ROKEREN OP DE HONDERDSTE ZET (9 juli 2005)

Onlangs stuurde de bekende Amsterdamse schaker Arne Moll mij een partij waarin hij op de honderdste zet gerokeerd had. Dat zou een verbetering van het record zijn met maar liefst 52 zetten, en er was dan ook wel iets op aan te merken. Het was gebeurd in een internet-vluggertje, en hij nam aan 'dat het in snelschaken waarschijnlijk ook helemaal geen record' was. Ik zou niet weten waarom niet, mij is het nooit opgevallen dat er in vluggertjes later gerokeerd wordt. Molls partijtje was echter geen gewoon vluggertje, maar bullet, waarbij de spelers één minuut voor de hele partij krijgen. Het is alleen al een wonder van muismanschap om dan honderd zetten te halen. De recordpartij (Moll had Zwart) begon met 1.e4 d5 2.exd5 Pf6 3.Pc3 Lg4 4.d3?? Lxd1 Bij bullet moet men steeds anticiperen op de zet van de tegenstander, en dat gaat vaak mis. Moll won nog veel meer stukken, ergerde zich eraan dat zijn tegenstander niet opgaf, en zette hem daarom niet mat, maar haalde zoveel mogelijk dames. Toen hij er vijf had en de negentigste zet was bereikt, realiseerde hij zich dat hij nog steeds mocht rokeren, en hij koos de honderdste zet om dat te doen. De volgende zet was het mat.

Niet zolang geleden kwam ik ook het vroegste voorbeeld tegen van een ongewoon rokade-effect.

Wit speelt en wint
J. Moravec, 1931

Na 1.Th3 rokeert Zwart. 1.Lb8 is een mechanische verhindering van die rokade. 1...d2 Txb8 2.Th3 Kd8 3.Kd6; ook b5 2.Th3 of Ta2 2.Le5 helpt niet. 2.Ld6 Nu mag Zwart weer wel rokeren, maar: 2...0-0-0 3.Tc3 mat.

Een bekende wending is het veroveren van een toren met een schaakje door de lange rokade - meestal als valletje, zoals in Strating - Van der Schilden, Haarlem 1996: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 c5 4.Pc3 cxd4 5.Pxd4 Pc6 6.e3 d5 7.cxd5 Pxd5 8.Pxc6 bxc6 9.Ld2 Tb8 10.e4 Pc7 11.Lf4 Txb2?? 12.Dxd8+ Kxd8 13.O-O-O+ en Zwart gaf het op. (De partij kan worden nagespeeld op het Palview bord onderaan.)

Dat kan ook met de korte rokade, al moeten we daarvoor bij de studies zijn.

Wit speelt en wint
V. Prigunov, 1990

1.0-0 Txh4 is remise, daarom 1.e7+ Kf7 2.e8D+ Kxe8 3.f7+ Kf8 4.Le7+ Kxe7 5.f8D+ Kxf8 Wat Zwart ook doet, zijn koning komt altijd op de f-lijn terecht. En dan volgt 6.O-O+ en Wit wint.

Zowel met de lange als met de korte rokade zijn er voorbeelden van horizontale torenwinsten, maar geen is zo mooi als deze.


Wit speelt en wint
Noam Elkies, 1987

1.g7 1.O-O-O Tb7 of 1.Pg5 g2 2.Pf3+ Kg3 3.g7 Tb8 is remise. 1...g2 Niet 1...Tb8 2.Pf8 2.g8D Nu faalt g1D op 3.Dxg1+ Kxg1 4.0-0-0+ 2...Tc2 Met dame en paard achter neemt hij de tijd om de rokade te verhinderen. Er dreigt g1D+. 3.Db8+ Kh1 of 3.Ta2 Txa2 4.Dxa2 Kh1 heeft nu geen zin, maar: 3.Pf6 g1D+ 4.Dxg1+ Kxg1 5.Pg4 en de rokade beslist alsnog. Tb2 of Tg2 faalt op 6.0-0-0; Tc3 en Tc4 op 6.Kd2+ (en Pe3+); Kh1 op 6.Pe3 met het mooie mat 6...Th2 7.0-0-0. Dus: 5...c4 maar nu volgt 6.Pe3 Tf2 7.O-O-O+ Kh2 8.Pg4+ en Wit wint.

© Tim Krabbé, 2005








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site