Toegegeven: de frivoliteit van het toernooi om het FIDE-wereldkampioenschap in Libië, waar ik de vorige week al over schreef, had ook voordelen. De matches over twee partijen dwongen de verliezer van de eerste om op buigen of barsten te spelen, maar brachten ook de ander soms in paniek, waardoor de krankzinnigste dingen gebeurden.
Kozul - Rublevsky, Tripoli 2004, 3e ronde
Rublevsky had eerste partij verloren en moest winnen.
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.e3 a6 5.Pbd2 Lf5 6.Le2 e6 7.O-O Ld6 8.c5 Lc7
9.b4 Pbd7 10.Lb2 Pe4 11.a4 Df6 12.Pxe4 Speelt Zwart in de kaart - die krijgt
nu aanval 12...dxe4 13.Pd2 Dh6 14.g3 Pf6 15.b5 Dh3 16.b6 Ld8 17.f3 h5
18.Pxe4 Lxe4 19.Tf2 Ziet er gek uit, maar na 19.fxe4 h4 20.Lf3 hxg3
21.De2 gxh2+ staat Zwart beter. Bovendien rekende Wit op 19...Lg6 20.Lf1 Df5
21.e4 en Dg5 gaat niet wegens 22.Lc1 19...Pg4! 20.De1
Na 20.fxg4 hxg4 beslist
de dreiging Dxg3+ 20...Pxf2 Komt een toren voor, maar een toren is soms niet
genoeg. Goed was ook 20...h4 met verdere aanval. 21.Dxf2 Lg6
(zie diagram)
Pion tegen toren; het is ongelooflijk dat dat op dat niveau wordt dóórgespeeld,
laat staan niet verloren - laat staan gewonnen. 22.Lf1 Df5 23.e4 Dg5 24.f4 De7
25.f5 Lh7 26.d5 O-O 27.dxc6 bxc6 28.Le5 Dd7 29.Ld6 Le7 30.Td1 Tfd8 31.Df4 Lxd6
32.Txd6 De7 De8 was beter; in paniek laat Zwart geheel onnodig twee pionnen
pakken. 33.Txc6 Td7 34.Lxa6 exf5 Niet 34...Txa6 35.Tc8+ Td8 36.b7 35.Tc7 g5
35...Td1+ of 35...Tad8 waren nog zinnige winstpogingen; nu staat Wit goed.
36.b7 Tf8 37.Txd7 Dxd7 38.Dxg5+ Lg6 39.Df4 Dd4+ 40.Kg2 Db2+ 40...Dxa4 41.b8D Txb8
42.Dxb8+ Kh7 43.Dd6 Dc2+ is nog remise, maar daar had Rublevsky niets aan.
41.Kh3 fxe4 42.c6 Db3 43.c7 De6+ 44.Kg2 Da2+ 45.Df2 Dd5 46.b8D e3+ 47.Df3
en Zwart gaf het op wegens Le4 48.Dxf8+ Kxf8 49.c8D+ Ke7 (Kg7 50.Dc3+) 50.Db7+!
Kharlov - Topalov, Tripoli 2004, kwartfinale
De in grootse vorm verkerende Topalov had de eerste partij gewonnen, en
speelde met dat remise-argument achter de hand va banque.
1.e4 e5 2.Lc4 Pf6 3.d3 c6 4.Pf3 Le7 5.O-O d6 6.a4 O-O 7.Te1 Pbd7 8.Pc3 Pc5
9.d4 exd4 10.Pxd4 a5 11.Lf4 Pg4 12.Le2 Pf6 13.Lf3 Te8 14.Dd2 g6 15.h3 Pfd7
16.Tad1 Lf8 17.g4 Db6 18.Lg2 Pe5 19.b3 Db4 20.Pde2 f6 21.Le3 h5! 22.f4 Pxg4
23.hxg4 Lxg4 Het gedwongen offer heeft al zijn stukken actief gemaakt.
24.Dc1 f5 25.Td4 Db6 26.Dd2 Dc7 27.Lf2 Te6 28.Tc4 Tae8 29.Pd4 Txe4!
30.Pxe4 Pxe4 31.Lxe4 fxe4 32.Tc3 d5 33.Tg3 Ld6 34.Le3
(zie diagram)
Ook hier wint degene die langdurig een toren achterstaat - maar dit was een
geniaal offer. De strijd gaat om de stut van Wits stelling; pion f4.
34...Dd7 35.c3 Tf8 36.Tf1 b6 37.Tf2 c5 38.Pb5 Dat paard doet niet meer
mee. 38...Lb8 39.Tfg2 g5 40.Tf2 40.Txg4 hxg4 41.fxg5 Tf3 helpt niet.
40...Kg7 41.Dc1 Kg6 Zwart heeft geen haast. 42.Df1 Tf5 43.Tgg2 Df7
44.fxg5 Lf3 45.Th2 Lxh2+ 46.Txh2 Tf4 Hij wil weer een hele
toren achter staan. 47.Lxf4 Dxf4 48.Tg2 h4 49.De1 e3 50.Th2 Dxg5+
51.Kf1 h3 52.Db1+ Le4 53.Db2 Ld3+ en Wit gaf het op.
Topalov was favoriet, maar in de halve finale liet hij zich jammerlijk verrassen door de
uiteindelijke winnaar Kasimdzhanov.
Ik maakte gebruik van aantekeningen in de
dagelijkse internet-schaakkrant Chess Today.
© Tim Krabbé, 2004
|
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site