NET GOED, FIDE!

Toen Rustam Kasimdzhanov in Lybië FIDE wereldkampioen werd, riep de bekende Amerikaanse (met een Libanese achtergrond) schaakmeester Tony Saidy op internet: 'De eerste moslim-wereldkampioen!' Dat was de schaak-gotspe van het jaar - dat kampioenschap was door een moslim-land georganiseerd, en Israeliërs en andere joden ('de zionistische vijand', aldus het organisatiecomité bij monde van een zoon van Khadaffi) waren er in praktijk van uitgesloten.
    Mijn eerste gedachte bij de overwinning van de sympatieke 24-jarige Oezbeek was: 'Net goed, FIDE!' Nummer 54 van de wereld wereldkampioen, dat kríjg je met een knock-out toernooi en beslissingsvluggertjes. De unificatie van het wereldkampioenschap zal nu lekker ook minder vlot gaan. De winnaar van Tripoli moet een halve finale tegen Kasparov spelen (de andere gaat in september tussen Kramnik en Leko), maar Kasimdzhanov is geen kassa-magneet.
    Echter: als Nederlander past mij enige bescheidenheid over dat Tripoli-toernooi. Wij hebben ooit een vergelijkbaar schandaal gedoogd. In 1960 organiseerde de brave Nijmeegse club Strijd Met Beleid in Berg en Dal een 'zone-toernooi', destijds als eerste fase van het wereldkampioenschap een groot evenement. Achttien spelers zouden om drie plaatsen op de volgende etage van de schaakpyramide spelen, het interzonale toernooi. Eén speler, Uhlmann uit de DDR, kreeg echter van de Nederlandse regering geen visum. Daarop trokken ook de zeven andere Oosteuropese deelnemers zich terug. De FIDE, onder de Zweedse president Rogard, besloot doodleuk het toernooi met alleen de tien Westeuropeanen te laten doorgaan. De sfeer zal niet vrolijk zijn geweest; de kop Het Mausoleum Toernooi van Berg en Dal staat mij nog bij.
    Olafsson won, maar later werd het hele toernooi overgespeeld in Tsjecho-Slowakije. Nu bleef West-Duitsland weg, en Olafsson won weer.

Kasimdzhanov speelde sterk, koelbloedig (in vijf van de zeven ronden won hij de beslissingsvlugertjes) en hij had geluk.

Wit aan zet
Kasimdzhanov - Adams
Tripoli 2004

Deze stelling ontstond bij de stand 2˝-2˝ in de laatste gewone partij van de finale-match. Wie won zou wereldkampioen zijn. Wit staat een pion voor, en de ongelijke lopers geven hem mooie aanvalskansen. Toen speelde hij de grafzet 41.Dg8 Wčg van de beheersende diagonaal, naar een hoekje. In een paar seconden veranderde het schaakprogramma dat ik zoals alle schaakliefhebbers bij de live-internet-reportage mee liet draaien, zijn oordeel van +1 voor Wit in +2 voor Zwart. 41...Dc6+ Kasimdzhanov: 'Toen ik deze zet zag voelde ik dat alles voorbij was. Het was ongelooflijk, van bijna gewonnen naar verloren in één zet.' Maar op de eveneens meegeleverde video-beelden was geen emotie te zien. 42.Kg3 Of 42.Kf1 Dc1+ 43.Kg2 Dxg5+ enz.; de ongelijke lopers zijn nu een aanvalsvoordeel voor Zwart. Kasparov, die terwijl hij aan zijn boek over Fischer werkte, de partij óók via internet volgde, riep hier: 'Maar nou heeft hij toch De4?' Dan zou Wit reddeloos zijn geweest, bijvoorbeeld 43.Dxh7+ Kf8 44.Dh6+ Lg7 45.Dh4 Le5+ 46.f4 De1+ 47.Kg4 De2+ 48.Kg3 Lc3 en Wit gaat mat en Zwart is wereldkampioen. 42...Lxf2+?? Verschrikkelijk. Bedenktijd genoeg, maar na kalm beraad gooit Adams met één zet alles weg: FIDE-titel, match tegen Kasparov, miljoenen, levenswerk. Na 43.Kxf2 Dc2+ 44.Ke3 werd remise gegeven; 3-3.

In de beslissingsvluggertjes, al kwam hij in de eerste daarvan gewonnen te staan, maakte de geschokte Adams geen kans meer.

© Tim Krabbé, 2004


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site