VISHY EN DE EENDENWERELD

'Het gaat goed met het schaken,' heeft Robert Hübner onlangs gezegd, 'er komen steeds minder klassieke toernooien, en steeds meer wereldkampioenen.'
    In iets meer dan een jaar zijn er drie bijgekomen, Khalifman, Kramnik en Anand, terwijl ook Sjirov op advocaten kan bogen die zeggen dat hij rechten heeft, en Bobby Fischer nog steeds op een zeepkistje in niemandsland staat te schreeuwen dat hij wereldkampioen is. Ook Karpov riep tot voor kort dat hij wereldkampioen was, tot hij voor 50000 dollar aan de FIDE heeft beloofd dat nooit meer te zullen doen.
    Bij de kroning in Teheran van Anand tot FIDE-wereldkampioen maakte FIDE-president Iljoemzhinov zo'n echt presidentengrapje dat Anand wel een voorliefde moet hebben voor het getal 15 omdat hij heeft gewacht tot hij de vijftiende wereldkampioen zou zijn. Hij doelde daarmee op eerdere kansen die Anand heeft laten liggen, maar wilde natuurlijk vooral onderstrepen dat er maar één wereldkampioen is, die van de FIDE.
    Na Kasparov, de dertiende en laatste onbetwiste wereldkampioen, waren er twee veertienen; Khalifman die niemand serieus nam, en Kramnik die iedereen serieus neemt omdat hij Kasparov versloeg. Er was ook de opnieuw geïnstalleerde nummer twaalf Karpov, en nu is er één vijftien, Anand. Mocht die een verzoeningsmatch tegen Kramnik verliezen, dan is die dus vijftien en zestien tegelijk. Het historisch overzicht der wereldkampioenen in deze periode zal later vol staan met sterretjes, haakjes, pijlen en noten, als de stamboom van een geslacht waarin veel hertrouwd is.
    Iljoemzhinov heeft haast met zo'n Grote Verzoeningsmatch, omdat de ten onrechte zo felbegeerde status van Olympische sport alleen verleend wordt aan sporten waar ze maar één bond en één kampioen hebben. Maar er zijn naast Kramnik en Anand nòg twee schakels in de onlogische keten van matches die nu ontstaan is; Anand versloeg om het FIDE-kampioenschap Sjirov die (in 1998) Kramnik versloeg die (in 2000) Kasparov versloeg die (in 1995) Anand versloeg. Een toernooi, of serie matches tussen deze vier zou mooi zijn.
     'Met alle veranderingen op het gebied van organisatie, commercie en regels,' schreef Kasparov onlangs, 'zal het schaken er in de nieuwe eeuw heel anders uitzien. Spoedig zullen we weten of deze aanstaande revolutie veroorzaakt wordt door de eisen van de tijd, door het onvermogen van de schakers om de integriteit van ons oude spel te bewaren, of door allebei...'

Anand (31; in de wandeling Vishy naar zijn achternaam Viswanathan) is in elk geval een sieraad voor het schaken; beleefd, vrolijk, benaderbaar, zij het weinig flamboyant; hèt bewijs dat een wereldkampioen schaken een normaal mens kan zijn. Hij werd al op het Internet uitgeroepen tot de meest sympatieke grootmeester, en het Indiase blad Sportstar koos hem tot Indiaas sportman van het millennium. Hij is in India (waar de pers zorgvuldig verzwijgt dat hij in Spanje woont) een ster van Cruijff-dimensies. Persoonlijk ben ik hem nog altijd dankbaar voor zijn onthulling dat je in het Nintendo-spel Super Mario I een onbeperkte hoeveelheid extra levens kon vergaren door in de derde eendenwereld één bepaalde eend alsmaar tegen een bepaalde traptrede te laten botsen.

Er was in Anands beslissende match om het FIDE-wereldkampioenschap tegen Sjirov nog een interessant moment. In deze stelling, uit Sjirov - Anand, 3e matchpartij, Teheran 2000, had Zwart zojuist 41...Tc1-h1 gespeeld, en Wit gaf het op. Op de site kasparovchess.com legde de alom geprezen analysator Sergey Shipov uit dat mat op h4 nu onvermijdelijk is. Maar na 42.Td7 Tc2? 43.Le6 Tch2 44.Txf7+ gevolgd door Kg6 is het Zwart die spoedig mat gaat.
    De vraag is nu of Shipov dit over het hoofd zag, of dat hij 42.Td7 niet noemde omdat na torenruil de winst voor Zwart triviaal is. Maar dat is die niet; hoewel Wit een kwaliteit en een pion achterstaat en niets kan doen, is zijn vesting allesbehalve eenvoudig te slechten.
    De stelling die na 42...Txd7 43.Lxd7 ontstaat, is een van die stellingen waar computers nog steeds niets van terecht brengen. Ook tegen een sterk programma, bij ruime bedenktijd, zou zelfs een matige speler dan remise maken door met de loper over de diagonaal a8-d5 heen en weer te blijven schuiven. De computer schuift dan heen en weer met zijn toren, vindt op ieder moment dat hij gewonnen staat, maar komt er niet toe daarnaar te handelen.
    Hoe wint een mens dit dan? In het blad SCHACH geeft Anand zelf deze methode. 43...Tc1 44.Lb5 Tc8 45.La6 Th8 46.Lb5 Th7 en pas nu alles gedekt staat, loopt de koning naar f4, waarna Th7-g7xg4 volgt, en Zwart wint.
    We mogen aannemen dat niet dat mat op h4 de reden was dat Sjirov opgaf,  maar de door Anand aangegeven winst na torenruil. Hoe dan ook, na deze nederlaag met Wit waardoor hij in de match over 6 partijen met 2½-½ achter kwam, was hij kansloos. Hij moest de volgende partij alles riskeren, en verloor weer.

© Tim Krabbé, 2001


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |