PATRAMPEN (20 augustus 2005)

De patjes uit partijen die ik de vorige week liet zien, inspireerden me om mijn database grondig op zulke rampen te doorzoeken. Want pat ìs een ramp voor de gewonnen staande speler die argeloos vergeet dat een overwicht plotseling zó groot kan zijn dat het tegen hem gebruikt kan worden.

Wit aan zet
McNab - Groszpeter, Aalborg 1992

Dat Zwart hier doorspeelde was niet mooi van hem, maar misschien ontbrak hem wegens tijdnood de tijd om op te geven. Maar hij zag wel een schitterende redding. Alles won voor Wit, maar 51.Lf6, recht op het mat af, leek het snelst. Voor Ph3+ was hij niet bang; er volgt 52.Kh2 Dxf1 53.Dh7+ en mat. Hij moet compleet verrast zijn door 51...Pf3+! En ineens is het remise. 52.exf3 Dxf1+ 53.Kh2 Dh1+ 54.Kxh1 is pat, en 52.Kf2 De1+ 53.Kg2 is hetzelfde als in de partij: 52.Kg2 Dxe2+ 53.Lxe2 met een hemeltergend penpat.

Zwart aan zet
Motyka - Trombik, Trinec 2001

Met drie pionnen meer kan dit geen probleem meer zijn. Makkelijk was 52...Tf2+ 53.Kg5 g3, maar 52...Tb4+, om pion g4 met schaak te dekken, lag voor de hand. Want 53.Kg5 ging immers niet, wegens 53...Tb5 met torenruil? Andere zetten wonnen nog, bijvoorbeeld het aardige 53...g3 54.Td8+ Kh7 55.Tf8 Tg4+ 56.Kxg4 g2 enz. Na 54.Kh6! moet Zwart van zijn stoel gevallen zijn van ontzetting. Tegen de matdreiging Td8 helpt slechts één zet, 54...Txd5 Maar dat is pat.

Wit aan zet
Kreiling - Kuhn, Bad Zwesten 2002

Wit is in tempodwang. Dat gaat hem pion a4 kosten, en daarmee de partij. 37.Pxd5 Wanhoop, maar slimme wanhoop. Net als in één van de patrampen van de vorige week wil Wit geen slapende honden wakker maken - na 37.Pxe4 zou Zwart zien dat Lxe4 pat is, en zijn argwaan zou zijn gewekt. 37...cxd5 Ook 37...exd5 was goed, bijvoorbeeld 38.e6 Kxg6 39.Ke5 Ld1 40.Kd6 Kf6 41.e7 Lh5 enz. 38.c6 Lxa4? Hij trapt er zowaar in. 38...Kxg6 won, want na 39.c7 keert het patargument, de beknelling van zijn koning, zich tegen Wit - 39...Kh5 40.c8D g5 is dan mat. Nu was het na 39.c7 Ld7 40.c8D Lxc8 pat.

Wit aan zet
Honfi - Lengyel, Boedapest 1963

Door zijn opgesloten toren heeft Wit niets tegen Tb2-b3xc3. 47.Lc8 Een geniale val. 47...Tb2+ 47...a5+ won; 48.Kb5 Tb2+ 49.Kxa5 Kxc5 50.g7 en nu zou Tg2 51.Lg4! enz. pat zijn, maar 50...Tb6 51.Lxb7 Txb7 52.Ka6 Txg7 wint. Met de pion op a6 mist Zwart die matdreiging, en dus: 48.Ka5 Kxc5 49.g7 Tg2 50.Lg4 Txg4 51.g8D Txg8 pat.

© Tim Krabbé, 2005








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site