LINCOLN, NEBRASKA

In de film 'The Killing' van Stanley Kubrick zitten twee mannen in een schaakcafé (het beroemde 'Fleehouse' aan 42nd Street in New York) te schaken. Als een bezoeker zich luidruchtig met hun partij bemoeit roept een van hen: 'Hou je bek, of ik haal Fischer erbij.' Later blijkt dat de cafébaas zo heet.
    Wie weet dat Kubrick een groot schaakliefhebber was (ik schreef daar eerder over; zie het stukje 'Wat bedoelde Kubrick met Schlage?') wil meteen weten: wanneer kwam die film uit? Het fascinerende antwoord is: in 1956. In maart van dat jaar werd Bobby Fischer dertien; pas in oktober speelde hij zijn beroemde 'Partij van de Eeuw' tegen Donald Byrne. En omdat zo'n naam in een film van Kubrick geen toeval kan zijn, betekent dit dat Kubrick al vóór die partij van hem had gehoord. Kubrick stond, als schaker in New York, natuurlijk dicht bij Fischer, maar het tekent toch zijn insiderschap dat hij de naam van een twaalfjarig jongetje koos voor een schaakgrap.

Een Internet-vriend van mij, Max Burkett uit Missoula, Montana, pleegt te zeggen dat hij één keer samen met Bobby Fischer in een toernooi heeft gespeeld, en dat hij toen boven hem eindigde. Burkett werd 17e van de 25, Fischer 20e. Het was het Amerikaanse jeugdkampioenschap van 1955, gespeeld in Lincoln, Nebraska, waar de 16-jarige Max voor New Mexico speelde, en de 12-jarige Bobby voor New York. Ze haalden allebei 5 uit 10, maar Burkett had meer weerstandspunten. Hij herinnert zich 'proto-Bobby', die hij na dat toernooi nooit meer ontmoette, als een nice kid. Ze speelden niet tegen elkaar, maar buiten de officiële partijen vluggerden ze wel, en ze speelden ook tafeltennis. Daarbij won Burkett vijf dollar van Fischer, die hij echter van de toernooidirecteur, Liepnieks, terug moest geven.

Aldus twee aanvullinkjes bij een van de aardigste schaakboeken van de laatste tijd; The Unknown Bobby Fischer van John Donaldson en Eric Tangborn, uitgegeven door International Chess Enterprises.
    Lincoln, Nebraska - de Fischer-volger heeft er nooit bij stilgestaan, maar krijgt in
Bobby Fischer (12) in Lincoln, Nebraska
dit boekje antwoord op de vraag waarom dat eerste toernooi van Fischer waarvan partijen van hem bewaard zijn gebleven, eigenlijk in dat gat werd gespeeld. Kort na de oorlog had zich daar een groep Letse immigranten gevestigd, onder wie deze Alexander Liepnieks; een schaker van meestersterkte, en iemand met organisatiedrang. Waarschijnlijk speelde ook zijn Letse chauvinisme een rol, want er waren toen in Amerika een paar jonge voormalige Letten die bij de jeugdschaaktop hoorden. Eén van hen, Vik Pupols, zou eind juli eenentwintig worden en daarmee ongerechtigd zijn, maar het lukte Liepnieks het toernooi juist voor die datum af te wikkelen. Het werd gewonnen door een andere jongen met een Letse achtergrond, Charles Kalme, die met zijn 15 jaar de jongste Amerikaanse jeugdkampioen aller tijden werd - een record dat Fischer hem het jaar daarna zou afpakken. Kalme liet het schaken al vroeg varen voor een academische carrière.
    Op de net 12-jarige Fischer werd in Lincoln nauwelijks gelet, of het moest zijn dat hij een beetje geplaagd werd omdat hij de jongste deelnemer was. Hij was bij Liepnieks thuis ingekwartierd, en heeft door de jaren heen de banden met de familie aangehouden. De foto bij dit verhaal is destijds door Liepnieks' dochter Ruth gemaakt. Alexander Liepnieks zelf maakte als tolk Russisch deel uit van Fischers delegatie bij zijn match om het wereldkampioensachap tegen Spassky, in Reykjavik 1972.
    Toen Liepnieks het jaar daarna overleed, stuurde Fischer een condoleancebrief waarin hij zei altijd veel plezier te hebben gehad in het Lets/Amerikaanse schaakblaadje dat Liepnieks uitgaf, 'vooral in de stukken over het Lettisch Gambiet, die heel onderhoudend en instructief waren.'
    Dat Lettisch Gambiet (1.e4 e5 2.Pf3 f5) hoort een beetje bij de Rare Openingen, wordt op het hoogste niveau nooit gespeeld, maar is zo gek nog niet. Fischer heeft het in zijn hele carrière éénmaal in een serieuze partij tegen zich gekregen; in Lincoln, tegen Pupols.
    Toen Fischer en Pupols tegen elkaar moesten waren ze, allebei met 3 uit 6, al uitgeschakeld. Vóór de ronde zaten ze, met ook Kalme en waarschijnlijk wat anderen, bij Liepnieks thuis waar de oudere jongens pokerden, en Fischer zich voorbereidde op de partij. Hij vroeg zich af of hij na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 Spaans of Italiaans zou spelen, terwijl Pupols hem voortdurend plaagde door te roepen hoe geweldig sterk het Lettisch Gambiet wel niet was, en dat hij dat in hun partij zou spelen. Tussen het pokeren door speelden Kalme en Pupols vluggertjes tegen Fischer, steeds met het Lettisch Gambiet. Fischer weigerde te geloven dat Pupols het werkelijk in hun officiële partij zou spelen, en bleef de hele dag bezig Spaans en Italiaans te bestuderen.

Fischer - Pupols, Lincoln, Nebraska, 21 juli 1955
1.e4 e5 2.Pf3 f5 Houdt woord. 3.Pxe5 Df6 4.d4 d6 5.Pc4 fxe4 6.Pc3 Dg6 7.Pe3 Pf6 8.Lc4 c6 9.d5 Le7 10.a4 Pbd7 11.a5 Pe5 12.Le2 O-O 13.O-O Ld7 14.Kh1 Kh8 15.Pc4 Pfg4 16.De1 Tf7 17.h3 Pf6 Zwart staat veel beter; Pf3 was hier al mogelijk. 18.Pxe5 dxe5 19.Lc4 Tff8 20.Le3 Ph5 21.Kh2 Ld6 22.Lb3 Pf4 23.Lxf4 Nodig was Tg1; nu worden de lopers moordend. 23...exf4 24.Dxe4 f3+ 25.g3 Lf5 Meteen winnend was Dh6 of Dh5, omdat op h4 Tf4 volgt. 26.Dh4 Tae8 27.Tae1 Le5 28.Db4 Dh6 29.h4 g5 Hier won Lxg3+ onmiddellijk; bijvoorbeeld 30.fxg3 Dd2+ en mat. 30.Th1 gxh4 31.Kg1 (zie diagram) 31...h3? Mist opnieuw Lxg3, bijvoorbeeld 32.Txe8 Txe8 33.fxg3 De3+ of 32.Dd4+ Le5 33.Txe5 (33.Dxh4 Lh2+!) Dg7+ enz. 32.dxc6 bxc6 Voor de derde keer was 32...Lxg3 beslissend, weer met de pointe 33.Dd4+ Le5 34.Txe5 Dg7+ en wint. 33.Dc5 Dg7 En voor de vierde keer: Lxg3! wint meteen. 34.Kh2 Df6 35.Dxa7 Ld4 36.Dc7 Lxf2 37.Txe8 Txe8 38.Tf1 Ld4 Het speeltempo was 45 zetten in 2 uur; Fischer had hier nog 2 minuten; Pupols nog 1. 39.Txf3 (Df4 is nog wel genoeg voor remise.) 39...Lxc3? Nu won 39...Lg1+!, bijvoorbeeld: 40.Kxg1 Dd4+ 41.Kf1 h2 42.Kg2 h1D+ 43.Kxh1 Te1+ en mat. 40.bxc3 Te2+ 41.Kh1 Le4 42.Dc8+ Kg7 43.Dg4+ Met Dd7+ maakt Wit remise; bijvoorbeeld Kh6 44.Dxh3+ Kg7 45.Dd7+ enz. De pointe is dat Wit soms Dxe4 kan spelen omdat de zwarte dame blijft hangen; nu haalt Zwart dat er uit door zijn dame weg te zetten. 43...Dg6 44.Dd7+ Zelfs nu heeft Zwart na 44.Df4 geen geforceerde winst; een aardige variant is dan 44...h5 45.De5+ Kh7 46.De7+ Dg7 47.Dxe4+ Txe4 48.Tf7 In de partij overschreed Fischer na 44...Kh6 in verloren positie de tijd; de enige keer in zijn hele loopbaan dat hem dat overkwam.

© Tim Krabbé, 2000


Index AD Magazine schaakrubrieken
Bovenkant pagina | Hoofdpagina schaken | Hoofdpagina algemene site |