HET REMISE-KAMPIOENSCHAP

De vervelende match Kramnik - Leko heeft de discussie weer aangewakkerd over de strijdloze remise. Toevallig stuurden in dezelfde tijd tien prominente dammers, onder wie mijn benedenbuurman, een brief aan hun wereldbond over hùn remise-probleem: dat het krachtsverschil tussen twee spelers vaak wordt afgerond tot nul doordat het eindspel van drie dammen tegen één niet te winnen is. Nu willen ze die plusremises als een halve overwinning tellen, met scores als 2-0, 1½-½ en 1-1. Andere coryfeeën als Sijbrands en Wiersma zijn daar tegen.
    Zou inderdaad zo'n plusremise-bonus niet al te zeer in het wezen van het spel ingrijpen? Zou je dan niet al in het middenspel, of zelfs de opening, wegen kunnen kiezen die mikken op zo'n plusremise? En zijn er aan de andere kant niet juist schitterende combinaties bekend waarmee een slechtstaande speler geniaal naar een één-tegen-drie ontsnapte?
    Schaken kent de enigszins vergelijkbare patregel - ook die schenkt de eigenlijk-verloren-staande speler remise, en ook die is wel eens voorgedragen voor opheffing. Ik moet er niet aan denken. Geen dolle torens en verkeerde randlopers meer, één pion tegen de koning-alleen altijd gewonnen. Pat 'voegt nu juist het vleugje onbehoorlijke onzin toe dat schaken zo'n schitterend spel maakt,' zoals ik eens heb geschreven.
    Ik weet niet of de 'remisedood' ooit is uitgeroepen in het dammen - bij schaken deed Capablanca dat in de jaren twintig. Eigenlijk bedoelde hij dat hijzelf de perfectie had bereikt en dat het tegen een tweede Capablanca altijd remise zou worden, en zijn remisedood lijdt nu een kommervol bestaan; er wordt op het hoogste niveau woester geschaakt dan ooit. Soms wordt dat remise.
    Dat de remise-mogelijkheid kan worden misbruikt, zoals Kramnik en Leko deden, is vervelend maar onvermijdelijk. Om de zoveel tijd wordt er gesproken over een verbod om vóór de dertigste of veertigste zet remise aan te bieden, en zo'n regel is ook wel eens van kracht geweest - maar wat te doen tegen een partij als deze?

Adorjan - Karpov, Groningen 1967
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.Lxc6 dxc6 5.O-O Lg4 6.h3 h5 7.c3 Dd3 8.hxg4 hxg4 9.Pxe5 (zie diagram) 9...Ld6 10.Pxd3 Lh2+ remise; een grapje dat bekend werd door een analyse van Fischer. Je kunt moeilijk eisen dat die loper nòg tien keer naar h2 gaat.

Een lezer, Aidan McGee, wees mij erop dat Adorjan en Karpov slechts wegbereiders waren, en dat hun remisepartij sindsdien tweeënnegentig maal is gespeeld. Soms wordt meteen remise gegeven, soms herhaalt men de zetten nog een paar keer. Er zijn echte liefhebbers: Donchev speelde driemaal zo remise, met verschillende kleuren, waarvan tweemaal in één Bulgaars kampioenschap. Gufeld deed het vier keer, maar de grote man is hier een zekere grootmeester Shtyrenkov met zes; twee keer met Zwart en vier keer met Wit, en één keer in twee opeenvolgende ronden.

Razend populair is ook 1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.cxd5 cxd5 5.Pc3 Pc6 6.Lf4 Lf5 7.e3 e6 8.Ld3 Lxd3 9.Dxd3 Ld6 10.Lxd6 Dxd6 remise. (zie diagram)
Exact zo ging het in 142 toernooipartijen, met als première Flohr - Kostro, Polanica Zdroj 1967. Onder de navolgers vinden we illustere namen als Vaganian, Adorjan, Ivkov, Portisch, Sjirov, Kramnik en Andersson. De grote man is hier echter de Kroatische grootmeester Cvitan, met negen van deze remises. Hij deed het tweemaal tweemaal in één toernooi, en driemaal tegen I. Nemet. (Eén keer waren die twee het al eens na 10.Lxd6, maar dat zien we door de vingers.) E. Kahn staat op tien, waarvan twee binnen één maand tegen L. Seres. Ook Shtyrenkov duikt hier op, met drie van deze remises, twee met Zwart en één met Wit. Tellen we ook remises van twee zetten langer (meestal 11.0-0 0-0 12.Tac1 Tac8), dan is deze remisepartij 845 maal gespeeld. Kahn heeft er zo vijftien op zijn naam, en Cvitan tweeëntwintig, waarbij een vierde tegen Nemet. Die doet het ook wel eens met anderen, en staat op zes. Shtyrenkov heeft er dan zeven.

Ik stel een toernooi voor om het remise-wereldkampioenschap met Cvitan, Nemet, Kahn en Shtyrenkov. Formaat: duizendrondige vierkamp. Lokatie: een verlaten booreiland.

© Tim Krabbé, 2004


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site