HET SCHAAKGENIE VAN STRALSUND (30 april 2005)

Schaak-oploswedstrijden zijn in opkomst - maar de opmerkelijke carrière van de 45-jarige Claus-Peter Schoschies uit het Duitse Stralsund bleef tot nu toe verborgen in de lokale pers van Mecklenburg-Vorpommern.
    Schoschies behaalde successen in oplostoernooien over de hele wereld, en als tweede op de Duitse en vierde op de Europese ranglijst van de OPCF (de Orthodox Problem Chess Federation) gold hij in Stralsund als een van de grootste schakers van Europa. Bij het wereldkampioenschap van 2002 in New York werd hij knap 14e, en sinds 2003 staat hij in de top-twaalf van de OPCF, wat hem de Zilveren Lauwerkrans opleverde - de gouden is nog nooit toegekend. In 2004 kostte een duivelse zeszet hem nèt de Europees titel, die nu naar de Rus Garnejew ging. 'Hij had moeten winnen,' vond die, maar Schoschies was toch tevreden. In dat jaar ontging hem ook de Duitse titel toen na acht uur en 17 problemen vier deelnemers met 95,9 % precies gelijk stonden. Een tie-break van drie tweezetten was nodig - zijn vaste tegenstrever Bartuschow loste die in 25 minuten op, en Schoschies werd op 15 minuten weer eens tweede.
    Hij had wel vaker pech. Eens, toen hij het beslissende probleem wilde opzetten, ontbrak er een witte pion. Terwijl de schaakklok onbarmhartig doortikte zocht hij overal, en vond onder zijn tafeltje niet die pion, maar een stuk zilverpapier van een chocoladereep. Daarmee toverde hij een zwarte pion om tot witte - zijn toernooi was gered. Bij de wandeling terug naar het hotel voelde hij iets in zijn schoen - de pion! 'Hoe die in mijn sok terecht is gekomen zal ik wel nooit weten.'
    Een andere keer wilde hij na acht zware oplosuren opstaan, hoorde 'knak', en zijn rug zat op slot. Spit! Hij was met zijn rugzak aan een vuilnisemmer blijven haken en tegen het hekje voor zijn eigen huis gevallen. Nu moest hij de '24 uur van Dresden' missen, een oplosmarathon waar 54 knappe koppen uit Azië, Amerika en Europa aan meededen.
    Een hoogtepunt in Schoschies' carrière waren de Olympische Spelen van 2004 in Athene. Samen met groten als professor Bill Farmer uit Amerika, de Fin Ole Lars en Garnejew deed hij daar aan de demonstratie-wedstrijd mee. 'Ik heb alles gegeven voor onze sport maar ook voor Stralsund,' zei hij na thuiskomst. Probleemoplossen zou zeker een olympische sport worden, misschien al in Peking 2008.
    Het thuisfront wist hem te eren: hij kreeg een erespeld van de deelstaatschaakbond, werd voorzitter van de algemene Stralsundse sportvereniging, en in 2005 zelfs Sportman van het Jaar van Mecklenburg-Vorpommern.
    Toen ging de schaker en probleemliefhebber Olaf Teschke, die dit alles met stijgende verbazing had gevolgd, eens op onderzoek uit. De OPCF bestond niet, in Athene was niet geschaakt, en de echte Duitse oplossers kenden hem noch Garnejew, professor Bill Farmer of de Fin Ole Lars. Schoschies had alles verzonnen en het plaatselijke sufferdje was er jarenlang ingetrapt, waarschijnlijk omdat niemand daar iets van probleemoplossen (of van de grootte van een pion) wist, en omdat men een eigen schaakgenie niet graag kapot checkt. Dat Schoschies nooit won zal hem geloofwaardig hebben gemaakt, evenals zo'n zouteloze anekdote als die van dat hekje. Maar op de schaakclub hadden ze het altijd al raar gevonden dat hij de simpelste matjes over het hoofd zag.
    Schoschies had voor zijn dure oplosreizen 6000 Euro van de gemeente ontvangen; die zal hij terugbetalen. Hij trad af als voorzitter. De beker en de geldprijs van de Sportman van het Jaar gaan nu naar een Mecklenburg-Vorpommerse sumo-worstelaar.

Het sufferdje had ook één probleem van het oplosgenie zelf gegeven.

Mat in 2
Claus-Peter Schoschies, 2005

1.Pc8 en mat op de volgende zet.

Waardeloosheid als waarmerk - dit probleem is zo ontroerend slecht dat hij het echt zelf moet hebben gemaakt.

Wie het verhaal met eigen ogen wil lezen klikke hier.

© Tim Krabbé, 2005

PS 12 juni: Ik blijk mij toch te hebben vergist in het waarmerk van het probleem - het is niet van Schoschies zelf, maar van Guido Cristoffanini, L'Échiquier 1925. Dank aan Udo Degener voor deze mededeling.


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site