (1861 - 1932) die lang als organist in Londen werkte, en tenslotte won Emanuel Lasker (want die was het) deze partij niet met Zwart, maar verloor hij hem met Wit, in een simultaanseance aan 20 borden. Zo bekend als het slot werd, zo onbekend bleef de hele partij - al was die ook in andere fasen heel boeiend.
Lasker - Loman, simultaan, Londen 1903
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.d4 exd4 6.O-O Le7 7.Te1 O-O 8.e5 Pe8 9.Lb3 Pa5 10.Dxd4 Pxb3 11.axb3 d5 12.b4 c6 13.b5 cxb5 14.Pc3 Pc7 15.Le3 Lf5 16.Dd2 Dd7 17.Pd4 Lb4 18.Tad1 Tac8 19.De2 Lg6 20.f4 Lxc3 21.bxc3 Le4 22.Df2 f6 23.exf6 Txf6 24.Pb3 Pe6 25.Pd4 Txc3 26.Td2 Tg6 27.f5 Pxd4 Loman heeft Laskers pionoffer weerlegd, maar nu mist hij zijn kans: 27...Txg2+ 28.Dxg2 Pxd4 29.Lxd4 Lxg2 30.Txg2 Tc5 31.Txg7+ Dxg7+ 32.Lxg7 Kxg7 en wint. Er volgde: 28.fxg6 Pxc2 29.Lc5 Txc5 30.Txe4 Tc8 31.Tf4 Dc6 (zie diagram) 32.Txc2! Dxc2 33.Dxc2 Ook 33.Tf8+ Txf8 34.Dxc2 hxg6 35.Dxg6 wint, maar dit is grappiger. 33...Txc2 34.Tf8+ Kxf8 35.gxh7 Zwart heeft nu alleen nog wat wraakschaakjes. 35...Tc1+ 36.Kf2 Tc2+ 37.Kg3 Tc3+ 38.Kg4 Een vreselijke blunder - Wit had over de onderste rijen naar de toren moeten lopen. 38...Tc4+ 39.Kg5 en we zijn in het eerste diagram. 39...Th4! 40.Kxh4 g5+ 41.Kxg5 Kg7 en Lasker gaf het op.
Het 'zetje van Loman' duikt nog steeds in partijen op, en is ook in studies bewerkt. (Zie diagram.)
Wit speelt en wint
D. Gurgenidze, 1975
Wit moet snel zijn, want er dreigt Da1+. 1.a8T+! Na 1.a8D+ volgt Kb5! 2.Da3 (anders weer Da1+) Db1+ met remise, want 3.Kxb1 is pat. 1...Kb5! Na 1...Kb4? 2.Ta3 loopt pion c6 gewoon door. 2.Ta3 Kb4 3.c7 b5 Wit moet nu promoveren, maar 4.c8D(T) Dxb2+ is weer pat. 4.c8P! en nu moet Zwart het zetje van Loman toelaten: 4...Kc5 5.Txa2 bxa2 6.b4+ Kxb4 7.Kb2 Had Wit op de vierde zet een loper gehaald dan zou nu volgen 7...a1D+ 8.Kxa1 Kc3 en Zwart maakt remise. Nu echter hangt pion d6, en na 7...Kc5 8.Pe7 enz. brengt Wit zijn koning naderbij en wint makkelijk.
© Tim Krabbé, 2002
Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site