SIMULTAANVALLEN

Van de jaren dertig tot vijftig waren Euwe en de Amerikaan Reshevsky rivalen om het wereldkampioenschap. Maar lang daarvóór hadden ze ook al eens tegen elkaar gespeeld; de 19-jarige Euwe had meegedaan aan een simultaan die het achtjarige Poolse wonderkind Reszchewsky in 1920 in Amsterdam gaf. De zetten van die partij waren nooit gepubliceerd, maar toen ik er Euwe zesenvijftig jaar later naar vroeg, gaf hij ze op dicteersnelheid.

Reshevsky - Euwe, simultaan Amsterdam 1920
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.O-O Pxe4 6.d4 b5 7.Lb3 d5 8.dxe5 Le6 9.c3 Le7 10.Te1 O-O 11.Lc2 Lg4 Een valletje 12.Lxe4 dxe4 13.Dxd8 Taxd8 (zie diagram)
14.Txe4? Trapt erin 14...Te1+ 15.Te1 Lxf3 met stukwinst. Euwe bood later remise aan, maar Reshevsky weigerde door te zeggen: 'Ich will siegen' - en verloor. Overigens bleek na Reshevsky's dood in 1992 dat er, om hem als wonderkind aantrekkelijker te maken, altijd twee jaar van zijn leeftijd was af-gelogen. Bij die simultaan in Amsterdam was hij dus tien.

PS 1 november: Johan Hut merkt op dat Zwart nog veel simpeler een stuk kan winnen met gewoon 14...Lxf3 en 15...Te1+ Van een valletje is dus eigenlijk geen sprake. Misschien heeft Euwe zich die zetten dan toch verkeerd herinnerd.

Reshevsky is bij een simultaan eens in een veel vreemder valletje getrapt.

Reshevsky - NN, simultaan Tel Aviv 1950
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.e3 c5 5.Pge2 Da5 6.Ld2 d5 7.a3 (zie diagram)
7...Pc6 Verbijsterend. Kàn dat? Maar na 8.axb4 (zowel 8.cxd5 als dxc5 is goed voor Wit) 8... Pxb4 stond Zwart bijna gewonnen, want behalve Pd3 mat dreigt er Dxa1. Na 9.Da4+ Dxa4 10.Txa4 Pd3+ 11.Kd1 Pxf2+ 12.Ke1 Pd3+ nam NN genoegen met remise. Ten onrechte; met Pxh1 had hij op winst kunnen spelen. De databases geven dit grapje overigens ook als Reshevsky - Z. Margolits, simultaan Haifa 1958 en Reshevsky - R.D. Margolit, simultaan Haifa 1968, en met als einde 9.Txa5 Pd3 mat.

Van veel groten zijn simultaanrampen bekend.

Fischer - Garcia Palermo, simultaan La Plata 1970
1.e4 e5 2.f4 d5 3.exd5 e4 4.Lb5+ c6 5.dxc6 Pxc6 6.d3 Pf6 7.dxe4 Da5+ 8.Pc3 Lg4 9.Dd4 Le7 10.Da4 Db6 11.h3 O-O-O 12.hxg4 wint nu, maar Fischer dacht eerst met 12.Lxc6 nog even een stuk te kunnen ruilen. (zie diagram)
12...Pxe4! Door dreigingen als Df2 mat en Lh4+ is het in één klap uit; na 13.Ld7+ en nog een paar zetten gaf Fischer het op. De toen 16-jarige zwartspeler is later grootmeester geworden.

Bogoljubow - NN, simultaan Duitsland, 1932
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pd7 5.Pf3 Pgf6 6.Peg5 Le7 7.Pxf7 Kxf7 8.Pg5+ Kg8 9.Pxe6 De8 (zie diagram)
10.Pxc7 Lb4 mat. Zelfs in een echt toernooi is deze partij eens gespeeld: Lohmann - Teschner, kampioenschap van West Duitsland, Bad Pyrmont 1950, ging precies zo. Bogoljubow speelde ook in dat toernooi - je zou willen weten of hij zich in het hoongelach heeft gemengd.

© Tim Krabbé, 2004








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site