DE DUBBELE ZWICKMÜHLE (31 december 2005)

Een spectaculair motief is de Zwickmühle, zoals Nimzowitsch de bekendste, uit een partij Torre - Lasker, Moskou 1925, heeft genoemd. Zo'n batterij die steeds opnieuw kan afvuren komt niet erg vaak voor in de partij, en nog veel zeldzamer zijn partijen waarin beide spelers een Zwickmühle hebben, zelfs al blijft één daarvan achter de schermen.

Zwart aan zet
Fridman - Vul, Cappelle la Grande 2005

Na 25...Lb7 moest Wit uitkijken; 26.Txa8 verliest dan wegens Lxf3 27.Ta7 Txg2+ en de zwarte toren is almachtig; na 28.Kh1 b4 29.Le1 Kg8! komt Wit in tempodwang en verliest hij snel een stuk. Maar met 26.Tg3! kon hij de zaken omkeren; na 26.Txd8 27.Txg7+ Kh8 28.Txf7+ Kg8 29.Txb7 werd het snel remise.

Zwart aan zet
Viot - Carbonnel, Enghien les Bains 1995

Na een woeste partij staat Zwart een dame achter, maar zijn Zwickmühle garandeert remise. Hij kan er echter ook Wit wat stukken mee afpakken, en dat doet hij dan maar eerst. 28...Pf2+ 29.Kg1 Pxd1+ 30.Kh1 Pf2+ 31.Kg1 Pxg4+ 32.Kh1 en nu wordt het paard weer naar zijn beste veld gebracht: 32...Pf2+ 33.Kg1 Pe4+ 34.Kh1 h5 Speelt terecht op winst. 35.Dxb7 Tc1 Nu had Wit de zetten moeten herhalen met zíjn Zwickmühle: 36.Da8+ Kh7 37.Pf8+ Kg8 (na 37...Kh6? 38.Dxa6+ en 39.g3 staat Wit beter) 38.Pe6+ Kh7 39.Pf8+ enz. Hij speelde echter 36.Dxa6?, vergetend dat een Zwickmühle méér kan dan materiaal ophalen: 36...Pf2+ 37.Kg1 Pd3+ en Wit gaf het op; door de onderbreking van de diagonaal a6-f1 is het mat op de volgende zet.

In problemen zie je af en toe twee Zwickmühles die elkaar helpen.

Mat in 29
M. Kwiatkowski, 1992

Na het mooie 1.Tg4 dreigt er snel mat door een aftrekschaak van Pd4. 1...h1D+ 2.Pf3+ Kb5 Nu moet dat paard aan de slag, maar eerst moet het met behulp van een Zwickmühle ontpend worden. 3.Tb4+ Ka5 4.Tbe4+ Kb5 en nu: 5.Pd4+ Ka4 6.Pe2+ Kb5 7.Pc3+ Ka5 8.Pxa2+ Waarom deze loper moet verdwijnen wordt later duidelijk. 8...Kb5 Nu heeft de toren een taak en daarom katapulteert het paard zich naar een ontpennend veld: 9.Pc3+ Ka5 10.Pe2+ Kb5 11.Pd4+ Ka4 12.Pf3+ Kb5 13.Tb4+ Ka5 14.Tbxb3+ Ook de reden voor het verwijderen van die pion wordt later duidelijk, maar nu snappen we waarom La2 moest verdwijnen: om hier een penning van Tb3 te voorkomen. 14...Ka4 15.Tb4+ Ka5 16.Tbe4+ Maakt het paard vrij. 16...Kb5 17.Pd4+ Ka4 18.Pe2+ Kb5 19.Pc3+ Ka5 20.Pa2+ Kb5 En nu de dame van a3 is afgeschermd volgt de slotaanval: 21.La6+ Txa6 Of Kxa6 22.Txa3+ (daarom moest pion b3 verdwijnen en Da1 van a3 afgeschermd zijn) 22...Kb5 23.Pc3 mat. 22.Pc3+ Ka5 23.Pe2+ Kb5 24.Pd4+ Ka4 25.Pf3+ en nu de toren weer vrij is: 25...Kb5 26.Tb4+ Ka5 27.Tb6+ Ka4 28.Txa6+ Kb5 29.Ta5 mat.
    Prachtig. Paard en toren ontpennen elkaar beurtelings; de toren is afwisselend kop- en staartstuk van een Zwickmühle; alles om het zwarte bolwerk te slechten als een bom die behoedzaam wordt gedemonteerd.

© Tim Krabbé, 2005








 

Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina
Hoofdpagina schaken
Hoofdpagina algemene site