EEN ONSTERFELIJKE VERLIEZER

Amerika heeft altijd pech gehad met zijn grote schaakgenieën. Morphy was pas 21 en de beste schaker van de wereld toen hij zich in 1859 in beginnende gekte terugtrok. Pillsbury hoorde vanaf 1895, toen hij als 22-jarige het toernooi van Hastings won, bij de drie of vier besten van de wereld, maar hij kreeg syfilis en stierf al op zijn 33ste. Fine was van 1935 tot 1948 van wereldkampioensformaat, maar hij stopte met schaken om psychiater te worden - 'een groot verlies voor het schaken, maar ten hoogste remise voor de psychiatrie,' zoals Tartakower zei. Fischer heeft zich dan nog geheel ontplooid, maar toen hij in 1972 als wereldkampioen met schaken stopte was hij pas 29, en had hij nog niet de helft van de schitterende partijen gespeeld die hij had horen te spelen.
    Carlos Torre (1904-1978) is ook zo'n Amerikaanse schaaktragedie. Volgens Gabriel Velasco, de auteur van het pas verschenen 'The Life and Games of Carlos Torre' (Russell Enterprises), is hij waarschijnlijk de enige grootmeester die nooit geweten heeft dat hij dat was. In 1977, kort voor zijn dood, gaf de FIDE hem op grond van zijn prestaties in zijn gloriejaar 1925 retroactief die titel, maar dat drong nauwelijks door tot het niet erg schaakgekke Mexico waar Torre toen in een bejaardentehuis woonde.
    Torre was in Mexico geboren, maar zijn familie verhuisde naar New Orleans (waar ook Morphy had gewoond) toen Carlos 10 jaar was, en als schaker was Torre Amerikaan. In 1925 maakte hij een bliksemcarrière in drie Europese toernooien (Baden-Baden, Mariënbad en Moskou) waar hij, 20 jaar oud (wat toen erg jong was) temidden van alle groten van die tijd liet zien dat hij al een sterk grootmeester was, voorbestemd om zich met het wereldkampioenschap te bemoeien. Maar een jaar later kreeg Torre in New York een zenuwinstorting, en tijdens het langdurige verblijf in een ziekenhuis dat daarop volgde besloot hij naar Mexico terug te gaan; hij leefde nog lang, maar speelde nooit meer een serieuze partij.
    Aan het eind van zijn leven heeft hij daarover gezegd: 'Een jonge vrijgezel met geringe en onzekere financiële middelen, die ver van zijn familie leeft en wiens gezondheid breekbaar is, loopt altijd de kans op een zenuwinstorting. Het reizen en de levenswijze die toernooien op hoog niveau met zich meebrengen zijn zeer inspannend en enerverend. Ik gaf er de voorkeur aan naar mijn land terug te gaan en bij mijn broer een meer stabiel soort baan te nemen. Ik heb het wedstrijdschaken eraan gegeven, maar mijn liefde voor dit prachtige spel is nooit opgehouden.'
    Hij werkte een paar jaar in Monterey in de apotheek van zijn broer die arts was, en trok later naar Mexico City waar hij meestal in armoede leefde. Hij schaakte wel eens, en bood dan remise aan als hij gewonnen stond. Hij schijnt min of meer op de hoogte te zijn gebleven van wat zich in de schaakwereld afspeelde. Schaakvrienden wisten hem ten slotte in een bejaardentehuis te krijgen, waar hij een paar jaar later overleed.
    Torre moet een zachtaardig, eenvoudig man zijn geweest, wars van vrouwen, geïnteresseerd in het boeddhisme. Als schaker streefde hij meer de schoonheid en de waarheid na, dan de bevestiging van zijn ego. Dat komt op navrante wijze tot uiting in wat de bekendste stelling uit zijn carrière is.
Wit speelt en wint
Carlos Torre, 1920

1.Dg4! Het begin van een beroemde combinatie. 1...Db5 Het veld e1 is gedekt, waardoor hier of later Txe2, met tegenaanval op de onderste rij van Wit, geen zin heeft. 2.Dc4! Dd7 3.Dc7! Db5 (3...Da4 4.Te4 Db5 5.a4) 4.a4 Dxa4 5.Te4! Het is mooi dat ook de pion en de toren helpen om de dame van de dekking van e8 weg te jagen. 5...Db5 6.Dxb7 en nu Zwart de dekking van e8 definitief moet opgeven verliest hij beslissend materiaal.
    Maar zoals ik deze schitterende combinatie hier geef, als compositie, wordt hij nooit gegeven. Het is altijd een partijstelling Adams - Torre, New Orleans 1920, vaak ook met een begin: 1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.d4 exd4 4.Dxd4 Pc6 5.Lb5 Ld7 6.Lxc6 Lxc6 7.Pc3 Pf6 8.O-O Le7 9.Pd5 Lxd5 10.exd5 O-O 11.Lg5 c6 12.c4 cxd5 13.cxd5 Te8 14.Tfe1 a5 15.Te2 Tc8 16.Tae1 Dd7 17.Lxf6 Lxf6, en we zijn bij het diagram.
    Ik maak geen vergissing; Torre heeft Zwart, en is de verliezer in deze talloze malen gepubliceerde partij. Maar zoals Velasco en andere schaakhistorici aannemelijk hebben gemaakt is dit behalve de bekendste onderste-rij combinatie, ook een van de bekendste partijen die nooit zijn gespeeld. Van Aljechin weet men dat hij partijen verfraaide en zelfs verzon om zichzelf een nog betere schaker te laten lijken, en er was een Russische edelman, Prins Dadian van Mingrelië, die schaakmeesters betaalde om hen met briljante combinaties te mogen verslaan - maar Torre deed het omgekeerde: hij pleegde deze vervalsing om zijn tegenstander aan de wereld te presenteren als een onsterfelijke winnaar, en zichzelf als verliezer.
    Wat er waarschijnlijk is gebeurd, is dat de 15-jarige Carlos die schitterende combinatie ontdekte bij het analyseren van een vluggertje, en dat hij, om zijn vondst de wereld in te sturen, niets beters wist te doen dan een partij te verzinnen die ermee eindigde - een partij die hijzelf verloor. Als winnaar koos hij de voorzitter van zijn club in New Orleans, Edward Z. Adams; een vrij zwakke schaker die hij als zijn ontdekker, eerste leraar en schaakmentor beschouwde.
    Liever een onsterfelijke partij verliezen dan een moment van schaakschoonheid verloren laten gaan.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site