EEN VERWOED LIEFHEBBER

Honderd jaar geleden ontstond een kleine legende in het schaken. In het grote toernooi van Monte Carlo in 1903 speelde, naast kampioenen als Schlechter, Pillsbury, Marshall en Tarrasch ook een Kolonel C. Moreau mee, die laatste werd met 0 uit 26. Toen ik die zesentwintig nullen voor het eerst naast elkaar zag staan, dacht ik: ziekgeworden, minstens de helft reglementair verloren, maar in de grote databases kan je die zesentwintig partijen van de kolonel allemaal achter elkaar naspelen; de enige die van hem bewaard zijn gebleven.
    Kolonel Moreau is het antwoord op de vraag die iedere clubschaker zich wel eens stelt: 'Als ik nou eens in een echt grootmeestertoernooi kon meedoen, hoe zou ik het er dan af brengen? Eén of twee remisetjes zou ik toch wel halen, en je weet maar nooit; die grootmeesters maken toch ook wel eens een blunder?'
    De kolonel kwam geen enkele keer ook maar in de buurt van een remise, zelfs niet in de ene partij waarin hij gewonnen stond.

Marshall - Moreau, 23ste ronde
1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 g5 4.Lc4 g4 5.O-O In My Fifty years of chess schreef Marshall: '"Wat is dit?" kan ik de lezer horen uitroepen, "een Muzio Gambiet in een echte toernooipartij?" Wel, het toernooi was bijna afgelopen, en ik wilde wat plezier beleven."' 5...gxf3 6.Dxf3 Df6 7.e5 Dxe5 8.Lxf7+ Kd8 Het aannemen van het tweede offer is gevaarlijk; tot op vandaag verliest Zwart er partijen mee. 9.d4 Dxd4+ 10.Kh1 Lh6 11.Ld2 Dg7 12.Lb3 Pc6 13.Lc3 Pe5 14.Dd5 d6 15.Td1 Ld7 16.La4 (zie diagram) Natuurlijk is zo'n gambiet een verkeerde keus voor een kampioen tegen een kruk; je kan beter in gelijke stelling op een fout wachten dan in verloren stelling. Hier had Zwart twee voor de hand liggende zetten om bij betere stelling een stuk voor te blijven; 16...f3 17.gxf3 Lxa4 (of ook Lf4! en Wit heeft niets meer) 18.Lxe5 (18.Dxe5 Df7 19.Dd5 Dxd5 20.Txd5 Pe7) Lc6 19.Lxg7 Lxd5 20.Lxh8 Lxf3+ 21.Kg1 Lxd1 en ook 16...Pf6 17.Lxe5 (17.Dxb7 Tc8 18.Lxd7 Pfxd7) 17...Pxd5 18.Lxg7 Lxg7 19.Txd5 Lxb2 enz. Echter: 16...Lc6?? Als je nou perse de d-lijn wilt openen voor je tegenstander, doe dan tenminste Lxa4, en blijf nog iets beter staan. 17.Lxc6 bxc6 18.Dxe5 Dg4 19.Pa3 Kd7 20.Pc4 f3 21.Txd6+ cxd6 22.Dxd6+ Kc8 23.Dxc6+ Kd8 24.Td1+ Ke7 25.Dd6+ Ke8 26.Te1+ Kf7 27.Pe5+ Ke8 28.Pg6+ Kf7 29.Pxh8 mat.

In het toernooiboek wordt Moreau omschreven als 'een verwoed liefhebber', die niet aan het toernooispel gewend was. Zo vergat hij vaak zijn klok in te drukken, wat weinig uitmaakte omdat hij heel snel speelde. Hij was 'misschien sterker dan zijn resultaat doet vermoeden', maar door zijn 'voortgeschreden leeftijd' (80? - 110?) raakte hij snel vermoeid. Vaak maakte hij blunders, maar meestal zakte hij gewoon in, als een keukenweegschaaltje onder een rotsblok.

Maroczy - Moreau, 15e ronde
1.e4 e5 2.d4 exd4 3.Dxd4 Pc6 4.De3 Le7 5.Pc3 d6 6.Ld2 Le6 7.O-O-O Lf6 8.f4 Dc8 9.Pf3 Ph6 10.h3 Lxc3 11.Lxc3 O-O (zie diagram) 12.f5 Ld7 13.f6 Pe5 14.Pxe5 gxf6 15.Dg3+ Kh8 16.Pxd7 en Zwart gaf het op.

Of Moreau na dit toernooi nog net zo'n verwoed liefhebber was, vermeldt de geschiedenis niet. Die vermeldt helemaal niets; als een komeet verscheen de kolonel aan de schaakhemel, als een komeet verdween hij weer. Maar op een andere prangende vraag, 'Hoe kwam Moreau eigenlijk in dat toernooi terecht?' is wèl een antwoord - tot volgende week.

© Tim Krabbé, 2003


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site