MISS TRIPEL

De partij Cheparinov - Stefanova, gespeeld in de achtste ronde van de Corus-B groep, had verschillende bizarre kanten. Dat hij 155 zetten duurde was al ongewoon (al staat het record op 269) - maar wat het werkelijk uniek maakte was dat Cheparinov in de volgende ronde tegen Onischuk een partij van 150 zetten speelde. Op zoek naar precedenten ontdekte ik dat Pilnik, wiens 191 zetten tegen Czerniak in Mar del Plata 1950 jarenlang het record was, in datzelfde toernooi ook nog een partij van 150 zetten tegen De Freitas had gespeeld - een partij die op dat moment vijfde stond op de lijst van de langste partijen.
    Cheparinov speelde tegen Stefanova een kleine honderd zetten lang in remise-stelling maar wat heen en weer, hopend haar door haar vlag te laten gaan. Sommigen vonden dat de regel tegen hem had moeten worden gebruikt dat je niet puur op tijd mag spelen, maar dat zou niet terecht zijn geweest. Het is de FIDE zèlf die straf verdient, met haar tijdcontrole die de spelers voor 'de rest van de partij' (na de zestigste zet) slechts een half uur per persoon geeft. Dat verpest ieder in aanleg boeiend eindspel met tijdnood. Nu was dit géén boeiend maar een dood eindspel, maar toen ook Cheparinovs tijd opraakte begon hij te knoeien. Stefanova kwam op de rand van de winst, maar op de 150ste èn de 151ste zet verblunderde ze een half punt, en toen kon ze opgeven.

Er was nog iets met die partij.

Stefanova had net 16...cxd6 gedaan, waarmee een tripelpion op het bord was verschenen. Die komen wel vaker voor, maar er volgde 17.Dh5 Df6 18.Lg5 Dg6 19.Dxg6 hxg6 20.Te7 d5 21.Txd7 Lc6 22.Tc7 Le8 23.g3 Lb6 24.Tb7 La5 25.Lxd5 Lxc3 26.Tab1 Th5 27.h4 Txg5 28.hxg5 Td8 29.Lc4 d3 30.Tb8 Txb8 31.Txb8 d2 32.Lb3 Ke7 33.Tb7+ Ld7 34.Kf1 a5 35.Ke2 Kd6 36.f3 f6 37.Lc2 fxg5 en nu heeft Zwart een andere tripelpion, op de g-lijn. De vraag was natuurlijk of dat ook al uniek was. Met de schaakzoektaal CQL (en wat hulp) vond ik enkele tientallen andere voorbeelden - in ongeveer 1 op de 50000 partijen krijgt een speler twéé verschillende tripelpionnen. In die oogst zaten wat verrassingen verstopt. Slechts vier keer in de hele schaakgeschiedenis had een speler twee tripelpionnen tegelijk gehad - en één van die vier was ikzelf. Dat was me destijds niet opgevallen. En slechts één keer was een tripelpion in zijn geheel een lijn opgeschoven - in een andere partij van Stefanova, die we dus wel Miss Tripel mogen noemen.

Stefanova - Repkova, Olympiade Jerevan 1996
1.d4 Pf6 2.Pf3 g6 3.Lf4 Lg7 4.Pc3 d6 5.e4 Pc6 6.Dd2 Lg4 7.Le2 Lxf3 8.Lxf3 e5 9.d5 Pd4 10.Le3 Pxf3+ 11.gxf3 Ph5 12.Lg5 Dd7 13.O-O-O a6 14.Pe2 h6 15.Le3 Dh3 16.Pg3 O-O-O 17.Tdg1 Tde8 18.c4 Pf4 19.Lxf4 exf4 20.Dxf4 f5 21.exf5 Daar is hij. 21...h5 22.Kb1 Le5 23.Dg5 h4 (zie diagram)
En nu: 24.fxg6 hxg3 25.fxg3 Th5 26.Dg4+ Dxg4 27.fxg4 en binnen vier zetten is de tripelpion naar de g-lijn verhuisd. 27...Th3 28.Tf1 Tg8 29.Tf5 Txg6 30.Tf8+ Kd7 31.Tf7+ Kd8 32.Tf8+ Ke7 33.Thf1 Tf6 34.T8xf6 Lxf6 35.Tf2 Ld4 36.Tg2 Kf6 37.Kc2 Kg5 38.Kd3 Le5 39.Ke4 Kxg4 40.Tf2 Th7 41.b4 Te7 42.Kd3 Kh3 43.c5 Tg7 44.c6 bxc6 45.dxc6 Te7 46.a4 Tg7 47.b5 a5 48.Kc4 Tg4+ 49.Kd5 Tg5 50.Tf7 Kxh2 51.Txc7 Kxg3 52.Td7 Kf4 53.Kc4 Kg3 54.Tf7 Kh2 55.c7 Tg1 56.Kd3 Tc1 57.Te7 en in deze totaal gewonnen stelling nam Wit genoegen met remise.

© Tim Krabbé, 2004








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site