EEN BEWONDERENSWAARDIGE FIGURANT

In de Match Aller Tijden, Spassky - Fischer, Reykjavik 1972, was wereldkampioen Boris Spassky een figurant. Maar in Bobby Fischer goes to war, het boek dat vorige week mijn aanleiding was om weer eens over die match te schrijven, komt hij wel naar voren als een boeiende en bewonderenswaardige figurant.
    Hij was een goed sportman (sprong 1.81 meter hoog, zwom de 100 meter binnen de minuut, moet erg sterk tennissen) en hij is geestig, belezen en een groot imitator - ik heb hem een perfecte Fischer zien weggeven. Maar vooral was hij dapper in de Sovjet-tijd - hij zei veel méér dan je zou verwachten dat ook een wereldkampioen schaken zich kon permitteren. Hij weigerde politieke manifesten te ondertekenen, toonde openlijk zijn sympatie voor Tsjecho-Slowakije toen dat in 1968 door de Sovjets onder de voet was gelopen, noemde de Sovjet-republiek Estland 'een bezet land', en zei: 'De communisten hebben de natuur kapotgemaakt.' Hij durfde ook Brezjnev en Lenin te imiteren, en tegen de Sovjet-ambassadeur in Nederland zei hij in 1970 dat hij Joeri Zjivago bewonderde - de hoofdfiguur van de verboden roman van Pasternak.
    Als wereldkampioen schaken beheerde Spassky iets dat voor de Sovjet-Unie van onschatbare waarde was, en voor het verkrijgen en behouden waarvan een miljoenen-apparaat jaren had gevochten. Maar hij lapte alle adviezen voor zijn voorbereiding tegen Fischer aan zijn laars, en in Reykjavik liet hij eerst Fischers wegblijven, en later diens eindeloze reeks nieuwe absurde eisen, gelaten over zich komen.
    Je zou haast denken dat Spassky zijn titel graag weggaf, zeker aan een Amerikaan. Het was een wonder dat hij niet zwaar werd gestraft - een paar jaar later mocht hij zelfs met zijn derde vrouw, een Française, in Frankrijk gaan wonen. (Over zijn eerste huwelijk heeft hij de beroemde uitspraak gedaan: 'Wij waren als lopers van ongelijke kleur geworden.')
    Maar twintig jaar later, in 1992, kwam Spassky dan toch zwaar op de koffie: het Leids Schaak Genootschap ontnam hem het Erelidmaatschap van de club omdat hij, voor smerig wapengeld, weer tegen Fischer had gespeeld in Servië, waar toen een embargo tegen bestond. (Maar zie het PS.) De echte schakers zijn hem dankbaar - zonder de figurantenrol die hij opnieuw op zich nam, had Fischer na 1972 helemáál nooit meer geschaakt.
    Vóór de grote match was Spassky Fischers Angstgegner; hij had drie keer van hem gewonnen en nooit verloren. Hun mooiste partij was deze:

Spassky - Fischer, Olympiade Siegen 1970
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.cxd5 Pxd5 5.e4 Pxc3 6.bxc3 Lg7 7.Lc4 c5 8.Pe2 Pc6 9.Le3 O-O 10.O-O Dc7 11.Tc1 Td8 12.h3 b6 13.f4 e6 14.De1 Pa5 15.Ld3 f5 16.g4 fxe4 17.Lxe4 Lb7 18.Pg3 Pc4 19.Lxb7 Dxb7 20.Lf2 Dc6 21.De2 cxd4 22.cxd4 b5 23.Pe4 Lxd4 Na 23...Tf8 24.Pc5 Tae8 blijft Zwart beter staan, 'maar,' schrijft Spassky, 'ik wist dat de Amerikaan van pluspionnen houdt.' 24.Pg5 Lxf2+ 25.Txf2 Td6 26.Te1 Db6 27.Pe4 Td4 28.Pf6+ Kh8 (zie diagram) 29.Dxe6! Zeer diep. Het lijkt alsof Zwart nu met 29...Td1 een stuk kan winnen. Er dreigt dan Dxe6, en Dxb6 faalt op Txe1+. En 30.Kg2 Txe1 31.Dxe1 Dxf6 gaat ook niet. Maar Spassky had 30.Df7!! klaarliggen: Txe1+ 31.Kg2 en Wit ontsnapt aan de schaakjes en wint, bijvoorbeeld 31...Dc6+ 32.Kg3 Tg1+ 33.Kh4 Txg4+ 34.Kxg4 Pe3+ 35.Kg5 Dc5+ 36.f5 of 31...Pe3+ 32.Kf3! Dc6+ 33.Kg3 Tg1+ 34.Kh4 Txg4+ 35.hxg4 Dh1+ 36.Kg5 en Zwart is machteloos. (Maar zie PS2.) 29...Td6 30.De4 Tf8 31.g5 Td2 32.Tf1 Dc7? Beter 32...Txf2; nu verliest Fischer geforceerd. 33.Txd2 Pxd2 34.Dd4 Td8 35.Pd5+ Kg8 36.Tf2! Pc4 37.Te2 Td6 38.Te8+ Kf7 39.Tf8+ en Zwart gaf het op.

PS: LSG-lid Henk van Putten schreef mij dat Spassky door het oog van de naald is gekropen. Op een buitengewone ledenvergadering in september 1992 wilden vijf LSG-ers Spassky royeren omdat hij 'door het spelen van een match tegen R.J. Fischer in Klein Joegoslavië "op geen enkele wijze ons genootschap tot de hem toegekende eer strekt".' Ook omdat het bestuur Spassky niet op de hoogte had weten te stellen van wat hem boven het hoofd hing, ging het royement niet door. De vijf would-be royeerders wilden nog een brief naar Spassky sturen die hem de mogelijkheid bood zich te verdedigen. Dit werd afgestemd en zo is Spassky nog steeds LSG-er.
    Iemand moet het hem toch eens gaan vertellen.

PS2: James Plaskett deelt mij mee dat in Jon Speelman's boek Best Chess Games 1970-80 (een meesterwerk dat ik zelf heb) wordt aangegeven dat Zwart na 36...Pxg4! 37.Kxg4 Dg1+ 38.Kh3 Dh1+ 39.Kg3 Td8 goede remisekansen heeft. 40.Td2 Dg1+ 41.Kh4 Dh1+ 42.Kg5 Dg1+ 43.Pg4 Dc5+ 44.f5 Tf8 (44.Pe5 Td2) werkt dan niet, maar met 40.Db3 houdt Wit dan nog wel zekere winstkansen. Speelman was volgens Plaskett de enige commentator die aangaf dat het fraaie 30.Df7 niet zonder meer wint.

© Tim Krabbé, 2004


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site