SPASSKY'S PAARDENSPRONG

Een paar jaar geleden publiceerde ik op mijn website mijn keus van de 110 meest verbazende zetten uit de schaakgeschiedenis. Daar waren onbegrijpelijke koningszetten bij, splijtende inzichten, nieuwtjes die een eeuw over het hoofd waren gezien, en zelfs een paar briljante offers. Bovenaan zette ik een niet zo erg beroemde zet die ik echter vanaf het eerste moment diep heb bewonderd.

Averbach - Spassky, Leningrad 1956, beslissingsdriekamp om het Sovjet kampioenschap
1.c4 Pf6 2.Pc3 g6 3.e4 d6 4.d4 Lg7 5.Le2 O-O 6.Lg5 c5 7.d5 Da5 8.Ld2 a6 9.a4 e5 10.g4 Pe8 11.h4 f5 12.h5 f4 13.g5 Dd8 14.Lg4 Pc7 15.Lxc8 Dxc8 16.Pf3 (zie diagram) 16...Pc6 Taktiek komt daar niet aan te pas - alleen strategisch inzicht, durf, orginaliteit, genie. Zelden zal het roer op zo'n schaamteloze wijze zijn omgegooid: een groot statisch nadeel verandert in een nog groter, maar nu dynamisch nadeel. Maar hoe buitensporig ook, deze zet is toch kenmerkend voor het begin van het moderne schaak, waarin soms groot materiaal wordt opgegeven voor iets dat niet precies aan te wijzen is. Hier krijgt Zwart voor zijn paard één pion, en veld d4 voor zijn andere paard.
    Toen ik Spassky zei dat ik zijn Pc6 de verbazendste zet aller tijden vond, en hem vroeg of hij zich zijn overwegingen herinnerde, schreef hij: 'Ik heb 16...Pc6 gespeeld omdat ik geen andere praktische kans zag in mijn passieve stelling. Ik was zeer verbaasd dat Joeri Averbach hier 55 minuten nadacht. Volgens mij zou Wit na 17.dxc6 bxc6 18.h6 Lh8 twee stukken voorstaan en makkelijk winnen. Mark Taimanov zei over Pc6: 'Ik zou nog liever opgeven dan zo'n zet spelen...'
    Er volgde 17.dxc6 bxc6 18.Ph4 De8 19.hxg6 hxg6 20.Dg4 Tb8 21.Pd1 Pe6 22.Ta3 Pd4 23.Tah3 Df7 24.Lc3 Tfe8 25.T3h2 Dxc4 26.Pxg6 Te6 Hier miste Averbach de winst 27.Th8+ Lxh8 28.Txh8+ Kg7 29.Txb8 (ook 29.Th7+ wint) f3 30.Pf4 exf4 31.Dxf3 d5 32.Dh5 Txe4+ 33.Pe3 enz. Na 27.Lxd4 kwam Spassky steeds beter en tenslotte zelfs gewonnen te staan, tot hij Averbach een fraaie ontsnapping toestond; het werd remise op de 73ste zet.

Kortgeleden wees de Amerikaans-Tsjechische grootmeester Kavalek me erop dat Spassky tegen hem ook eens zo'n zelfmoordsprong met zijn paard heeft gemaakt, in een partij die waarschijnlijk onbekend is gebleven omdat het een korte remise was.

Spassky - Kavalek, Linares 1981
1.e4 c5 2.Pc3 Pc6 3.g3 g6 4.Lg2 Lg7 5.d3 d6 6.Le3 e6 7.Ph3 Pge7 8.O-O O-O 9.Dd2 b6 10.Lh6 d5 11.exd5 exd5 12.Lxg7 Kxg7 13.Pf4 d4 14.Pe4 h6 15.Tae1 f5 (zie diagram) Kavalek verwachtte nu 16.Pxc5 bxc5 17.Txe7+ Dxe7 18.Lxc6 Tb8 en Zwart staat goed. Hij had buiten Spassky's paardensprong gerekend. 16.Pc3 Spassky zal hier aan zijn 25 jaar oude Pc6 tegen Averbach hebben gedacht. De rechtvaardiging is deze keer geheel tactisch, en vrij diep. 16...dxc3 17.Dxc3+ Kh7 18.Txe7+ Dxe7 19.Lxc6 Tb8 En niet 19...Lb7 20.Pd5 Df7 21.Lxb7 Dxb7 22.Pf6+ met voordeel voor Wit. 20.Te1 Dg7 21.Te5 Ld7 22.Lxd7 en hier bood Spassky remise aan. Kavalek accepteerde, want na 22...Dxd7 23.Te6 Tg8 (en niet 23...g5 24.De5 Tbe8 25.Pg6! Tg8 26.Dxf5 en Wit wint) 24.Df6 Tbe8 25.h4 Txe6 26.Pxe6 De8 27.h5 gxh5 28.Dxf5+ Kh8 29.Df6+ Kh7 30.Df5+ draait het uit op eeuwig schaak.

© Tim Krabbé, 2003


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site